Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Django Reinhardt

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Django Reinhardt & Stéphane Grapelliga

Jean Baptiste (Django) Reinhardt (Liberchies, 23 januari 1910Samois-sur-Seine (Fontainebleau), 16 mei 1953) was een Belgische Sinti-gitarist. Zijn voorliefde ging uit naar jazz. Hij ontwikkelde ook een heel eigen stijl, die bekend staat als jazz manouche of Gipsy jazz en wordt nu beschouwd als een van de grootste namen uit de Belgische jazzgeschiedenis.

Biografie

Reinhardt werd geboren in Liberchies, een dorp in de Belgische gemeente Pont-à-Celles (Henegouwen), en werd daar op 28 januari gedoopt. Het dorp lag destijds op de grens van drie gemeenten (Liberchies, Luttre en Buzet), en zou door de Sinti zijn gekozen omdat ze hun woonwagens dan gemakkelijk naar een andere gemeente konden verplaatsen als ze dreigden te worden uitgewezen. De familie trok door Frankrijk, Corsica en Noord-Afrika, en Reinhardt groeide ten slotte op in een woonwagenkamp bij Parijs. Samen met zijn jongere broer leerde hij gitaar, banjo en viool spelen zonder muzieklessen te volgen. Django leerde pas in de jaren '30 lezen en schrijven van Stéphane Grappelli.

Als tieners traden de twee broers op in Parijs en namen deel aan de Bals musettes. In 1928 ontmoette hij bassist Louis Vola, die enkele jaren later lid zou worden van zijn kwintet. In datzelfde jaar nam hij ook zijn eerste plaat op. In de winter van 1928 raakte Reinhardt (18 jaar) bij een brand in zijn woonwagen zwaargewond. De linkerzijde van zijn lichaam was zwaar verbrand en zijn linkerbeen moest geamputeerd worden. De bijgelovige Django weigerde dit pertinent. Door zijn linkerhand - waarbij de pink, ringvinger en middelvinger verlamd en misvormd waren - leek gitaarspelen niet meer mogelijk. Zijn broer bracht toch een gitaar naar zijn ziekenkamer en met volharding - hij verbleef bijna twee jaar in het ziekenhuis - leerde hij zichzelf opnieuw spelen.

In 1931 liet de schilder Emile Savitry hem jazzmuziek horen, via opnames van Louis Armstrong en Duke Ellington en vanaf dan zocht Reinhardt aansluiting bij de Franse jazzmuzikanten. In 1934 ontmoette hij de violist Stéphane Grappelli in een nachtclub in Montparnasse. Het tweetal richtte samen met Reinhardts broer Joseph (slaggitaar), Roger Chaput (slaggitaar), en Louis Vola (contrabas) het Quintet du Hot Club de France op, een combinatie bestaande uit alleen snaarinstrumenten: viool, sologitaar, slaggitaar en contrabas. Hun eerste optreden had zoveel succes dat de platenfirma (Ultraphone) hen een contract aanbood. In 1937 traden Reinhardt en Grapelli met de Amerikaanse jazzviolist Eddie South op. Het kwintet bleef optreden tot vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939. Stéphane Grappelli bleef in Londen en Reinhardt reisde terug naar Parijs. Door de Amerikaanse troepen raakte hij intussen in de Verenigde Staten bekend. Hoewel de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog de zigeuners vervolgden, lieten ze de populaire Reinhardt ongemoeid. Een Luftwaffeofficier, Dietrich Schulz-Kôhn, later gekend als Doktor Jazz die dol was op zijn muziek hield hem de hand boven het hoofd. Reinhardt speelde onder andere het liedje "Bei mir bist du schön" – een Jiddisch lied van de hand van Sholom Secunda uit 1932 - dat in Duitsland bijzonder populair was en werd de beroemdste zigeunermuzikant van Europa. Hij werd zelfs gevraagd in Berlijn te komen spelen voor het Duitse opperbevel. In plaats op het aanbod in te gaan probeerde hij te vluchten. Bij de grens tussen Frankrijk en Zwitserland werd hij opgepakt maar vervolgens - op voorspraak van Dietrich Schulz-Kôhn - weer vrijgelaten. In 1943 trad hij ook weer in zijn geboortedorp op.

In 1946 speelde Reinhardt in Amerika, op uitnodiging bij het orkest van Duke Ellington. De leden van dit fameuze orkest en de orkestleider waren verwonderd toen Reinhardt na de opmerking "Speel maar, ik volg wel" de mooiste improvisaties uit de mouw schudde. De Amerikaanse tournee werd echter geen succes. Django kon niet aarden in de States en hield zich, zoals gebruikelijk niet aan de afspraken, wat in de Verenigde Staten gevoeliger lag dan in Parijs. Django kwam er in contact met Les Paul.

In 1948 begeleidde Reinhardt de eerste producties van Bobbejaan Schoepen, de eerste Belgische zanger die internationaal doorbrak. In 1947 en 1949 maakte Reinhardt weer opnamen met Stéphane Grappelli. Daarna ging hij steeds meer interesse tonen voor het nieuwe en muzikale grenzen verleggende genre be-bop en begon ook vaker elektrisch te spelen. Naar het einde toe van zijn leven legde hij zich steeds meer toe op schilderen en vissen in het schilderachtige Samois-sur-Seine.

Django Reinhardt overleed in 1953 op 43-jarige leeftijd te Samois-sur-Seine (Fontainebleau) aan een hersenbloeding.

Stijl

Reinhardt bespeelde vaak grote akoestische gitaren, ontworpen door Mario Maccaferri en gebouwd bij Henri Selmer. Zijn muziek is virtuoos, emotioneel rijk en vooral voor destijds inventief. Het kan snel en ontspannen tegelijk zijn.

Zoals nog steeds vele in zijn stijl kon Reinhardt geen muziekschrift lezen. Anderen moesten voor hem de muziek noteren. Het verhaal gaat dat de klassiek gitarist Andrés Segovia, die nadat Reinhardt voor hem geïmproviseerd had, vroeg waar hij partituren kon kopen - tot dan toe blijkbaar niet beseffend dat deze muziek voor ieder moment uniek is.

Reinhardt componeerde dus waarschijnlijk op oor en geheugen honderden stukken, waarvan er enkele uitgroeiden tot 'standards' in de jazzmuziek, zoals Minor Swing (1937), Nuages[1] (1940), Swing 42 (1941) en Djangology [2](1945).

Opmerkelijk is dat de 'Hot Club de France'-stijl door zijn zigeuner-oorsprong een typisch Europese bijdrage aan de geschiedenis van de jazz heeft geleverd.

Festivals

Elk jaar vinden er overal ter wereld Django Reinhardtfestivals plaats. Onder meer wordt sinds 2003 in het Franse Samois-sur-Seine een festival gehouden. In 2004 werd besloten dat het festival jaarlijks rond zijn sterfdag zal plaatsvinden. Te Liberchies staat een gedenksteen bij het weiland waar Reinhardt is geboren. Op de steen staat overigens zijn naam zoals ingeschreven in het geboorteregister - Reinhart in plaats van het veel bekendere Reinhardt. In Brussel en Antwerpen wordt jaarlijks ter gelegenheid van zijn verjaardag 'Djangofollies' georganiseerd.

Invloeden

Wereldwijd zijn er veel groepen en duizenden gitaristen die deze jazz à la Manouche spelen. Sacha Distel werd als jonge man betoverd door Django's gitaarspel. Voor veel Sintimuzikanten in Frankrijk, België, Duitsland en Nederland is de muziek van Django Reinhardt deel van hun leven. In België is Jokke Schreurs een adept. Koen De Cauter en zijn Waso Quartet en de solist Fapy Lafertin werkten jarenlang aan de verspreiding van deze muziek in België en Nederland. Ook De Piotto's houden de traditie in leven, aangevuld met authentieke zigeunermuziek. Nederland kent het Rosenberg Trio, Paulus Schäfer Gipsy Band, Prisor Jazz Band, Rosenberg van Mullem, Nomy Rosenberg Trio, Sonnekai, Hot Club de Frank, Pigalle 44, Basily, Raisa, Jelle van Tongeren Group het Daniel Versteegh Trio en violist Tim Kliphuis. Uit Italië komt The Tolga Quartet en uit Frankrijk Birelli Lagrene en Angelo Debarre.

Les Paul, bluesgitarist B.B. King en ook gitaristen uit de rockmuziek stellen dat ze door zijn stijl zijn beïnvloed.

Reinhardt in populaire cultuur

Reinhardt komt voor in verschillende films, zoals in de openingsscène van de animatiefilm 'Les Triplettes de Belleville' (2003). De derde en vierde vinger van de animatie-Reinhardt zijn daar aanzienlijk kleiner dan de vingers die gebruikt worden voor gitaarspel.

Reinhardts beroemdheid domineert in Woody Allens 'Sweet and Lowdown'(1999). Deze verzonnen levensbeschrijving richt zich op en fictieve Amerikaanse gitarist Emmet Ray (Sean Penn), die zichzelf de beste van de wereld vindt "met uitzondering van die zigeuner in Parijs". Voor het gefingeerde levensverhaal van deze Emmett Ray leende Woody Allen vele anecdotes uit de biografie "Django Reinhardt" van Charles Delauney, zoals het voortdurend te laat of helemaal niet komen; het rampzalige idee van de zwevende maan waarin de gitarist plaatsneemt; zijn hoogtevrees; de buitensporige gages die de gitarist vraagt (en die hij na het concert met plezier vergokt). Gitarist Howard Alden leverde zijn bijdrage aan de soundtrack.

Reinhardt is ook geportretteerd door gitarist John Jorgenson in de film 'Head in the Clouds'. In de klassieke Italiaanse western ‘Django’, is de held waarschijnlijk genoemd naar Reinhardt. Tijdens het hoogtepunt van de film is hij gedwongen te schieten met verminkte handen. Reinhardt is ook het idool van het karakter Arvid in de film ’Swing Kids’, waarbij Arvid zijn linkerhand verminkt door toedoen van een lid van de Hitlerjugend, maar geïnspireerd door Reinhardt doorgaat.

Reinhardts muziek is gebruikt in veel films, waaronder The Matrix (1999), The Aviator (2004) en Chocolat (2001).

Reinhardts muziek komt ook voor in de soundtrack van videogames, zoals ‘Mafia’ (2002) en ‘Bioshock’ (2007).

In de tekst van het Noorse lied ‘Tanta til Beate’ van Lillebjørn Nilsen komt de naam van Reinhardt een aantal keer voor.

Discografie

Albums

Album(s) met hitnoteringen in
de Nederlandse Album Top 20/50/75/100
Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
 Hoogste 
positie
 Aantal 
weken
 Opmerkingen 
Paris 1945 1945 - Columbia
At Club St. Germain 1951 - Honeysuckle Rose
Django Reinhardt and the Hot Club Quintet 1951 - Dial
Django Reinhardt et Ses Rythmes 1953 - Blue Star
The Great Artistry of Django Reinhardt 1954 - Clef
Django's Guitar 1955 - Angel
Django Reinhardt and His Rhythm 1959 - Felsted
Imagine 1996 - RDC
All Star Sessions 2001 - Note
Jazz in Paris: Nuages Gitanes 2003 - Productions
Jazz in Paris: Nuits de Saint-Germain des-Prés 2003 - Sunnyside
Le Genie 2004 - Vagabond

Trivia

  • In 2005/2006 hield Jan Akkerman een theatertour ter ere van Django Reinhardt.
  • In 2005 werd hij genomineerd tijdens de verkiezing van De Grootste Belg. Hij eindigde in de Vlaamse versie op nr. 66 en in de Waalse op 76.
  • De film "Swing" uit 2002 beschrijft het leven van de zigeuners zoals Django Reinhardt leefde en is hiermee ook een 'ode' aan hem. Mandino Reinhardt, een nakomeling van Django Reinhardt, speelt erin mee.
  • Het webapplicatie-framework Django is vernoemd naar Django Reinhardt[3].

Externe links

Bronvermelding

rel=nofollow
rel=nofollow