Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Heinrich Hermann Freytag
Heinrich Hermann Freytag (Hamburg, 1759 – Groningen, 14 april 1811[1][2]) was een Duits orgelbouwer die met name actief was in Groningen, maar ook in Friesland, Drenthe, Overijssel, Holland en Zeeland. Hij bouwde zowel kerkorgels als ook kabinetorgels en secretaireorgels binnen de Noord-Duitse orgelbouwtraditie.
Biografie
Heinrich Hermann Freytag werd in 1759 geboren als de zoon van een uit Württemberg afkomstige meubelmaker. Hoe hij in de Republiek is terecht gekomen, wordt nergens duidelijk. Zijn naam duikt in 1784 voor het eerst op als hij in de stad Groningen in de orgelmakerij van Albertus Antoni Hinsz (1704-1785) werkt. Toen Hinsz in 1785 overleed, nam zijn stiefzoon Frans Casper Snitger (1724-1799) (een kleinzoon van Arp Schnitger) het bedrijf over. Snitger ging een compagnonschap aan met Freytag.[3] Freytag leidde de nieuw – en verbouwtak van het bedrijf. Snitger hield zich voornamelijk bezig met onderhoudswerk op locatie en en met intonatiewerkzaamheden.
Freytag gaf leiding aan de werkplaats, onderhandelde met opdrachtgevers over nieuw – en verbouwprojecten en maakte de ontwerpen voor de nieuwe orgels. Ook vergrootte Freytag het werkterrein van de firma door opdrachten in Rotterdam en Middelburg aan te nemen. Hij was daarmee werkzaam in Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Holland en Zeeland.[4] Tot 1806 was Freytag bovendien kroegbaas en had hij een “Wyn en Coffyhuis, als mede Billard” aan de Grote Markt in Groningen.[5] En hij was vele jaren diaken of ouderling in de Evangelisch Lutherse gemeente van Groningen.
Heinrich Hermann Freytag trouwde op 6 oktober 1793[6] met Hiskia Hornemann (Leer, 1765 – Groningen, 1817). Zij was de weduwe van de kastelein Friedrich Andreas Wustenhöffer (?-1792[7]). Wustenhöffer en Freytag kenden elkaar van de Lutherse kerk in Groningen.[8]
Van de negen kinderen van Freytag en Hornemann bereikten er vijf de volwassen leeftijd. Twee van hen, Herman Eberhard Freytag (1796-1869) en Barthold Joachim Freytag (1799-1829), kwamen in de orgelmakerij terecht.
Er zijn met zekerheid vijf werknemers van Freytag en Snitger te traceren in de archieven: Matthias Martin (1760-1826), J. H. Klambeck, 'Paul' en 'Daniel'. J. W. Timpe (1770-1837) werkte vanaf 1806 bij Freytag, nadat hij de overstap had gemaakt vanaf de firma Lohman.
Freytag stierf op 14 april 1811 en werd op 19 april begraven in de Lutherse kerk van Groningen. Zijn weduwe Hiskia Hornemann zette het bedrijf daarna voort[2] met haar knechten. Herman Eberhard Freytag en Barthold Joachim Freytag namen het bedrijf in 1817 over. Zij hielden zich voornamelijk bezig met onderhoudswerk en kleinere projecten.
Orgels
Van de orgels in de volgende kerken is bekend dat Freytag ze heeft gebouwd (nieuwbouw en ombouw). In sommige gevallen staat tussen haakjes aangegeven dat hij dit in samenwerking met diegene heeft gedaan:
- Anloo (omstreeks 1800) – Hervormde Kerk (kabinetorgel, H. H. Freytag. Gebouwd voor onbekende opdrachtgever)
- Appingedam (1810-1811) – Nicolaïkerk (reparatie, H. H. Freytag)
- Bellingwolde (1796-1798) – Magnuskerk (nieuwbouw, H. H. Freytag en F. C. Snitger)
- Bierum (1790-1791) – Sebastiaankerk (nieuwbouw, H. H. Freytag en F. C. Snitger)
- Bolsward (1805) – Martinikerk (reparatie, H. H. Freytag)
- Bolsward (1810) – Doopsgezinde kerk (nieuwbouw, H.H. Freytag)
- Doesburg (1805) – Martinikerk (kabinetorgel, H.H. Freytag. Gebouwd voor onbekende opdrachtgever)
- Enkhuizen (1798-1799) – Zuiderkerk (nieuwbouw rugwerk, ombouw hoofdwerk, H. H. Freytag)
- Ezinge (1793) – Kerk van Ezinge (plaatsing oud orgel, H. H. Freytag en F. C. Snitger)
- Finsterwolde (1806-1808) – Hervormde Kerk (nieuwbouw, H. H. Freytag)
- Godlinze (1785-1786) – Pancratiuskerk (verbouw, H. H. Freytag en F. C. Snitger)
- Groningen (1785) – Doopsgezinde kerk (nieuwbouw, H. H. Freytag en F. C. Snitger)
- Groningen (1793) – Martinikerk (reparatie, H. H. Freytag en F. C. Snitger)
- Kampen (1788-1789) – Bovenkerk (uitbreiding met pedaal en borstwerk, H. H. Freytag en F. C. Snitger)
- Lellens (omstreeks 1800) – Hervormde Kerk (kabinetorgel, H. H. Freytag. Gebouwd voor onbekende opdrachtgever)
- Loppersum (1803) – Petrus en Pauluskerk (ombouw, H.H. Freytag)
- Noordbroek (1806-1808) – Hervormde Kerk (ombouw, H. H. Freytag)
- Noordwolde (1802) – Hervormde Kerk (ombouw, H. H. Freytag)
- Oostwold (1809-1811) – Hervormde Kerk (nieuwbouw, H. H. Freytag, na diens dood voltooid o.l.v. Matthias Martin)
- Roden (1794) – Catharinakerk (reparatie, H. H. Freytag en F. C. Snitger)
- Rotterdam (1805-1810) – Grote of Sint-Laurenskerk (ombouw, H. H. Freytag)
- Rotterdam (1808) – Oosterkerk (reparatie, H. H. Freytag)
- Sappemeer (1791) – Doopsgezinde kerk (plaatsing bestaand kabinetorgel, H. H. Freytag en F. C. Snitger)
- Vollenhove (1807-1808) – Grote kerk (ombouw, H. H. Freytag)
- Warffum (1810-1812) – Hervormde Kerk (nieuwbouw, H. H. Freytag, na diens dood voltooid o.l.v. J. W. Timpe)
- Zuidbroek (1792-1795) – Petruskerk (nieuwbouw, H. H. Freytag en F. C. Snitger)
- Zuidhorn (1792-1793) – Hervormde Kerk (nieuwbouw, H. H. Freytag en F. C. Snitger)
- Zwolle (1787 en 1805) – Grote of Sint Michaëlskerk (reparatie, H. H. Freytag en F. C. Snitger /reparatie, H.H. Freytag)
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- Dr. Arend Jan Gierveld, Het Nederlandse huisorgel in de 17de en 18de eeuw, 1977
- Jan Jongepier, Het orgel, 1990
- Drs. L. B. Smit, Frans Casper Snitger en Heinrich Hermann Freytag en de (Noord-)Nederlandse markt voor kerkorgels rond 1800 (doctoraalscriptie RuG 2003)
Noten
- º Aangegeven lijken, Kerkelijke gemeente Groningen: overlijdensinschrijving
- ↑ 2,0 2,1 Gazette de Groningue (= Groninger Courant) d.d. 16 april 1811 overlijdensbericht, tevens aankondiging dat het bedrijf werd voortgezet door zijn vrouw
- º Freytag deelde zijn compagnonschap met Snitger onder meer mee in de plaatselijke Groninger Courant [1]
- º Eind 1805 zag hij zich genoodzaakt om een advertentie te plaatsen, waarin hij meedeelde, ondanks zijn opdrachten in Rotterdam, niet van plan te zijn uit Groningen te verhuizen, zoals een concurrent zou hebben beweerd (bron: Groninger courant d.d. 24 december 1805 overlijdensinschrijving)
- º Gierveld (1977:123) vermeldt dat hij in 1794 lid werd van het herbergiersgilde, dat hij getrouwd was met de weduwe van een gildebroeder en dat hij woonde aan de Grote Markt in de Droeve (=de Druif).
- º Ondertrouwboek Groningen 1792-1798 huwelijksinschrijving
- º Breukdodenboek, Kerkelijke gemeente Groningen: [2]
- º Beiden vervulden kerkelijke ambten, ook Wustenhöffer was ouderling van de Evangelisch Lutherse Gemeente van Groningen [3]