Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Christelijk materialisme

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Christelijk materialisme is een filosofisch en christelijk theologisch standpunt met een materialistisch begrip van de menselijke natuur.

In tegenstelling tot het traditionele dualisme, dat stelt dat mensen uit zowel een materieel lichaam als een immateriële ziel bestaan, stelt het christelijk materialisme dat mensen volledig materiële, fysieke wezens zijn, zonder een onstoffelijke of onsterfelijke ziel of geest.[1][2][3]

Deze zienswijze ontkent echter niet het bestaan van bewustzijn, morele verantwoordelijkheid of spirituele ervaringen. In plaats daarvan worden deze fenomenen gegrond in de complexe fysieke processen van het menselijk lichaam, in het bijzonder de hersenen, terwijl christelijke kernovertuigingen zoals de wederopstanding, het imago Dei (beeld van God) en de goddelijke interactie met de mensheid gehandhaafd blijven.

Kernbegrippen in het christelijk materialisme

De kern van het christelijk materialisme is de overtuiging dat menselijke gedachten, emoties en spirituele ervaringen het resultaat zijn van lichamelijke processen in het lichaam. Deze zienswijze wordt ondersteund door de vooruitgang in de neurowetenschappen, die aantonen dat mentale functies zoals cognitie, geheugen en emotionele regulatie kunnen worden herleid tot hersenactiviteit. Christelijke materialisten stellen dat dit wetenschappelijke begrip van het menselijk verstand het religieuze geloof niet ondermijnt, maar er juist mee in harmonie kan worden gebracht.

Eén van de meest prominente benaderingen binnen het christelijk materialisme is het non-reductief fysicalisme, dat door theologen als Nancey Murphy wordt verdedigd. Niet-reductief fysicalisme stelt dat mensen weliswaar volledig fysiek zijn, maar dat hun mentale en spirituele vermogens van een hogere orde voortkomen uit hun fysieke structuren, in het bijzonder de hersenen. Dit betekent dat mensen geen immateriële ziel bezitten, maar dat de organisatie van de hersenen en het lichaam het ontstaan van persoonlijkheid, zelfbewustzijn en moreel handelen mogelijk maakt. In deze zienswijze is de ziel geen afzonderlijke substantie, maar eerder een manier om de opkomende eigenschappen van een complex fysiek organisme te beschrijven.

Theologische implicaties

Christelijk materialisme presenteert een alternatieve manier om belangrijke theologische doctrines te begrijpen. Een van de centrale kwesties die het behandelt, is de aard van de ziel en haar rol in de verlossing. De mainstream christelijke theologie houdt er vaak een dualistische visie op na, waarin de ziel gescheiden is van het lichaam en de dood overleeft in afwachting van de wederopstanding. Het christelijk materialisme daarentegen stelt dat de persoon als geheel herrijst, waarbij het lichaam en de hersenen centraal staan in die herrijzenis. Deze zienswijze komt overeen met bijbelse beschrijvingen van lichamelijke wederopstanding, zoals die te vinden zijn in de geschriften van de apostel Paulus, die spreekt over de „wederopstanding van het lichaam” in plaats van alleen de ziel.

Een andere theologische kwestie waarmee het christelijk materialisme zich bezighoudt, is het concept van het imago Dei, of het beeld van God. In het christelijk materialisme is het gemaakt zijn naar Gods beeld niet afhankelijk van het hebben van een immateriële ziel, maar is dit gebaseerd op menselijke vermogens zoals rationaliteit, morele verantwoordelijkheid en relationaliteit, die allemaal voortkomen uit onze fysieke constitutie. Daarom kunnen mensen nog steeds Gods beeld weerspiegelen, zelfs binnen een volledig materieel kader.

Filosofen en theologen van het christelijk materialisme

Verschillende christelijke denkers hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het christelijke materialisme. Kevin J. Corcoran stelt in zijn boek Rethinking Human Nature: A Christian Materialist Alternative to the Soul (2006), een zienswijze voor die constitutionalisme wordt genoemd, waarin mensen volledig materieel zijn, maar toch in staat zijn om spirituele en morele ervaringen op te doen door middel van de fysieke hersenen en het fysieke lichaam. Corcoran verwerpt het idee van een aparte, immateriële ziel en beargumenteert dat persoonlijkheid een eigenschap is die voortkomt uit onze fysieke samenstelling.

Nancey Murphy steunt in haar invloedrijke werk Bodies and Souls, or Spirited Bodies? (2006) het idee van een niet-reductieve ziel. (2006), steunt het non-reductieve fysicalisme en pleit tegen het traditionele dualisme. Murphy benadrukt dat mensen weliswaar volledig fysieke wezens zijn, maar dat dit niets afdoet aan hun vermogen tot religieuze ervaringen, morele verantwoordelijkheid of goddelijke interactie. Murphy's benadering probeert verenigbaar te blijven met de moderne neurowetenschappen en tegelijkertijd de theologische eigenheid van christelijke overtuigingen te behouden.

Een andere belangrijke figuur is 'Philip Clayton, die het concept van emergentisme verkent in zijn boek The Emergent Self (2004). Emergentisme suggereert dat bewustzijn en persoonlijkheid voortkomen uit het fysieke brein op een manier die niet volledig gereduceerd kan worden tot de som der delen. Clayton stelt dat deze emergente visie een robuuste theologie van de menselijke persoon mogelijk maakt en tegelijkertijd consistent is met wetenschappelijk inzicht.

Uitdagingen en kritiek

Ondanks de vernieuwende benadering wordt het christelijk materialisme met verschillende uitdagingen geconfronteerd. De term christelijk materialisme klinkt velen even tegenstrijdig in de oren als de term christelijk atheïsme. Aangezien vele christenen geloven in een vorm van dualisme, vinden zij christelijk materialisme een controversiële visie of een dwaalleer.

Eén belangrijke kritiek komt van diegenen die traditionele dualistische standpunten aanhangen, zoals het Cartesiaanse dualisme, dat lange tijd invloedrijk is geweest in het christelijke denken. Critici beweren dat het christelijk materialisme moeite heeft om de ervaring van persoonlijke identiteit en continuïteit na de dood te verklaren, vooral zonder een immateriële ziel. Daarnaast beweren sommige theologen dat het vhristelijk materialisme de transcendentale aspecten van de menselijke aard kan ondermijnen, zoals het geloof in een eeuwige ziel of een spiritueel rijk dat het fysieke universum overstijgt.

Voorstanders van het christelijk materialisme beweren echter dat hun visie meer in overeenstemming is met zowel de Schrift als de moderne wetenschap. Zij beweren dat de Bijbelse antropologie geen dualistisch raamwerk nodig heeft en dat de doctrine van de lichamelijke opstanding een meer holistische en Bijbelgetrouwe kijk op de menselijke natuur biedt. Bovendien stellen zij dat het christelijk materialisme het begrip van de relatie tussen God en de mensheid kan verdiepen door Gods aanwezigheid en handelen binnen de fysieke wereld te benadrukken in plaats van daarbuiten.

Soms ziet men het woord materialisme als een equivalent voor naturalisme.[4] Richard Dawkins noteert in zijn boek The God Delusion dat filosofen de term naturalist gebruiken als het tegenovergestelde van supernaturalist, dus iemand die niet in het bovennatuurlijke gelooft. Een christelijk-materialistische kijk op de mens sluit echter het bestaan van iets bovennatuurlijks op zich niet uit.

Andere betekenissen

Aangezien de term materialisme in verschillende betekenissen wordt gebruikt, wordt de term christelijk materialisme ook wel in andere nuances gebruikt:

  • Josemaría Escrivá, de stichter van het rooms-katholieke Opus Dei, gebruikte de term christelijk materialisme om te beklemtonen dat er een Verrijzenis van het vlees verwacht wordt, en niet slechts een voortleven van de geest of ziel.[5] Hij gelooft dus wel degelijk in een immateriële ziel.
  • De definitie zoals gevolgd door Kevin J. Corcoran en Nancey Murphy beschouwt de mens als een fysiek wezen. Dit houdt niet in dat God materieel of fysiek zou zijn, noch sluit het het bestaan van geestelijke wezens of dingen uit.[1]
  • Thomas Hobbes argumenteerde dat ook God uit materie bestaat.[6]

Zie ook

Literatuur

  • Nancey Murphy, Bodies and Souls, or Spirited Bodies? (Current Issues in Theology) 2006; ISBN 978-0521676762</ref><ref>Christian materialism and the parity thesis, International Journal for Philosophy of Religion, nr. 39, Kluwer Academics, 1996; op jstor.org
  • Kevin J. Corcoran, Rethinking Human Nature: A Christian Materialist Alternative to the Soul, Baker Academic, 2006. ISBN 978-0801027802
  • Philippe Clayton, The emergent self, 2004. pdf

Bronnen

Verwijzingen

rel=nofollow
 
rel=nofollow