Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Herfsttijloos

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Colchicum autumnale)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De herfsttijloos oftewel Colchicum autumnale (Syn. Colchicum multiflorum Brot.), is een plant uit de herfsttijloosfamilie (Colchicaceae). De soort stamt oorspronkelijk uit West-Azië en het Middellandse Zeegebied, maar komt nu met uitzondering van het Noorden, in geheel Europa voor. De plant komt vooral voor in bossen, langs duinpaden en in vochtige weilanden. In Nederland is de soort zeldzaam in het wild en gaat achteruit: de soort staat op de Nederlandse Rode lijst en is in Nederland ook wettelijk beschermd.

Het is een bolgewas dat lijkt op krokussen. Het is een zogenaamde droogbloeier. Dat wil zeggen dat de bol geen water opneemt en geen wortels en bladeren vormt tijdens de bloei. De bloem heeft drie stijlen en zes meeldraden en onderscheidt zich op deze wijze van de krokus. De stempels zijn gebogen en lopen af op de stijlen. Drie meeldraden zijn hoger geplaatst dan de drie andere.[1]

De gekweekte herfsttijloos is de oosterse soort Colchicum byzantinum, die veel meer en grotere bloemen heeft.

Taxonomie

Herfsttijloos werd voor het eerst beschreven door Carl von Linné in Species Plantarum in 1753. Andere namen voor Colchicum autumnale L. zijn onder andere Colchicum commune Neck. en Colchicum crociflorum Sims. De wetenschappelijke geslachtsnaam Colchicum is afgeleid van een landschap aan de Zwarte Zee, de Colchis in het huidige Georgië. Het zou ook de woonplaats zijn van de mythologische Medea, een gifmengster en tovenares. Waarschijnlijk is er een verband tussen de legenden over een gifmengster en de Colchicum variegatum die daar voorkomt. De soortnaam (het epitheton) autumnale verwijst naar de bloeitijd in de herfst en is afgeleid van het Latijnse autumnus ’herfst’. Ook de Nederlandse benaming verwijst ernaar dat de plant in de herfst bloeit terwijl deze nog geen bladeren heeft – hij lijkt zich te gedragen zich alsof er geen ’herfsttij’ is. De bladeren en vruchten komen pas in het voorjaar tevoorschijn.

Giftigheid

De plant is zeer giftig en mag dan ook niet door dieren gegeten worden. De herfsttijloos bevat zowel in de knol als in de bloemen en zaden 0,3-1,2 % van het drooggewicht het aan colchicine, een sterk vergif.

Kinderen speelden vroeger meer met wat men in de natuur vond. Omdat de zaden in de zaaddozen van de herfsttijloos rammelen, werden deze wel geplukt en als rammelaartje gebruikt. Dit speelgoed was levensgevaarlijk, wanneer kinderen de zaden aten. De dodelijke dosis van naar schatting 1 mg colchicine per lichaamsgewicht werd al gauw overschreden, aangezien één zaad ongeveer 4 mg colchicine bevat.[2]

Eerste hulp

Bij het vermoeden van een vergiftiging is geneeskundige hulp ten stelligste aanbevolen, bijvoorbeeld via het antigifcentrum. De lange latentietijd van de giftige werking maakt het moeilijk om op tijd te behandelen. Een maagspoeling is alleen zinvol wanneer de vergiftiging vroeg wordt vastgesteld of vermoed. De nadruk ligt daarom op de basishulp in de vorm van het in stand houden van de bloedsomloop en het handhaven van het water-elektrolytenevenwicht (door druppelinfusie met volledige elektrolytenoplossing).

Buikkrampen worden behandeld met atropine. In 2009 werden antigiffen tegen het alkaloïde colchicine getest, maar nog niet goedgekeurd.

Toepassingen

Plantenveredeling

In de plantenveredeling wordt colchicine gebruikt voor het polyploïderen: het verdubbelen van het aantal chromosomen en daardoor in omvang te laten toenemen. Dit effect wordt bereikt doordat colchicine de mitose onderbreekt, zodat de hoeveelheid DNA in de celkern bij elke onderbroken deling verdubbelt, waardoor elke afzonderlijke cel veel groter wordt. Op deze manier werden vooral in het verleden tetraploïde planten ontwikkeld. Bijvoorbeeld tetraploïd Engels raaigras Lolium perenne, dat gebruikt wordt voor de inzaai van weiland.

Geneeskundig

Het alkaloïde colchicine is een heel oud ontstekingsremmend middel dat goed tegen jicht werkt. De therapeutische breedte hiervan is echter maar klein (dat betekent dat er maar een klein verschil is tussen een werkzame en een giftige dosering). Ook werd de stof vroeger bij de behandeling van kanker gebruikt. Nu wordt alleen nog sporadisch de afgeleide stof demecolcine hiervoor gebruikt.

In de volksgeneeskunde werd de plant gebruikt tegen geelzucht. In de Middeleeuwen werd de plant gezien als een toverkruid. Het dragen van de knol zou bescherming bieden tegen tandpijn en de pest[3]

Verwijzingen

rel=nofollow

Weblinks

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Colchicum autumnale op Wikimedia Commons

rel=nofollow