Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Driekoningen

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Epifanie)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Driekoningen, Epifanie of Openbaring van de Heer (Solemnitas Epiphaniae Domini in het Latijn) is een christelijke feestdag die elk jaar op 6 januari wordt gevierd en waarop men de Bijbelse gebeurtenis (Matteüs 2:1-18) herdenkt van de wijzen uit het oosten die een opgaande ster zagen en daarop de koning der Joden gingen zoeken. Ze kwamen in Bethlehem en vonden daar Jezus, de pasgeboren koning der Joden. Waarschijnlijk wordt hier gezinspeeld op het visioen van Bileam, de ziener in Moab die een ster uit Jacob zag opkomen (Numeri 24:17).

De drie wijzen kregen namen. In het Grieks waren dat Apellius, Amerius en Damascus, in het Hebreeuws Galgalat, Malgalat en Sarathin, maar ze zijn bekend geworden onder hun gelatiniseerde Perzische namen Caspar, Melchior en Balthasar. Ze zouden respectievelijk 20, 40 en 60 jaar oud zijn geweest; getallen die de levenstijdperken van de volwassene symboliseren.

In de katholieke liturgie in België en Nederland wordt het hoogfeest van de Openbaring van de Heer op de eerste zondag na 1 januari gevierd. In veel Zuid-Europese landen is Driekoningen een vrije dag en wordt Driekoningen op de dag zelf gevierd. De Openbaring van de Heer is het eerste van drie feesten, samen met de doop van de Heer en de opdracht van de Heer in de tempel (2 februari), die thuishoren in de kerstcyclus, de tijd van Jezus’ kindertijd en jonge jaren.

Oorsprong

Het feest ontstond in de vierde eeuw in het oosters christendom en was oorspronkelijk bedoeld om de verschijning van de vleesgeworden Zoon van God op aarde te vieren (ἐπιφάνεια, epiphaneia is Grieks voor ’verschijning’). Daarbij werden de tekenen van Jezus’ goddelijkheid herdacht: de geboorte uit de maagd Maria, het bezoek en de aanbidding door de wijzen uit het oosten, gebeurtenissen uit Jezus’ jeugd en de doop van Jezus door Johannes de Doper.

De oudst bekende literaire verwijzing naar het feest komt voor bij Clemens van Alexandrië (ca. 150 - ca. 215) in zijn werk Stromateis. Hij beschrijft dan een aantal gewoonten van volgelingen van Basilides. Deze zouden het feest van het doopsel van Jezus vieren. Zij zeggen dat dit plaatsvond in het 15e jaar van de keizer Tiberius, op de 15e van de maand Tybi; anderen zeggen dat dit gebeurde op de 11e van dezelfde maand. De 11e van de maand Tybi is het equivalent van 6 januari in de juliaanse kalender.

De Kerk van de Latijnse ritus vierde de geboorte van Jezus echter steeds op 25 december. Met de overname van het feest van de epifanie op 6 januari door de Latijnse Kerk werd daarom alleen de aanbidding der wijzen herdacht, waarmee de bekendmaking van Christus aan de wereld wordt gevierd.

In de volgende Europese landen is het een officiële feestdag: Andorra, Cyprus, Duitsland (enkele deelstaten), Finland, Griekenland, Italië, Kroatië, Liechtenstein, Oostenrijk, Polen, Slovakije, Spanje, Zweden en Zwitserland (enkele kantons).[1] In de landen waar het geen vrije dag is, wordt het meestal de zondag het dichtst tegen 6 januari gevierd.

Van wijzen tot drie koningen

Matteüs 2:1-18 vertelt van de wijzen (μαγοι) die het Kerstkind kwamen bezoeken, maar hun aantal wordt niet genoemd. In de latere kerstverhalen (reeds bij Origenes in de 3e eeuw) zijn er drie van gemaakt, wellicht omdat de wijzen drie geschenken aan­bie­den: goud, wierook en mirre (zie ook Goud, wierook en mirre). De Nieuwe Bijbelvertaling spreekt van magiërs in plaats van wijzen.

De wijzen (mogelijk betreft het hier Perzisch-Babylonische astronomen, astrologen en natuurwetenschappers[bron?]) zijn in de volksverhalen en bij Tertullianus koningen geworden omdat de tekst van Matteüs doet denken aan Jesaja 60:3,6: „Volkeren komen naar uw licht, konin­gen naar de glans van uw dageraad. ... Een vloed van kamelen zal u over­dek­ken, dromedarissen van Midjan en Efa; alle bewoners komen uit Seba, met goud en wierook beladen.” Onder invloed van deze tekst (en van Psalm 72:10) zijn de wijzen koningen geworden, die reisden per kameel.

Op de oudste voorstellingen zijn ze nog vaak wijzen/magïers. Bijvoorbeeld op een sarcofaag uit de 4e eeuw. In de Basiliek van Sant'Apollinare Nuovo in Ravenna is ook een van de oudste afbeeldingen van de drie wijzen/koningen te vinden (mozaïek uit de 6e eeuw). Hier staan de drie met de namen Caspar, Melchior en Balthasar afgebeeld, hoewel deze namen een latere toevoeging zijn uit minimaal de 8e eeuw. Ze zijn in beide voorstellingen wijzen of magïers, herkenbaar aan hun Frygische mutsen en kamelen (op de sarcofaag). In de protestantse versie van het kerstlied Nu zijt wellekome wordt ook van wijzen gesproken. Vanaf de 9e en 10e eeuw zien we ze in de kunst vaker verschijnen als koningen. Deze koningen werden daarmee een metafoor voor het idee dat heersers van alle volken zich onderwierpen aan Jezus en het christendom.

Tradities

Huiszegen (Christus Mansionem Benedicat)

Driekoningen was vroeger – net zoals Pasen – traditioneel een doopdag. Ter herinnering aan de doop vindt met Driekoningen de wijding van het water plaats. Die dag wordt er ook krijt gezegend door de priester, volgens appendix 6 van de Romeinse ritus. Met het wijwater kunnen huizen worden gezegend. Bij deze huiszegen schrijft men in vele landen met het gezegende krijt de letters ’C+M+B’ op de deur, waarbij men hoopt alle kwaad op afstand te kunnen houden. Dit blijft dan tot Pinksteren (of langer) op of naast de deur staan.

De letters staan voor de Latijnse zegenspreuk „Christus Mansionem Benedicat”, dat betekent „Christus zegene dit huis”. De letters verwijzen ook naar de initialen van Caspar, Melchior en Balthasar, de drie wijzen uit het oosten, die mede achtergrond geven aan dit gebruik. Zij zijn de eerste niet-Joden (’heidenen’) aan wie Christus zich heeft geopenbaard. De gebruikelijke vorm is xx+C+M+B+yy, waarin voor ’xx’ de eerste twee cijfers van het jaartal worden ingevuld en voor ’yy’ de laatste twee cijfers. In 2024 staat er dan bijvoorbeeld: ’20+C+M+B+24’. De ’+’ staat voor een kruisteken.

In Nederland worden met Driekoningen door parochies vaak langwerpige kaarten uitgedeeld met deze letters erop (ter grootte van een derde van een A4’tje), die vervolgens in de hal of de huiskamer worden opgehangen.

Driekoningenwater

Het wijwater dat wordt gewijd tijdens de vigilie op de avond voor Driekoningen wordt driekoningenwater genoemd. Het wordt gezien als het meest krachtige wijwater. In Midden- en Oost-Europa wordt het gebruikt om alle ziekten te weren voor mens en dier, en om duivelse invloeden te neutraliseren.

In de buitengewone Latijnse ritus van de Katholieke Kerk is de liturgie als volgt opgebouwd: na de Litanie van alle Heiligen bidt de priester de overwinningspsalmen 28, 45 en 146. Vervolgens het zogenaamde Exorcisme van de Heilige Michael en dan een Benedictus en een Magnificat. Na verdere zegeningen van zout en water wordt de wijding besloten met een Te Deum.

Gebruiken in verschillende landen

Driekoningen wordt zowel door protestanten als katholieken gevierd. Willem Barentsz vierde het tijdens de overwintering op Nova Zembla.

Nederland

Kinderen lopen de avond voor Driekoningen in groepjes van drie verkleed met een kroon langs de deuren; een van hen heeft een zwart gemaakt gezicht. Ze dragen daarbij lampionnen en zingen. Een bekend liedje luidt:

Drie koooningen, drie koooningen,
geef mij nen nieuwen (h)oed.
Mijnen ouwen is verslee-eeten,
mijn moeder mag ’t nie wee-eeten.
Mijn vader heeft het geld,
op de toonbank neergeteld.
Oorspronkelijk luidde de laatste zin „op de [russel] rooster geteld”. Op de rooster tellen betekent hier: geen geld hebben of geen kunnen bijhouden.[2] Deze versie wordt in Vlaanderen nog altijd gezongen.
De laatste twee regels luiden ook wel: ’Mijn vader heeft geen geld, is dat niet slecht gesteld?’

Als beloning voor het zingen krijgen ze eten, snoepgoed en geld.

In huis werd Driekoningen met eten, drank en gezang gevierd. Jan Steen heeft dit weergegeven in het schilderij Het Driekoningenfeest. Bekend is het koningsbrood of de koningentaart die men bakt; er wordt een bruine boon of muntstuk in verstopt en degene die hem vindt is die dag ’koning(in)’. Een gebruik is dat degene die de koning is, die dag de baas in huis mag zijn.

Ook kende men de koningsbrief, zowel in huiselijke kring als op een groot officieel feest. Men kon in een ton papiertjes grabbelen en degene die de koningsbrief trok, werd door iedereen getrakteerd en was de baas. Tevens werden er brieven getrokken voor de functie van raadsheer, rentmeester, secretaris, zanger, speelman, kok, portier, schenker en zot en zottin. Volgens een legende hoorde koning Frans I van Frankrijk in 1521 voor het eerst over zo’n koningsbrief, hij verklaarde de ’koning’ de oorlog en ging erheen, maar werd ontvangen met sneeuwballen, appels en eieren. Een dronken man gooide zelfs met een stuk brandend hout, maar koning Frans zag in hoe hij zich voor gek had gezet en weigerde de man te vervolgen.

Vroeger was het een gebruik om de kerstboom te laten staan tot Driekoningen. Volgens de overlevering zou het weghalen van de boom vóór Driekoningen, ongeluk brengen. Tegenwoordig worden de meeste kerstbomen echter al voor Driekoningen afgetuigd.[3] Vroeger was het ook een gebruik om de figuurtjes van Driekoningen niet meteen in de kerststal te zetten, maar pas op 6 januari, met Driekoningen. De figuurtjes werden elke dag een stapje dichter naar de kerststal gezet, ze waren immers nog ’onderweg’ en zouden pas op 6 januari de stal bereiken.[4][5]

Bij kerken of in het kerkportaal werd rond Driekoningen een toneelstuk opgevoerd met Maria, Jozef, het kindje Jezus, de ezel, de os, In Maastricht (georganiseerd door de parochie van Onze Lieve Vrouw Sterre der Zee) en ’s-Hertogenbosch (door stichting Driekoningen ’s-Hertogenbosch) trekken jaarlijks levende driekoningenstoeten door de binnenstad. Geheel gekostumeerd trekken de koningen op kamelen en paarden door de stad. In de stoet lopen ook herders met ezels en schapen en uiteraard Maria en Jozef met het kindje Jezus mee. Kinderen (al dan niet verkleed) worden uitgenodigd om met lampionnen mee te lopen. Afsluitend is er een dienst in de basiliek waarbij de Koningen hun gaven aanbieden aan het kindje Jezus en er traditionele Driekoningengezangen gezongen worden. In ’s-Hertogenbosch is hier in 2015 een nieuwe traditie aan toegevoegd; het vierde geschenk. Kinderen kunnen speelgoed dat er nog als nieuw uitziet meenemen, om te schenken aan kinderen die het minder breed hebben. Deze ’Vierde Geschenken’ worden verzameld in de Sint-Janskathedraal, op de Tafel der Heilige Geest vlak bij de kerststal.

In o.a. Enkhuizen kende men de driekoningenster. Een kwetsbaar object van papier en hout waar op Driekoningen mee langs de huizen werd gelopen. Met de ster op de stok zong de drager een lied en haalde hij kleine bedragen op. Het Zuiderzeemuseum bezit opnames van liederen, ooggetuigenverslagen, foto’s van de eigenaar in actie en twee sterren, waarvan er een in oude luister is hersteld.

Anno 2016 wordt de traditie van Driekoningen in Nederland als verloren gegaan beschouwd.[6] In Maastricht, ’s-Hertogenbosch, Tilburg en Lierop leeft de traditie echter nog voort. In 2012 is het Brabantse Driekoningzingen aan de Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland toegevoegd. De Heemkundekring Tilborch zet zich ervoor in het feest levend te houden. Volgens Ineke Strouken, directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur over Drie Koningen als immaterieel erfgoed: ’Het is dynamisch erfgoed dat ruimte moet krijgen om met de tijd mee te groeien en nieuwe betekenissen te krijgen.’[7]

België

Ook in Vlaanderen wordt Driekoningen in huis gevierd. Zo kent men er ook het driekoningenzingen, net als Nederland.

In Sint-Niklaas is een Driekoningenstraat. Elk jaar was er een grote Driekoningenstoet, waarin de Drie Koningen zelf als reus meeliepen. Tegenwoordig bestaat deze folkloristische stoet niet meer en zijn deze reuzen stadseigendom.

Driekoningen is bij veel gezinnen het moment om de kerstboom buiten de deur te zetten. Bekend is het koningsbrood of de koningentaart die men bakt; er wordt een bruine boon of muntstuk in verstopt en degene die hem vindt is die dag ’koning(in)’. Dit gebruik vindt ook in Frankrijk plaats.

Duitsland

In het Oudhoogduits heet Driekoningen ’Perthennacht’, naar een mythologisch Germaans wezen (Perchta), vooral in verband gebracht met licht (rond 6 januari beginnen de dagen te lengen).

Wijdverbreid in katholieke delen van Duitsland is het Sternsingen. Hierbij vertrekken groepjes van drie als koningen verklede kinderen, onder begeleiding van een oudere, langs de huizen en zingen een lied. Ze zegenen het huis en schrijven als teken daarvan met gewijd krijt de huiszegen op of naast de deur. De kinderen overhandigen ook een strook papier met deze spreuk en ontvangen snoep of fruit en zamelen geld in. Het ingezamelde geld is voor een goed doel. Deze inzamelingsactie wordt ondersteund door een landelijke organisatie en behoort wat betreft de opbrengst tot de grootste die in de katholieke gemeenten gedaan worden.

Volgens de legenden werden de gebeenten van de Magi in het jaar 1164 naar de stad Keulen gebracht. Later werden deze zogenaamde relikwieën van de Drie Koningen bewaard in een reliekschrijn in de dom van Keulen, waardoor Keulen een centrum werd van hun verering.

Italië

In Italië wordt op Driekoningen Befana gevierd.

Frankrijk

In Frankrijk wordt de Koningentaart gegeten tijdens Driekoningen. Dit wordt afgebeeld op het schilderij De koningentaart van Jean-Baptiste Greuze.

Spanje

In Spanje worden met Driekoningen vaak cadeautjes gegeven, omdat op deze dag de Koningen ook cadeaus aan het kindje Jezus gaven. Bij volwassenen wordt dit vaak gecombineerd met een klein grapje in de vorm van een cadeautje. De dag ervoor wordt in bijna alle plaatsen een driekoningenoptocht georganiseerd, vergelijkbaar met de intocht van Sinterklaas in de Lage Landen. De scholen zijn die dag gesloten en de bakkers bakken een speciaal gebak in de vorm van een ’o’ (de roscón de Reyes of rosca de Reyes, de ring van de Koningen).

(Weer)spreuken

  • Met Driekoningen lengt de dag zoveel een geitje springen mag.
  • Zet met Driekoningen ramen en deuren open, want wind met Driekoningen brengt zegen.
  • Als het op Dertiendag (13e dag na kerst = Driekoningen) vriest, vriest het zes/dertien weken lang.
  • Als Driekoningen is in het land, komt de vorst in ’t vaderland.
  • Met Driekoningen lengen de dagen zich een haneschreeuw. Bedoeld wordt de duur van de kraai van een haan.
  • Op Driekoningen zijn de dagen gelengd, gelijk een ruiter op z’n peerd sprengt.

Driekoningen in de beeldende kunst, muziek en literatuur

Zie ook

Literatuur

  • Hans Hofmann, Die Heiligen Drei Könige. Zur Heiligenverehrung im kirchlichen, gesellschaftlichen und politischen Leben des Mittelalters, 1975. ISBN 9783792803769
  • Sandra Billington, Mock Kings in Medieval Society and Renaissance Drama, 1991. ISBN 9780198119678
  • Richard C. Trexler, The Journey of the Magi. Meanings in History of a Christian Story, 1997. ISBN 9780691635071
  • Anke van Wagenberg-ter Hoeven, Het Driekoningenfeest. De uitbeelding van een populair thema in de beeldende kunst van de zeventiende eeuw, 1997. ISBN 9789070389550
  • Willy L. Braekman, Driekoningenavond: koningsbrieven, liederen en gedichten, in: Volkskunde, 1997, p. 1-40
  • Marc Jacobs, Driekoningen, in: Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed, 2008, p. 4-15
  • Paul Spapens, Driekoningenzingen. Van legende tot levend erfgoed, 2011. ISBN 9789079399369

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Driekoningen op Wikimedia Commons

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º https://de.wikipedia.org/wiki/Erscheinung_des_Herrn#Gesetzlicher_Feiertag
  2. º P. Spapens: Driekoningenzingen, blz. 76
  3. º Meeste kerstbomen al weg vóór Driekoningen, Algemeen Dagblad, 3 januari 2011
  4. º Lesbrief Driekoningen Immaterieel erfgoed
  5. º Lethargie in de kerststal NRC Handelsblad
  6. º ’Traditie Driekoningen is verloren gegaan’, NU.nl, 6 januari 2016
  7. º Trekt Drie Koningen nog bekijks?, De Volkskrant, 6 januari 2016
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow