Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Het vrouwtje van Stavoren
Het vrouwtje van Stavoren oftewel De weduwe van Staveren is een sage uit de 16e eeuw, die rond 1800 zijn huidige vorm kreeg. Momenteel (sinds 1969) kent men haar als standbeeld in Stavoren.
De sage vertelt van een rijke koopmansweduwe in Stavoren die woonde in een huis met gouden vloeren en zilveren wanden. Ze bezat meer schepen dan alle kooplieden van de stad tezamen en werd met de dag rijker.
Ondanks haar enorme rijkdom was ze niet tevreden, ze wilde het kostbaarste bezit dat er te vinden was en stuurde een schipper eropuit om dat te halen. Deze kwam na lang zoeken thuis met een lading graan uit Danzig, dat hem waardevoller dan goud leek. Het vrouwtje zag het niet als het waardevolste dat er bestond. Woedend vroeg ze: "Aan welke zijde heb je het graan ontvangen?", "Aan stuurboordzijde.", "Gooi het dan aan bakboordzijde in zee!" Een voorbijganger die dat hoorde zei haar dat niet te doen; zou ze ooit zelf in de bedelstand vervallen, dan zou haar het graan wel goud toeschijnen. Hierop haalde zij de gouden ring van haar vinger en gooide hem met een grote boog in zee. Ze voegde hieraan toe, "Net zo min dat ik deze gouden ring ooit nog terug zal zien, zal ik in de bedelstand vervallen." Op een dag kwam een van haar dienaren naar haar toe met een gevangen vis, met in de maag van die vis haar eigen gouden ring. Vanaf dat moment keerde haar lot. Ten slotte eindigde zij in grote armoede.
Het Vrouwenzand, een zandplaat in de buurt van Stavoren, is de plek waarvan wordt gezegd dat de kostbare lading in zee is gegooid. Op het zand zou een graanachtig gewas groeien, waarvan in de aren echter geen graankorrels groeien.
Friesche sagen
De versie in Friesche sagen wijkt op enkele punten af.
De toren van de weduwe beheerst de haven en haar schepen zijn met koper versierd en de zeilen lijken op zilver. De vrouw heeft gehoord over iets waarover in vele mythen wordt verteld en laat een vloot bouwen om naar de landen om de Oostzee te reizen. De armen en ouden van de stad smeken om brood en ze vindt hen een smet op de stad. Ze daalt de trappen af en in de kemenade is geen geluid uit de straten te horen, de vloeren zijn van marmer en er hangen rijke gewaden.
De vloot van de weduwe komt langs stranden en de mannen bewonderen de rotsen en stenen en pijnwouden. Ook zien ze mensen met zilver en ijzer, maar er is al genoeg metaal in Staveren. Dan zien ze een golgele oogst van koren en vinden dit de grootste schat voor Friesland. Ze vullen de ruimen en keren terug naar huis. De dienaressen van de weduwe kijken elke dag of de vloot terugkeert en de weduwe laat zich begeleiden door bekkens, pijpen en klaroenen. De ongelukkigen hinken mee, maar zij negeert hen en de aanvoerder van de schepen laat het koren zien.
De weduwe vindt hen dwazen en laat het koren aan stuurboordzijde overboord gooien, omdat het aan bakboordzijde aan boord is gebracht. De weduwe gaat naar huis, tot er een schaduw voor haar valt. Een oude man staat voor haar en hij houdt haar hand vast en vraagt of ze het graan echt overboord zal gooien. Hij smeekt haar het niet te doen en het aan de armen te geven, maar de vrouw loopt door. De man gooit zijn staf op de grond en zijn haren en baard geven licht.
De man zegt dat God zal laten voelen wat de pijn van honger en armoede is en hij verdwijnt als een geest. De menigte slaat een kruis, maar de weduwe lacht uitdagend en neemt een ring van haar vinger. Ze gooit deze in zee en zegt dat haar rijkdom haar niet zal ontgaan, net zo min als de ring terug zal komen. In de winter zijn de mannen van de weduwe op zee, maar het getij is bijna over. De weduwe is haar teleurstelling vergeten en denkt aan een nieuwe vloot in de lente. Kooplieden uit de Rijnsteden zijn uitgenodigd en ze beoordelen de meubels en gerechten. Er wordt een reusachtige vis opgediend en de voorsnijder snijdt hem open.
De kooplieden zien een schitterende gouden ring aan het mes hangen en de weduwe herkent haar eigen ring. Ze denkt aan het koren en kijkt uit het raam, ze ziet de dreigende zee in de storm. De zee stort over de dijk en stroomt de huizen in en de dienaren vluchten. De kooplieden sleuren de weduwe mee en waden door het water en ze bereiken hoge zandgronden. Niemand van de stedelingen helpt de weduwe en de kooplieden redden haar. Maar de zee verwoest haar bezit en de scheepsvloot is verloren. De weduwe wordt bedelaar en sterft van de honger.
Men beweert dat het koren kiem geschoten heeft en boven water uitgroeide, het heette ijdel koren of Vrouwenkoren.
Andere versies
In de versie in Folksferhalen[1] komt een mysterieuze man uit het oosten op bezoek bij de rijke weduwe. Als hij vertelt dat ze ondanks haar rijkdom het kostbaarste goed op de aarde nog niet kent, stuurt ze haar schip op reis. Na noodweer is de hele voorraad graan bedorven door het zoute water en de schipper weet na enkele dagen honger wat het kostbaarste goed op aarde is. Als hij thuiskomt, laat de vrouw de vracht overboord gooien. Een arme man vraagt haar nog respect te tonen voor de giften van de natuur, maar ze trekt zich hier niks van aan. Dan zegt de man dat ze voor haar hooghartigheid gestraft zal worden en smijt de ring met diamant in het water. Voor een feestmaal maakt de chef-kok een kabeljauw klaar en vindt de ring. Hij brengt de ring naar de vrouw en het lot keert zich tegen de vrouw, ze verliest al haar schepen en een storm gooit het water over haar huis. Een ruïne blijft over en de vrouw kan nog net haar leven redden. Ze werd armer dan de armste in Stavoren en ze sterft al snel. Ze wordt begraven in een naamloos graf. Stavoren is erg geraakt door de overstroming en wordt door een zandbank afgesneden van de rijke handelsroute over de oceaan. Enkele korreltjes van de overboord gegooide vracht zijn door de wind aan wal geraakt en er ontstond een stuk land met wilde granen op de plek waar het huis van de vrouw eens stond.
Soortgelijke verhalen
Het verhaal bevat dezelfde thematiek als verscheidene andere sagen. De oudste bekende hiervan is dan het verhaal dat de Griekse geschiedschrijver Herodotos overlevert over de ring van Polykrates, de tiran van het Griekse eiland Samos. Hem gaat het zó voor de wind dat een vriend hem aanraadt datgene weg te gooien waaraan hij het meest gehecht is. Hij gooit daarop zijn zegelring in de zee. Enige tijd later echter, vindt men in een aan Polykrates geschonken vis juist deze ring terug. Hiermee is duidelijk dat de voorspoed van Polykrates ten einde is, en het loopt dan ook slecht met hem af.[2]
Trivia
Drs. P wijdde een Ollekebolleke aan deze sage:
- Fijn, een vertelseltje:
- Vrouwtje van Staveren
- Wierp eens een prijzige
- Ring in de zee
- Schaterend lachte ze
- Hahahahahaha
- Doch de verzekering
- Zat er maar mee
Zie ook
- Vrouw (doorverwijzing).
Externe links
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º Folksferhalen fan Europeeske minderheidsfolken
- º Jurjen van der Kooi, Vrouwtje van Stavoren, verhalenbank Meertens Instituut
- Friesche sagen van Theun de Vries in 1925
- Friese sagen & Terugkeer van Theun de Vries in 2000
- Volksverhalen der Lage Landen, Anton Pieck, Alet Schouten, 1989, ISBN 90-269-4057-2