Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Israëlische onafhankelijkheidsverklaring
De Israëlische Onafhankelijkheidsverklaring (Hebreeuws: Megilat HaAtzma'ut) is het document waarmee op 14 mei 1948 de onafhankelijkheid van de nieuwe Joodse staat Israël werd afgekondigd. Dit gebeurde aan het einde van de Britse mandaatperiode over Palestina. De dag wordt jaarlijks in Israël gevierd op Onafhankelijkheidsdag (Hebreeuws: Yom Ha'atzmaut). De Palestijnen herdenken de dag als al-Nakba-dag.
Voorgeschiedenis
De Zionistische beweging en de Joodse bevolking in Palestina streefde sinds het einde van de 19e eeuw naar een onafhankelijke natie. Dit recht werd door de Britten erkend in 1917 in de Balfourverklaring. Daarin werd ook hun steun uitgesproken voor het plan. De Peelcommissie suggereerde in 1936 om Palestina op te delen in een Joodse en een Arabische staat, maar dit voorstel werd door de Britse regering als onwerkbaar gezien. Dit kwam mede door een Arabische opstand die plaats had in de periode 1936-1939. Na de Tweede Wereldoorlog droeg Groot-Brittannië de kwestie over aan de Verenigde Naties. Deze kwamen met Resolutie 181. Daarin zouden de Joden 56 procent van het land ontvangen en Jeruzalem zou een internationale status onder toezicht van de Verenigde Naties krijgen. De Joodse bevolking accepteerde het voorstel, maar de Arabische bevolking wees het af. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties stemde op 29 november 1947 in met de resolutie.
Opstellen van de tekst
Het eerste ontwerp van de verklaring werd opgesteld door Zvi Berenson, advocaat van de vakbond Histadrut en later rechter in het Israëlisch Hooggerechtshof. Vervolgens boog een comité bestaande uit onder andere David Remez, Pinchas Rosen, Haim-Moshe Shapira, Moshe Sharett en Aharon Zisling zich over de tekst. De uiteindelijke tekst werd opgesteld door een comité waarin Ben-Gurion, Yehuda Leib Maimon, Sharett en Zisling zitting hadden.
Op 12 mei 1948 kwam de Minhelet HaAm, de beoogde voorlopige regering bij elkaar, om te besluiten over het uitroepen van een onafhankelijke staat. Drie leden waren afwezig. Yehuda Leib Maimon en Yitzhak Gruenbaum zaten vast in het belegerde Jeruzalem, terwijl Yitzhak-Meir Levin in de Verenigde Staten was. De bijeenkomst begon 's middags om 1:45 en eindigde na middernacht. De keuze was tussen het uitroepen van de onafhankelijkheid en het accepteren van een Amerikaans voorstel voor een bestand. Zes van de tien leden stemden voor onafhankelijkheid.
- Voor: David Ben-Gurion, Moshe Sharett, Peretz Bernstein, Haim-Moshe Shapira, Mordechai Bentov, Aharon Zisling
- Tegen: Eliezer Kaplan, David Remez, Pinchas Rosen, Bechor-Shalom Sheetrit
De tekst werd op 14 mei voorgelegd aan het beoogde voorlopige parlement. Na een fel debat ging deze unaniem akkoord. Een uur later was de ceremonie waarbij de tekst werd ondertekend.
Gevoeligheden
Er waren twee belangrijke kwesties die speelden bij het opstellen van de tekst. De eerste kwestie ging erover of in de verklaring moest worden opgenomen dat de grenzen van de staat Israël de grenzen zouden zijn zoals voorgesteld in het verdelingsplan van de Verenigde Naties. Rosen en Sheetrit waren hier voor. Ben-Gurion en anderen waren tegen. Hij zei: "Wij hebben de resolutie geaccepteerd, maar de Arabieren hebben dat niet gedaan. Ze maken zich op voor een oorlog tegen ons. Als we ze verslaan en westelijk Galilea veroveren of gebieden langs de weg naar Jeruzalem, dan worden deze gebieden onderdeel van de staat. Waarom zouden wij onszelf verplichten ons aan grenzen te houden die de Arabieren niet accepteren?" Het voorstel om de verwijzing naar de grenzen - zoals gesteld in het verdelingsplan van de VN – uit de tekst te verwijderen haalde een meerderheid van 5 tegen 4 stemmen. Een voorstel van de Revisionisten, die een Joodse staat aan beide zijden van de Jordaan – dus in Jordanië - voor ogen hadden, om in de tekst de zin “binnen haar historische grenzen” op te nemen, haalde het niet.
De tweede grote discussie ging over de verwijzing naar God in het laatste deel van de tekst, namelijk de zin: Met vertrouwen op de Almachtige (...) De religieuze leden van de tijdelijke regering – waaronder twee rabbi's – waren hier voorstander van. Zisling, die lid was van de seculiere Mapai, was hier tegen. Aan het einde werd voorgesteld om de verwijzing Rots van Israël te gebruiken. Volgens Ben-Gurion kon een ieder daar zijn eigen uitleg aan geven. Andere voorstellen voor toevoegingen om het Britse mandaat over Palestina te veroordelen, de vrijheid van taal te garanderen of de joden in vluchtelingenkampen in Europa te noemen haalden het niet.
Ceremonie
De ceremonie waarbij de onafhankelijkheid werd uitgeroepen had plaats in het Tel Aviv Museum. Er werd geen brede ruchtbaarheid aan gegeven, omdat de Britse autoriteiten misschien zouden probeerden de bijeenkomst te voorkomen of Arabische legers eerder zouden kunnen binnenvallen. Alle genodigden kregen op de ochtend zelf een uitnodiging. De bijeenkomst begon om 16.00 uur en werd uitgezonden door het nieuwe radiostation Kol Yisrael. De bijeenkomst werd geopend door Ben-Gurion. De bijeenkomst werd spontaan begonnen met het zingen van Hatikwa, het nationale volkslied van Israël. Ben-Gurion las in 16 minuten de tekst voor. Daarna gaf Rabbi Fishman de zegen over de rol.
Als leider van de Jisjoev tekende Ben-Gurion als eerste. Daarna moest de tekst worden getekend door de 37 leden van het voorlopige parlement. Twaalf van hen waren niet aanwezig. Elf van hen zaten namelijk vast in het belegerde Jeruzalem en één zat in het buitenland. De wel aanwezigen werden in alfabetische volgorde afgeroepen. Herzl Rosenblum kreeg van Ben-Gurion de aanwijzing om het document met zijn Hebreeuwse naam te ondertekenen, namelijk als Herzl Vardi. Later gaf hij aan daar wel spijt van te hebben gehad.
Nadat de handtekeningen waren gezet werd opnieuw het Hatikwa gezongen, begeleid door het Palestijns Philharmonisch Orkest.
De ondertekenaars
Deze personen ondertekenden de tekst:
Nasleep
Na het uitroepen van de onafhankelijkheid was er een voorlopige regering tot de eerste verkiezingen in januari 1949. Binnen een paar dagen vielen Egypte, Irak, Libanon en Syrië de nieuwe staat binnen. In de Onafhankelijkheidsoorlog werden zij verslagen. Daarbij wist Israël grote stukken land te veroveren.
Een groot aantal van de ondertekenaars van het document zou een belangrijke rol gaan spelen in de Israëlische politiek. Moshe Sharett en Golda Meir werden beiden premier. Itzhak Ben-Zvi werd de tweede president van de staat, en anderen dienden als minister. David Remez was in mei 1951 de eerste van de ondertekenaars die overleed, Meir Vilner leefde het langst en overleed in juni 2003.
Elf minuten nadat de verklaring was ondertekend erkende de Amerikaanse president Harry S. Truman Israël als staat. Snel daarop volgden Iran, Guatemala, IJsland, Nicaragua, Roemenië en Uruguay. In de dagen en maanden daarop volgde de erkenning door andere landen. Op 11 mei 1949 werd Israël lid van de Verenigde Naties.
Wettelijke status
De onafhankelijkheidsverklaring garandeert de mensenrechten en volledige gelijkheid aan al haar inwoners, ongeacht hun religie, ras, sekse en tevens vrijheid van godsdienst, geweten, taal en opleiding. Toch is de Knesset van mening dat het document geen wettelijke status heeft. Het Hooggerechtshof heeft geoordeeld dat er sprake is van basisprincipes, maar het is geen grondwet waar andere wetten aan getoetst moeten worden.
De tekst
Dit is de tekst van de onafhankelijkheidsverklaring:
Het land Israël, Palestina, is de geboorteplaats van het Joodse volk. Hier werd zijn geestelijke, religieuze en politieke identiteit gevormd. Hier verwierven ze onafhankelijkheid en schiepen een cultuur van nationale en internationale betekenis. Hier schreven zij en gaven de bijbel aan de wereld. Door dit historisch besef gedragen, zijn de Joden door de eeuwen heen naar het land van hun vaderen teruggekeerd om hun erkenning als natie te herwinnen. Gedurende de laatste decennia zijn zij in groten getale teruggekeerd. Ze hebben het woestijngebied ontgonnen, hun taal tot nieuw leven gewekt, steden en dorpen gebouwd en een voortdurend groeiende gemeenschap met een eigen economisch en cultuur leven gevestigd. Ze zochten vrede, maar waren erop voorbereid zich te verdedigen. Ze hebben aan alle inwoners de zegeningen van de vooruitgang gebracht. Zij streefden een onafhankelijke staat na, daartoe opgeroepen door de geestelijke vader van de Joodse staat, Theodor Herzl, die het Eerste Zionistische Congres bijeen riep, en het recht van het Joodse volk afkondigde op een nationale wedergeboorte in wat zij zagen als hun eigen land. |
Bronnen, noten en/of referenties |