Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Joost Hendrik Romswinckel

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Joost Hendrik Romswinckel (Den Haag, 24 september 1832 - Wiesbaden, 30 november 1908) alias de vechtmajoor was een Nederlandse luitenant-generaal in het Nederlands Indische leger, ridder en officier in de Militaire Willems-Orde.

Loopbaan

Romswinckel, zoon van Abraham François Jean Romswinckel en Anna Maria Canneman, begon zijn loopbaan bij het Indische leger op 21-jarige leeftijd als sergeant. Hij werd in 1855 benoemd tot tweede luitenant en maakt in 1859 (in 1855 tot eerste luitenant benoemd) de expeditie naar Boni mee. Boni, met het onderhorige rijk Lamoeroe, was een inlandse staat op het eiland Celebes en stond onder de bescherming van het Nederlandse gouvernement. Maar omdat men daar de Nederlandse vlag beledigde (de vlag omgekeerd hing), de inlandse hoofden tegen het Nederlandse gezag werden opgezet en inlandse soldaten tot desertie werden aangezet werd een expeditie naar Boni uitgevaardigd onder leiding van generaal van Swieten. Romswinckel werd voor zijn aandeel in deze expeditie tot ridder der vierde klasse in de Militaire Willems-Orde benoemd. Daarna nam hij (in 1861) nog deel aan de expeditie in de Zuider en Oosterafdeling van Borneo, waarvoor hij de gesp 1859-63 verkreeg. Romswinckel nam eerst als adjudant van de bevelhebber deel aan de eerste expeditie tegen Atjeh en vervolgens (in de rang van majoor) aan de tweede als commandant van het linker halve negende bataljon infanterie. Gedurende de tweede expeditie was hij onder meer aanwezig bij de verovering van de Mesigit, bij de verovering van Kota Goenoengan en van de Kraton. Op 16 april 1874 vond het echec Romswinckel plaats. Romswinckel stuitte toen met zijn patrouille op een versterkte benting, vlak buiten de muren van de Kraton. Omdat generaal van Swieten de oorlog als beëindigd beschouwde, vanaf de verovering van de Kraton, op 24 januari 1874, werden er geen patrouilles meer gehouden en konden de Atjehnezen deze tot vlak bij naderen, hun versterkingen bouwen en de troepen in de Kraton bestoken. Bij dit gevecht vielen meer dan 100 doden en gewonden, een aantal soldaten moest in handen van de vijand gelaten worden. Generaal Jan van Swieten keurde dit gevecht sterk af omdat hij meende dat versterkingen van de vijand, zelfs als die vlak bij de muur van de Kraton lagen, niet aangevallen mochten worden (in het kader van zijn "afwachtende houding"). Het voorval tekende scherp de nadelen die aan het militaire, passieve stelsel van Van Swieten waren verbonden en vormde de opmaat voor de vele gevechten die later nog zouden volgen onder generaal Pel, zoals de verovering van Garouw op 28 juni 1874.

Romswinckel werd voor zijn militair handelen over het jaar 1874 in Atjeh benoemd tot officier in de Militaire Willems-Orde en verkreeg de gesp Atjeh 1873-1874. In 1882 werd hij tot kolonel benoemd, in 1886 tot generaal-majoor en in 1888 gepensioneerd. Bij gelegenheid van de verjaardag van H.M. de Koningin werd aan Romswinckel de titulaire rang van luitenant-generaal toegekend. Hij was ridder in de Militaire Willems-Orde vierde klasse (Koninklijk Besluit van 22 juni 1860, nr. 41), officier in de Militaire Willems-Orde (Koninklijk Besluit van 6 oktober 1874, nr. 10), ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (1883) en drager van een eresabel, geschonken door de burgerij van Semarang (1860), voor zijn rol bij het onderdrukken van een opstand onder de vreemde Europese militairen (andere officieren die in deze zaak eervol genoemd werden waren onder meer kapitein Camphuis en luitenant-kolonel Steijn van Hensbroek).

Portaal KNIL

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • 1908. Generaal J.H. Romswinckel overleden. Eigen Haard. Bladzijde 3.
  • 1878. G.F.W. Borel.Onze vestiging in Atjeh. Critisch Beschreven. Den Haag. Thieme
  • 1902. A.S.H. Booms Neerlands krijgsroem in Insulinde. Schitterende daden van moed, beleid, trouw en zelfopoffering in de negentiende eeuw sedert de instelling van de Militaire Willemsorde. Deel I en II. W.P. van Stockum & Zoon. Den Haag.
  • 1876. A.J.A. Gerlach. Neerlands heldenroem in Oost Indie. Deel II. Gebr. Belinfante. Den Haag.
  • 1908. J.H. Romswinckel overleden. Prins der Geïllustreerde Bladen. Bladzijde 316.
  • (nl) Joost Hendrik Romswinckel
rel=nofollow
rel=nofollow