Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Geschiedenis van de Vikingen
De geschiedenis van de Vikingen behandelt de oorsprong, de plunder- en veroveringstochten en kolonisatie van grote delen van Europa en omgeving door de vikingen. Deze waren als plunderaars en overvallers tussen grofweg de jaren 789 en 1100 de schrik van Europa en omstreken.
Oorsprong
De Vikingen behoorden tot de Noormannen, een noordelijke tak van de Germanen en woonden oorspronkelijk in het noordelijke Scandinavië. Hun godsdienst, dagelijkse leven, cultuur en mythologie kwamen grotendeels met die van de overige Germanen van Europa overeen. De Germanen die in de meer zuidelijke gebieden van Europa woonden waren echter inmiddels grotendeels christelijk geworden en ze hadden veel cultuur overgenomen van de voormalige 'Romeinen' van het tijdens de Grote Volksverhuizing (5de eeuw) door hen veroverde West-Romeinse Rijk.
De vroege middeleeuwen
De Vikingen zijn bij ons vooral bekend als plunderende krijgers, door hun tijdgenoten de 'plaag uit het Noorden' genoemd, maar dat is een onvolledig beeld. Naast krijgers die inderdaad plunderden, verkrachtten en moordden waren ze tevens ontdekkingsreizigers, kolonisten, ambachtslieden, handelaars en scheepsbouwers. De Vikingen werden voor het eerst in 789 gesignaleerd en begonnen hun rooftochten in 793 met de plundering van het klooster op het eiland Lindisfarne, voor de noordoostelijke kust van Engeland, ter hoogte van het huidige Berwick-upon-Tweed.[1] In de veroveringstochten van de Vikingen kan men twee periodes onderscheiden. Van 789-840 ging het om plundertochten waarbij een gebied dat werd aangevallen even snel weer verlaten werd. Kloosters waren door de aanwezige kostbaarheden geliefde doelwitten. Maar vanaf 840 zouden ze meer gestructureerd te werk zijn gegaan, onder andere door kampen op te richten. Hier was dan eerder sprake van kolonisatie.
Voorgeschiedenis
Wat er vóór 793 gebeurde is van belang: het betreft het meedogenloos beleid van Karel de Grote in drie aspecten: de Saksenoorlogen, zijn religieuze intolerantie en zijn monetaire hervorming.
- De Saksenoorlog. Widukind, de Saksische leider, had nauwe banden met de Denen. Twee gruweldaden van deze oorlog zijn: het Bloedbad van Verden en de massale deportaties (zie Danevirke en Abodriten).
- Religieuze intolerantie. Evenals de Saksen hingen de Vikingen enorm aan hun eigen cultus (Noordse mythologie) en waren ze niet van plan zich zo maar te laten kerstenen.
- Munthervorming. Sinds de Islamitische veroveringen was het goud in Europa zeldzaam geworden, hetgeen Karel de Grote verplichtte van de gouden standaard over te stappen naar de zilveren standaard. De Vikingen hadden echter al vlug door dat het goud zich in de kerken en kloosters bevond.
Door overbevolking en voedseltekorten begonnen de Vikingen andere gebieden te zoeken en dat ging gepaard met plunderingen en veroveringen in de 9e eeuw. Een andere belangrijke reden voor de rooftochten was het feit dat bij de Vikingen de oudste zoon de enige erfgenaam was, die alle bezittingen van zijn vader overnam. Zodoende was er een groot overschot aan jonge mannen die een andere bron van inkomsten moesten zoeken. Vaak sloten deze zich dan aan bij de jaarlijkse handels- annex plundertochten naar het welvarende zuiden. De kolonisatiepogingen en rooftochten richtten zich op verschillende gebieden. Globaal kan gezegd worden dat de Vikingen uit het huidige Denemarken, Noorwegen en Zweden respectievelijk zuidwaarts, westwaarts en oostwaarts actief waren.
De Deense Vikingen
De Deense Vikingen teisterden het vasteland van West-Europa met hun plundertochten. Een groot deel van Engeland kwam in hun macht, dit gebied werd de Danelaw genoemd. Het Franse Normandië heeft zijn naam aan de Deense Noormannen te danken en de invloed van de Vikingen strekte zich zelfs uit tot grote delen van de Middellandse Zee. Aanvankelijk leek het alsof niemand de Vikingen kon weerstaan. Dit kwam vooral door het verrassingseffect van de invallen en door de snelheid waarmee ze werden uitgevoerd.
Een in kerkelijke bronnen beschreven geval van meermalige plunderingen door de Vikingen was Dorestad - vlak bij het huidige Wijk bij Duurstede - een havenplaats aan de Rijn in Nederland. Dorestad zou daarin vanaf 834 tot 863 meermaals geplunderd zijn. Tot 839 gebeurde dit jaarlijks op aandringen van Lotharius I, om druk uit te oefenen op zijn vader Lodewijk de Vrome. De in 826 tot het christendom bekeerde clan van Klakk-Haraldr Halfdansson en zijn neven Haraldr junior en Hroerekr (Rorik) speelde daarbij een rol.[2] Door de opmars van de Franken in Saksisch gebied voelden de Deense koning Siegfried zich bedreigd.[3] Het leidde tot een broedertwist onder Siegfrieds zonen Halfdan, die de Franken vriendelijk gezind was en Godfried. Door het onveilig maken van doorvoerroutes en het platbranden van Dorestad stagneerde de toevoer van goederen naar de Frankische kerngebieden. Vader en zoon verzoenden zich in 839. De Denen waren er medeverantwoordelijk voor dat in 843 Lotharius geheel Frisia ten noorden van de Schelde kon opnemen in zijn Midden-Francië.
Een andere bron meldde in het jaar 857 de plundering en verwoesting van Meginhardeswich, later bekend als Meinerswijk bij Arnhem.[bron?] In 885 sloegen de Vikingen onder aanvoering van Siegfried het Beleg van Parijs (885-886). Keizer Karel de Dikke gaf hen in 886 een vrije aftocht. In 885 werd Godfried de Noorman, de Vikingenleider en hertog van Friese kustgebieden, in opdracht van Karel de Dikke vermoord. Godfried had gebied van Rorek overgenomen, die ook als Friese hertog aangesteld geweest was. Daarmee kwam er een einde aan het tijdperk van Deense heersers in de Lage Landen, die in 827 met de komst van Harald Klak naar Oost-Frisia was begonnen.
Na verloop van tijd ontwikkelden de 'slachtoffers' van de Vikingen een betere verdediging tegen de aanvallen. Dat kwam door een betere organisatie en doordat men begon met het bouwen van verdedigingswerken zoals versterkte burchten die door aanvallers bijna niet in te nemen waren. In 871 versloeg Alfred de Grote de Vikingen in de Slag bij Ashdown. In 881 verloren de Vikingen de Slag bij Saucourt-en-Vimeu tegen Lodewijk III van Frankrijk, bezongen in het Ludwigslied. In 891 versloeg Arnulf van Karinthië de Vikingen in de Slag bij Leuven, ook 'Slag aan de Dijle' genoemd. Dit was een kantelpunt in de Frankische opstelling. Daarvóór was een bovenmenselijke slagkracht aan de Noormannen toegeschreven. Een laatste strooptocht werd vanuit Leuven in oostelijke richting ondernomen, waarna men naar Engeland trok. De Vikingen kregen steeds meer nederlagen te verduren en nadat Karel de Eenvoudige aan Rollo in 911 met het verdrag van Saint-Clair-sur-Epte een gebied in Neustrië aan de monding van de Seine rond Rouen gaf (het huidige Normandië), werd met de Vikingen definitieve vrede bereikt in Vlaanderen.[bron?] Ragnvald kreeg de streek rond Nantes overgedragen.
Hendrik de Vogelaar viel Denemarken binnen in 934 en onderwierp koning Knut, de heerser van Hedeby, die de Friese kusten zou hebben aangevallen. De koning en zijn gevolg werden met de wapenen tot het christendom gedwongen. In 937 verloren de Vikingen de Slag bij Brunanburh van Athelstan van Engeland. Met de Deense koning Harald Blauwtand en zijn zoon Svein Gaffelbaard kwamen er weer militaire successen in Engeland. Politieke ballingen plunderden de West-Europese kusten. Stavoren werd in 991 aangevallen en de Elbe- en Wezermondingen in 994. Eind 10e eeuw zouden, volgens de biografie over de heilige Walfried en zijn zoon Radfried, de Groninger Ommelanden zijn aangevallen, waarbij de Groningse bevolking werd uitgemoord en de Sint-Maartenskerk in de as gelegd. Nadat Svein de Deense troon heroverde op de Zweden en zijn volgelingen de Engelse kusten bleven aanvallen, organiseerde de Angelsakisische koning Aethelred in 1002 een 'bijltjesdag', waarbij alle Denen, die in Engeland gepakt konden worden, werden afgeslacht. Ook de zuster van Svein Gaffelbaard, Gunnhild, kwam daarbij om het leven en de Deense koning mobiliseerde zijn leger. In 1006 arriveerde zijn vloot in Kent en in 1009 opnieuw onder Thorkel de Lange. De Deense vloot voer over de binnenwateren door de Lage Landen. De strijd leidde tot de Deense hegemonie in Engeland. Na 1009 kwamen er geen Noormannen meer: hun thuislanden kwamen onder invloed van het Europese vasteland en het christendom en werden feodale mogendheden. De Noormannenperiode was voorbij.
De Noorse Vikingen
De Noorse Vikingen voeren naar het westen en koloniseerden IJsland en Groenland. Rond het jaar 1000 werd zelfs de oostkust van het huidige Canada ontdekt en verkend door Leif Eriksson, de zoon van Erik de Rode. In het pas ontdekte gebied, wat in de legenden Vinland werd genoemd, werd een kleine kolonie gesticht, die echter al snel verlaten werd doordat de Vikingen te veel weerstand van de plaatselijke "Skraelingen" indianenstammen ondervonden. Een Vikingnederzetting is inderdaad teruggevonden bij het Canadese plaatsje L'Anse aux Meadows op Newfoundland - hoewel er ook theorieën zijn die de 'vinlandkolonie' in New England zoeken. Hoewel er dus geen blijvende vestiging van de Vikingen is geweest, werden er later wel regelmatig expedities naar Canada georganiseerd om Groenland, dat dichter bij Canada ligt dan bij Europa, van goed timmerhout te voorzien.
Groenland bleef ongeveer 420 jaar bewoond (van 985 tot ongeveer 1408), maar het kouder wordende klimaat (het begin van de Kleine ijstijd valt ongeveer samen met de ondergang van de Groenlandse kolonie), hongersnood en ten slotte vijandigheden van de Inuit (voor een groot deel door de Vikingen veroorzaakt) deden deze kolonie uiteindelijk de das om. Pas in 1721 werd Groenland weer permanent door Deense kolonisten bewoond. IJsland kreeg al snel te maken met milieuproblemen, zoals ontbossing en bodemerosie en kampte in zijn geschiedenis regelmatig met hongersnood. De kolonie werd echter gered door haar ligging nabij Noorwegen (een tweetal dagen varen met een Vikingschip), een verstandig milieubeleid (zoals het voorkomen van overbegrazing, het fokken van zuinigere schapen in de plaats van 'gulzige' koeien en varkens) en het opbouwen van een eigen vissersvloot.
Aan het einde van de 10e eeuw, beschreven in de Heimskringla, stroopte de Noorse balling Olaf Tryggvason de Noordzeekusten af, soms bijgestaan door de Deense koning Sven Gaffelbaard.
De Zweedse Vikingen
De Zweedse Vikingen richtten hun aandacht aanvankelijk op de Baltische gebieden, maar later trokken zij steeds dieper Rusland in, waar ze belangrijke nederzettingen stichtten zoals Staraja Ladoga en Novgorod. Ze gebruikten de Russische rivieren als verkeersaders naar de Zwarte Zee en vervolgens het rijke Constantinopel (de hoofdstad van het Byzantijnse Rijk), en verder naar het Midden-Oosten. Zelfs de Kaspische Zee werd via de Wolga aangedaan door Vikingen die handelden met (of plunderden bij) de aanliggende volkeren.
De Zweedse Vikingen hebben tevens een cruciale rol gespeeld bij het ontstaan van Rusland. Aan het begin van de Vikingtijd bouwden ze de stad Kiev op tot een rijke welvarende handelsstad. Dit werd de hoofdstad van een groot land genaamd: Kiev Rusland. Kiev Rusland spreidde zich uit van de noordkust van de Zwarte Zee tot aan het koude Karelië in het noorden. Naast Kiev was ook Novgorod een voorname stad. De Vikingen waren de stichters van de Rurikdynastie die nog tot aan het begin van de Vroegmoderne Tijd aan de macht zou blijven. Door interne strijd tussen de kleine vorstendommen die ontstonden (Kiev Rusland had een systeem dat leek op het West-Europese feodalisme) scheurde het land uiteen in tientallen onafhankelijke vorstendommen als Novgorod, Pskov, Kiev, Vladimir-Soezdal, Wolhine en Galicië.
Mythe
Veel mensen denken aan helmen met hoorns als ze de term Viking horen. Dit is echter historisch niet correct. In de 19e eeuw vonden archeologen vaak holle hoorns naast helmen in graven van Vikingen. Lange tijd geloofde men dat de hoorns oorspronkelijk vastzaten aan de helm. Dit beeld verspreidde zich gedurende de 19e eeuw door de gehele wereld. Daarna bewezen archeologen dat de hoorns gewoon een functie hadden als drinkbeker, een drinkhoorn, en bijgevolg niets met de helm te maken hadden.
Hoge en late middeleeuwen
Kerstening van Scandinavië |
Tussen 1000 en 1100 werd Scandinavië bezocht door christelijke predikers. Daarmee werden ook de Vikingen geleidelijk bekeerd tot het christendom en verdween de 'plaag uit het Noorden'. Hun directe nakomelingen zijn de huidige Denen, IJslanders, Noren en Zweden. Ook een gedeelte van de bewoners van de door hen gekoloniseerde gebieden mag de Vikingen tot hun voorouders rekenen zoals diverse DNA onderzoeken onder de bevolking van Groot Brittannië (Engeland, Orkney, Schotland, Shetland, ...) en Ierland hebben aangetoond[4].
Literatuur
- L.v.d.Tuuk (2015), Vikingen, Uitgeverij Omniboek, Utrecht, 2017, pp. 215-234
Bronnen, noten en/of referenties
J.C. Besteman, Scandinavisch gewichtsgeld in Nederland in de Vikingperiode, in E.H.P. Cordfunke - H. Sarfatij (edd.), Van Solidus tot Euro: geld in Nederland in economisch-historisch en politiek perspectief, Hilversum, 2005, pp. 34-35.
|