Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Impressionisme

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het impressionisme is een 19e-eeuwse stroming in de moderne beeldende kunst. De stroming vond haar oorsprong in Frankrijk. Het was een vernieuwingsbeweging, niet alleen als revolterende stroming tegenover het toen algemeen aanvaarde en officieel erkende academisch classicisme, maar ook als totaal nieuwe stijltechnische conceptie. Men trachtte met een grote zintuiglijke ontvankelijkheid de indruk van een enkel moment weer te geven.

Ook in de klassieke muziek werkte deze stroming door, evenals in de literatuur.

Zie Impressionisme (muziek) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Geschiedenis

De beweging kreeg haar naam in 1874 door een krantenartikel. De revolterende beweging was echter al een tiental jaren oud en Édouard Manet had toen al een paar keer de herrie op gang gebracht, tegenover de officiële salonjury's. Zijn Absintdrinker werd al in 1859 geweigerd, terwijl zijn Olympia en zijn Déjeuner sur l'herbe zodanig schandaal verwekten, dat ze aanleiding gaven tot de eerste Salon des Refusés in 1863.

Voordien, in 1855, werd de Begrafenis te Ornans van Gustave Courbet geweigerd en had men, in 1850, de Barbizon-schilders al uitgescholden voor "onverschoonde democraten".

Eerst elf jaar na de eerste Salon des Refusés zou het impressionisme als zodanig in beeld komen en dan nog uit onverwachte hoek. Geleid door Edgar Degas en Pierre-Auguste Renoir hadden 31 jonge Franse schilders 165 werken samengebracht in het atelier van de fotograaf Nadar, aan de Boulevard des Capucines 35 te Parijs. Ze hadden zich verenigd in een "Societé anonyme coopérative d'artistes peintres, sculpteurs, graveurs, à capital et personnel variables". Ze openden hun expositie op 15 april 1874, precies een maand voor de opening van het officiële "Salon". Naast de voornoemde initiatiefnemers exposeerden ook Paul Cézanne, Claude Monet, Berthe Morisot, Alfred Sisley, Camille Pissarro, Eugène Boudin, Adolphe-Félix Cals, Félix Bracquemond, Stanislas Lépine, Henri Rouart, Hélène Dubourg Georges Seurat en anderen.

De expositie wekte schandaal, zowel omwille van de onverwacht banale onderwerpkeuzes als omwille van de onaanvaardbare stijltechnieken. In het Parijse blad Le Charivari van 25 april 1874 wilde de journalist-criticus Louis Leroy het ophefmakende doek van Claude Monet Impression, soleil levant belachelijk maken en noemde hij de exposanten "les impressionistes".

Toch was het de Franse essayist Jules Castagnary, die in 1863 al schreef, naar aanleiding van het Salon des Refusés, bij zijn kennismaking met het werk van de Hollandse Johan Barthold Jongkind: ... Moi, j'aime ce Jongkind ... Chez lui, tout gît dans l'impression ... L'esquisse terminée, le tableau achevé, vous ne vous inquiétez pas de l'exécution: elle disparait devant la puissance ou le charme de l'effet.

Het impressionisme had zijn naam eindelijk gekregen en het zou nu, tot 1886, in 10 exposities over 12 jaar, zijn geruchtmakende weg gaan over en langs eindeloze discussies.

De impressionisten noemden zichzelf "illuministen" en hebben de scheldnaam impressionisten later als geuzennaam aangenomen. Lang voor dit speelde waren deze schilders al buiten bezig en probeerden het juiste licht van dat vergankelijke moment weer te geven (vanaf 1863).

Kenmerken

Wat betreft inhoud en techniek was het impressionisme dus een reactiebeweging tegen de heersende conservatief-classicistische opvattingen van de salonjury's. De bedoeling bij de jongeren was het onmiddellijke beeld weer te geven van het direct geziene en op dat moment precies. Er was dus geen sprake meer van de fijn afgelijnde tekening van de voorwerpen. Zelfs bij de onderwerpkeuze richtte men zich op het alledaagse leven, ver weg van elke allegorie of enig nationalistisch triomfalisme.

Vooral de kleurenverdeling, of de menging ervan, werd totaal anders aangepakt. De elementaire kleuren werden in los naast elkaar geplaatste toetsen op doek gebracht, zodat ze op afstand de gewenste kleurvariaties vormden en aldus subtielere nuancering toelieten.

Belangrijk was hierbij niet meer de stoffelijke preciesheid van de vormen in de natuur, dan wel de kleurrijke oplossing die zon, licht en lucht als indruk weergeven.

Door de uitvinding van de verftube door Geoffrey Rand in 1836 kregen schilders de kans om direct buiten te werken. Al in 1838 waren er drie Engelse firma's die verf in tubes op de markt brachten. Vóór die tijd werd de verf in dierlijke blazen meegenomen, maar die laten zuurstof door en de verf hardt uit. De kleurenleer van Chevreuil is dan al bekend.

Kenmerken:

  1. Schilderijen uit het impressionisme geven een korte indruk of een momentopname weer.
  2. Door de vlotte verftoetsen die ruw en dik op het doek staan, lijkt het werk snel gemaakt.
  3. Onderwerpen hebben geen probleemstelling of boodschap.

Impressionisme in de literatuur

Vooral in de literatuur blijkt dat het impressionisme een zeer zintuiglijke kunst is. In het literaire impressionisme worden grote hoeveelheden zintuiglijke indrukken weergegeven. Samen geven ze een bepaalde stemming weer. De kenmerken van de taal die impressionisten hanteren in hun proza en poëzie zijn de volgende:

  1. kwistig gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. In het gebruik van de reeksen adjectieven zoals bij Lodewijk van Deyssel menen sommige lezers zelfs een parallel met het pointillisme aan te treffen.
  2. gebruik van onomatopeeën (klanknabootsingen), bijvoorbeeld knisperen, ka-bónk, rètteketèt.
  3. voorkomen van synesthesieën (het gelijktijdig reageren van twee zintuigen), bijvoorbeeld 'een donker geluid', 'een bittere geur'.
  4. gebruik van neologismen (nieuwvormingen), bijv. de rook "roet-rolde", de rook "scheur-vlood" door het "vlamme-schemeren" (Ary Prins).
  5. in proza wordt soms de zgn. Erlebte Rede gebruikt, een mengvorm van directe en indirecte rede, bijv. "Hij beweerde, hij zou heus wel komen".

Impressionisme in de Nederlandse letterkunde

Het impressionisme in de Nederlandse letterkunde werd beïnvloed door de Fransen zoals de gebroeders Edmond en Jules de Goncourt. In Nederland kunnen impressionistische toetsen teruggevonden worden in het werk van Louis Couperus en bij de Tachtigers Gorter en Van Deyssel. Bij deze laatsten krijgt het meer de vorm van een sensitivisme waarbij het subject bestaat uit een verzameling van impressies en sensaties.

De belangrijkste Vlaamse vertegenwoordigers waren Pol de Mont, Fernand Toussaint van Boelaere en Herman Teirlinck.

Invloed

Vanuit het impressionisme zijn het post-impressionisme (in Frankrijk) en het neo-impressionisme (in andere landen) ontstaan. Binnen deze stijlen ontwikkelden zich het pointillisme en het luminisme.

Impressionistische schilderijen

Voorbeeld van impressionistische schilderijen zijn:

  • De kathedraal van Rouen, harmonie in blauw, 1893 van Claude Monet
  • Dansen bij de Moulin de la Galette, Montmartre, 1876 van Auguste Renoir
  • Algerijns landschap: Ravijn van de wilde vrouw, 1881 van Auguste Renoir
  • De schommel, 1876 van Auguste Renoir
  • Windeffect, populierenserie, 1891 van Claude Monet
  • Het station St-Lazare, 1877 van Claude Monet
  • De zonnebloemen, 1887-1888-1889 van Vincent Van Gogh

Impressionistische kunstschilders

Impressionistische kunstschilders zijn onder anderen:

Impressionistische beeldhouwers

Zie ook

Externe links

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Impressionist paintings op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
rel=nofollow