Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Heimskringla

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Heimskringla is de Oudnoordse naam voor een verzameling van Noorse koningssaga’s die rond 1225 door de IJslandse skald (dichter en geschiedschrijver) Snorri Sturluson zijn opgeschreven.

Beschrijving

De Heimskringla (’wereldring’) is een mengeling van Noorse mythologie en geschiedschrijving. De naam werd voor het eerst gebruikt in de 17e eeuw en is afgeleid van de eerste woorden van het manuscript, kringla heimsins (’kring/cirkel van de aarde’). Het werk omvat de geschiedenis van de koningen van Noorwegen en Zweden vanaf het mythische begin van de eerste koningsdynastie (het geslacht Ynglinge) tot de koningsperiode van de Noorse koning Magnus V (Erlingsson) tot 1184.

De eerste van de 16 saga’s, gebaseerd op de 9e-eeuwse Ynglingatal, verhaalt hoe de Noorse goden Odin en Freya (in de Heimskringla als gewone mensen beschreven) de dynastie van de Ynglinge (’zonen van Freya’) stichtten in Uppsala in Zweden.

De resterende saga’s volgen de levensloop van de Ynglinge-koningen van Noorwegen vanaf de 9e eeuw, beginnend met Halfdan Svarte, een lokale koning die heerste over een gebied in het zuidoosten van Noorwegen en de vader was van Harald Hårfagre (Harald Mooihaar), de eerste koning die heel Noorwegen onder zijn heerschappij verzamelde.

De saga van Olaf II (St. Olaf) is de langste van de saga’s, hoewel hij maar zo’n 15 jaar op de troon zat. Zijn saga beslaat een derde van de gehele Heimskringla.

Manuscripten

Het werk is anoniem overgeleverd, maar er zijn goede redenen om aan te nemen dat Snorri Sturluson de auteur was. Zijn oorspronkelijke handschrift is verloren gegaan, maar een afschrift uit ca. 1260 bleef eeuwenlang bewaard. Het was geschreven op fijn perkament (velijn). Het manuscript werd al vroeg overgebracht van IJsland naar Bergen en vandaar eind 16e eeuw naar de Koninklijke Bibliotheek van Kopenhagen. In de zeventiende eeuw werden er door de IJslanders Jon Eggertson (1682) en Asgeir Jonsson handgeschreven kopieën van gemaakt, terwijl er in 1633 voor het eerst een complete vertaling in het Noors en Deens was uitgegeven, die enkele decennia eerder was vervaardigd door de predikant Peder Claussøn Friis op last van de gouverneur-generaal van Noorwegen.

De historicus Johan Peringskiold vertaalde het boek voor het eerst in het Zweeds en het Latijn, op verzoek van koning Karel XI van Zweden. Deze vertaling, met de Oudnoorse grondtekst, verscheen in druk in 1697. Peringskiold was waarschijnlijk de eerste die het epos ’Heimskringla’ noemde.[1]

In 1728 ging het manuscript uit 1260 verloren bij een brand die een groot deel van Kopenhagen in de as legde. Er is slechts één blad van bewaard gebleven, dat Jon Eggertson, die in Zweedse dienst was, had meegenomen naar Stockholm. Dit blad werd door koning Karel XVI Gustaaf tijdens een staatsbezoek in 1975 weer aan IJsland geschonken en is nu in de Nationale Bibliotheek te Reykjavik. De overgebleven pagina, die een deel van de saga van St. Olaf bevat, staat gecatalogiseerd als Lbs fragm 82.

Inhoud

De Heimskringla bevat de volgende saga’s:

  1. De saga van de Ynglinge
  2. De saga van Halfdan Svarte (Halfdan de Zwarte)
  3. De saga van Harald Hårfagre (Harald Mooihaar), gestorven 933
  4. De saga van Håkon den Gode (Haakon de Goede), gestorven in 961
  5. De saga van Harald Gråfell (Harald Grijsmantel), gestorven in 969
  6. De saga van Olaf Tryggvason, gestorven in 1000
  7. De saga van Olaf II (St. Olaf), gestorven in 1030
  8. De saga van Magnus den Gode (Magnus de Goede), gestorven in 1047
  9. De saga van Harald Hardråde (Harald de Harde Regent), gestorven in 1066
  10. De saga van Olaf Kyrre (Olaf de Vreedzame), gestorven in 1093
  11. De saga van Magnus Barfot (Magnus Barrevoets), gestorven in 1103
  12. De saga van Sigurd Jorsalfar (Sigurd de Jerusalemvaarder), gestorven in 1130, en zijn broers
  13. De saga van Magnus Blindi (Magnus de Blinde), van de troon gestoten in 1135, en Harald Gille, gestorven in 1136
  14. De saga van de zonen van Harald: Sigurd, gestorven in 1155, Øystein, gestorven in 1157 en Inge, gestorven in 1161
  15. De saga van Håkon Herdibreid (Haakon de Breedgeschouderde), gestorven in 1162
  16. De saga van Magnus Erlingson, gestorven in 1184

De inhoud is opgebouwd op basis van vroegere sageliteratuur, waarvan sommige kopieën nog bewaard zijn gebleven. Dit biedt mogelijkheden om de inspanningen van de auteur als historicus en stylist te beoordelen. De auteur zet in een voorwoord zijn kritische ppricnipes uiteen en licht toe dat skald-gedichten zijn meest betrouwbare bronnen zijn. Hij onderdrukt graag bovennatuurlijke verklaringen ten gunste van een rationele interpretatie, probeert tussen aparte elementen een ​​verband te leggen dat overtuigend lijkt, ook al is het gedeeltelijk verzonnen.

De naam is afgeleid van de eerste woorden in de Ynglingesaga: „Kringla heimsland”, „kring der aarde”, naar het Latijnse „orbis terrarum”.

Literatuur

  • Over de noordse goden – Verhalen uit Edda en Heimskringla. Door Snorri Sturluson. Nederlandse vertaling door P. Vermeyden, Uitgeverij Meulenhoff, 1983. ISBN 90 290 1901 8

Weblinks

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Heimskringla op Wikimedia Commons

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Uit de inleiding van Snorri Sturluson (p. xvi e.v.): Heimskringla or the Lives of The Norse Kings. Edited with notes by Erling Monsen and translated into English with the assistance of A. H. Smith. Cambridge, University Press, 1932.
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow