Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025
Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Brussel in de literatuur
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Brussel is vaak inspiratiebron, achtergrond of onderwerp in de literatuur (roman, dichtkunst, toneel, essay, enz.). Hieronder volgt een incompleet literatuuroverzicht.
14de eeuw tot en met 18de eeuw
- Het Hulthemse handschrift (omstreeks 1400), bevat een staalkaart van middelnederlandse literatuur, en onder meer mirakelverhalen van Molenbeek.
- d'Wonder dat in die stat van Bruesel ghemaect was van claren ijse en snee, die wel gheraect was (1511), door Jan Smeken, Brussels stadsdichter en artistiek leider van de Brusselse rederijkerskamer ’t Mariacranske. Het gedicht vertelt over een wonderlijk sneeuw- en ijssculpturenfestival dat in 1511 plaatsvond in Brussel. Verschillende ijssculptuurgroepen – die tijdens de strenge aanhoudende winter van 1511 te kijk stonden – schetsten een satirisch portret van de toenmalige maatschappij.[1]
- Een nieuw Liedt van de couragieuse Brusselaers[2] (omstreeks 1576). De Brusselaars verzetten zich koppig tegen de gehate belastingen van de hertog van Alva.
- Het Dagboek van Jan de Pottre, 1549-1602, geeft in een Brussels getint Nederlands een verslag van de Tachtigjarige Oorlog vanuit de perceptie van een Brusselaar.[3]
19de eeuw
- Belgique (1837), door Victor Hugo. Verslag van een reis die de Franse schrijver in augustus 1837 met zijn vrouw maakte door België. Met een tussenstop in Brussel.
- Villette (1853), door Charlotte Brontë, Engelse romanschrijfster. Bezoeken aan een Brusselse meisjeskostschool als inspiratiebron.[4]
- The Professor (1857, postuum), door Charlotte Brontë. Roman gebaseerd op de ervaringen van de auteur als taalstudente in Brussel in 1842.[5]
- Pauvre Belgique! (1864, 1952), door de Franse dichter Baudelaire. Op de vlucht in Brussel, begon Baudelaire, verbitterd over de Belgische desinteresse voor zijn werk, aan een boek over de Belgen. Het werd een wrang pamflet, vol minachting, scheldpartijen over de Belgen, hun gewoonten, de Franse taal in dit land, de politieke zeden, de architectuur, ... «Le visage belge ou plutôt bruxellois, obscur, informe, blafard ou vineux, bizarre construction des mâchoires, stupidité menaçante.» Het boek bleef onafgewerkt. De gehele originele notities verschenen pas in 1952, in deel III van de Œuvres posthumes. In 1975 verscheen een Nederlandse vertaling, door Joyce & Co., onder de titel Arm België.
- Eline Vere (1889), door Louis Couperus, Nederlands schrijver. Een 'Haagse' zedenroman die zich gedeeltelijk in Brussel afspeelt.[6]
- Mes Prisons (1893), (vert. 'In gevangenschap'), door Paul Verlaine, Frans schrijver. Roman over zijn gevangenschap in Brussel en in Bergen. In 1873 had Verlaine Arthur Rimbaud in Brussel verwond met een revolverschot in de schouder.
- Heart of Darkness (vert. 'Hart der Duisternis') (1898), door Joseph Conrad, Engels prozaschrijver. Vangt aan en eindigt te Brussel.[7]
20ste eeuw
- La Famille Kaekebroeck (1901), door Léopold Courouble. Perikelen tussen enkele Brusselse families, die dialogeren in hun voertaal, het Brussels.
- Het ivoren aapje (1909), door Herman Teirlinck. Sfeerrijke, caleidoscopische "roman van Brusselsch leven", die is geschreven in opdracht van Lodewijk van Deyssel.[8]
- Le mariage de Mademoiselle Beulemans (1910), door Frantz Fonson en Fernand Wicheler. Populaire toneelklassieker met folkoristische personages uit de Brusselse burgerij, opgevoerd in de typisch Brusselse mengtaal.[9] Oorsprong van de term "verbeulemansing".
- Psychologie d'une capitale: Bruxelles (1920), door Maurice des Ombiaux. Essay waarin de Waalse schrijver de geschiedenis van Brussel schetst in grote trekken en de ziel van de hoofdstad analyseert.
- Les fables de Pitje Schramouille (1923), door Roger Kervyn de Marcke ten Driessche. Humoristische volksverhalen, over een echte Brusselaar, geschreven in het Marols.
- Lijmen (1924), en Het been (1938), door Willem Elsschot, Vlaamse schrijver. Boorman leert Laarmans oplichten in Brussel.
- Le suspect (1938), door Georges Simenon. Commissaris Maigret strijkt neer in Schaarbeek. Ook Le locataire (1934) speelt zich af in het Brussels Gewest.
- Bossemans et Coppenolle (1938), door Paul van Stalle en Joris d'Hanswijck. Toneelklassieker, met succes voortbouwend op Le mariage de Mademoiselle Beulemans, met evenveel folkloristische belevenissen van de Brusselse burgerfamilies in hun typische Brusselse taal.
- Vergeten straat (1946), door Louis Paul Boon, Vlaams schrijver, over het (nood)lot van de bewoners in een Brusselse straat, die afgesloten raakt van de buitenwereld door de aanleg van de Noord-Zuidverbinding.
- Brussel, een oerwoud (1946, 1999), door Louis Paul Boon. Van januari 1946 tot maart 1946 schreef Boon een reeks reportages voor de Roode Vaan die steeds geïllustreerd werden door Maurice Roggeman. Het werd pas als boekje in z'n geheel uitgegeven in 1999.
- De tranen der acacia's (1949), door Willem Frederik Hermans. In de laatste hoofdstukken vertoeft Arthur in het Brussel na de bevrijding.
- Cel 269 (1952) door Ernest Claes, die in 1944 in de gevangenis van Sint-Gillis belandde.
- Het gevecht met de engel (1952) door Herman Teirlinck. Een aantal personages overwint in het gevecht met de engel, zij geven zich over aan de goddelijke oerwil in het leven, in deze geschiedenis waarin het machtige en mysterieuze Zoniënwoud centraal staat.
- Zelfportret of Het galgemaal (1955), door Herman Teirlinck. Henri M., een oudere Brusselse bankier en “toneelspeler”, wil erachter komen wie hij nu werkelijk was.
- Mijn woningen (1950-1968), door Gaston Durnez, speelt zich, in de laatste delen, gedeeltelijk af in Brussel.
- Groetjes uit Brussel (1969), door Jeroen Brouwers, Nederlands schrijver. Nederlandse schrijvers die leefden en schreven in Brussel: Potgieter, Multatuli, du Perron, Greshoff.
- Terre d'asile (1978), door Pierre Mertens. Een Chileense banneling strandt in Brussel en bekijkt zijn gastland als etnoloog.
- Het Beleg van Brussel (1979), door Frans Verleyen. Een politieke roman-feuilleton. Sleutelroman over politieke personages.
- Vanna van de Zinnekensgang, of Het kleine volk van Brussel (1981), door Aster Berkhof. Een oudere Brusselse tracht de restanten van haar buurt te beschermen tegen speculanten.
- Doodslag (1984), door Aster Berkhof. De Parijse politie-inspecteur Fugger Markus en brigadier Cric strijken neer te Brussel.
- La grande roue (vert. 'Reuzenrad') (1985), door Jacques De Decker. Roman. Op reis in verschillende wijken in Brussel, in het gezelschap van elf personages.
- Inside the Gestapo: A Jewish Woman's Secret War (1985), door Helene Moszkiewiez, werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Belgische verzet, had drie identiteiten, Joods, Belgisch en Duits, en werkte volle twee jaar als klerk in het hoofdkwartier van de Gestapo aan de Louisalaan (nummers 453 en 347) in Brussel. In haar memoires vertelt ze het verhaal over het bekomen van haar identiteiten, haar hulp bij ontsnappingen uit krijgsgevangenschap, haar werk bij de Gestapo, het redden van joden uit jodentransporten, het doden van een Duits officier, ...
- Uitgesteld paradijs (1987), door Benno Barnard, Nederlands schrijver. Autobiografische notities over onder meer de Brusselse jaren.
- Carthago herrezen (1987), door Dirk Van Babylon. De machteloosheid van de arts tegenover aidspatiënten in een Brusselse huisartspraktijk.
- Brussel is een vreemde stad: Vijfenzeventig dichters over 1 stad, 1385-1985 (1989), samengesteld door Dirk Christiaens. Bloemlezing met gedichten over Brussel. In een breed tijdsbestek (1385-1985) komen 75 Vlaamse en Nederlandse dichters, waaronder Gezelle, Van de Woestijne, en Hermans aan bod, al overheerst de poëzie van de laatste 100 jaar.
- De hoed van tante Jeannot (1990), door Eric de Kuyper. Autobiografische "taferelen uit de kinderjaren" in het Brussel van de jaren vijftig.
- Een demon in Brussel (1990), door Kamiel Vanhole. Bundel reisverhalen die zich grotendeels in het exotische koninkrijk België afspelen. In het titelverhaal zakt Baudelaire nog eens of naar Brussel.
- La nuit, aller-retour (1991), door Jean-Baptiste Baronian. Stevens, een aan lager wal geraakte privé-detective, onderzoekt voor een jonge prostituee de moord op een rijke klant, en belandt in een operatie doofpot vanwege politieke belangen. Gedetailleerde Brusselse straatnamen. Het taalgebruik, doorspekt met argot en populaire uitdrukkingen.
- Arm Brussel (1992), door Geert van Istendael. Essay over de veeltaligheid, de wilde makelaars, het multicultureel samenleven, … van en in Brussel, de geboorte- en woonstad van de schrijver.
- Les agrandissements du ciel en bleu (1992), door Francis Dannemark. Théo keert terug naar Brussel, na een afwezigheid van enkele jaren, en vindt zijn oude vrienden bourgeois en saai terug. In het café L'Archiduc speelt jazz.
- Bruxelles Here I come (1993), door Eric de Kuyper. Autobiografische notities van een adolescent die in Brussel het culturele leven ontdekt.
- De beet van de schildpad (1993), door Kamiel Vanhole. De grootmoeder van de schrijver gaat als Brusselse dame op het platteland wonen.
- Flanders sky (1993), door Nicolas Freeling, Brits misdaadschrijver. Moordverhaal dat aanvangt wanneer inspecteur Henri Castang wordt aangeduid als administratieve hulp van een Brits jurist, Harold Claverhouse, in het hoofdkwartier van de Europese Unie te Brussel.
- Le Bonheur dans le Crime (1993), (vert. 'Het geluk in het kwade'), door Jacqueline Harpman, Franstalige Brusselse schrijfster, speelt zich af op een mysterieuze plaats aan het nummer 86 van de Franklin Delano Rooseveltlaan te Brussel. Ook in L'Orage rompu (1998) speelt Brussel een rol.
- Happy Town (1994), door Aster Berkhof. De disco 'Happy Town' vormt het middelpunt van de vergane stad Brussel anno 1994, bevolkt met zwervers, werklozen, ouderen, vereenzaamden, illegale immigranten, superflics, gauwdieven en financiers.
- School nummer 1 (1994), door Pierre Plateau. Autobiografische roman en portret van een levendige volksbuurt. Literaire verwerking van bedreiging, intimidatie, angst, vernedering en onvoorspelbare woede-uitbarstingen met geweld ten huize Platteau, ergens drie hoog achter in Sint-Jans-Molenbeek.
- Dreadful lies (1994), (vert. 'Vreselijke leugens'), door Michèle Bailey, van Frans-Engelse afkomst, woont sinds 1976 in Brussel. Matilda Haycastle, in de dertig, knap, zich begevend in artistieke kringen, platzak en woonachtig te Brussel, gaat als amateur-detective op onderzoek, wanneer een vriendin van haar collega niet terugkeert van een vakantie in Italië en zij de verzorging van de poes krijgt toebedeeld.
- Une paix royale (1995), door Pierre Mertens, Franstalig Belgisch schrijver. Over het leven aan het hof van koning Leopold III.
- Les aventures du Belge errant (1995), door François Jongen. Pseudo-pikareske roman waarin de oorspronkelijk Franssprekende protagonist Eric Jongen er al het mogelijke aan doet om te worden erkend als Vlaming.
- De heerlijkheid van Julia (1995), door Oscar Van den Boogaard, Nederlands schrijver. Julia, op zoek naar de liefde, leefde in het begin van haar huwelijk in Brussel met haar man Maurise.
- Louis Hap: het verhaal van een straat (1995), onder redactie van Jos Liefrink. Verhalen in het Frans en in het Nederlands van de inwoners van de Louis Hapstraat te Etterbeek, een typisch Brusselse straat met burgerhuizen van twee à drie hoog. Aangevuld met bijdragen van de bekende auteurs Geertrui Daem, Eric de Kuyper, Brigitte Raskin, Stefaan van den Bremt, Walter van den Broeck, Geert van Istendael, France Bastia, Xavier Deutsch, Pierre Mertens, Jean-Luc Outers en Anne Richter.
- Het is niet ernstig, mon amour (1996), door Koen Peeters. Over een viertal vrienden à la Titaantjes, die volwassen worden en de wereld willen veroveren, vanuit Brussel.
- Le siège de Bruxelles (1996), door Jacques Neirynck. Politieke roman waarin gematigde krachten reageren op de bezetting van Brussel door een extreem-rechtse Vlaamse führer.
- Het aardigste volk ter wereld (1996), door Jeroen Brouwers. Essay over Willem Frederik Hermans in Brussel.
- Bellevue/Schoonzicht (1997), door Koen Peeters en Kamiel Vanhole. Relaas van een voettocht door de Brusselse industriële kanaalzone.
- Chagrijn en charme (1997), door Staf Nimmegeers. Vertelt verhalen van gewone mensen in de schaduw van de Finisterraekerk in de Brusselse Nieuwstraat, waar de schrijver priester was. Aantekeningen van een stadspriester (2002) bevat nog meer observaties en portretten van het leven van elke dag in Brussel.
- Une famille à Bruxelles (1998), door Chantal Akerman, Belgische cineaste. Innerlijke reis van een familie waarvan de moeder in Brussel woont, alleen in haar appartement.
- Brüsseler Spitzen (1999), door Ernst Wilhelm Heine, Duits schrijver. Vier vrienden van verschillende nationaliteit uit het milieu van de Brusselse eurocraten besluiten een vriendin te “delen”.
- Een Brussels tuintje (1999), door Hubert van Herreweghen. Dichtbundel met oud en nieuw werk. De dichter kuiert door Brussel. Met pentekeningen van dochter Anne van Herreweghen.
- Kind in Brussel (1999), door Joke van Leeuwen, Nederlands schrijver en illustrator. Tien gedichten over een meisje dat met haar ouders verhuist van Nederland naar het tweetalige Brussel in België. In deze bibliofiele uitgave, uitgebracht bij Herik in Landgraaf, zijn de gedichten geïllustreerd met reproducties van het handschrift van en met illustraties naar acrylschilderingen van de auteur. De gedichten worden hernomen in Joke van Leeuwens Vier manieren om op iemand te wachten (2001).
21ste eeuw
- Bloem in Brussel (2000), samengesteld door Koen Peeters en Kamiel Vanhole. 24 auteurs beschrijven een wandeling door Brussel.
- Dix jours en mars à Bruxelles (2000), door Françoise Laborde, Franse journaliste. Roman in het milieu van de Europese Unie en de Amerikaanse ambassade in Brussel: parlementaire praktijken, zedenzaken, chantage, ...
- L'heure de fourche (2000), door Michel Joiret. Misdaadroman. Commissaris Théo Saint-Loup op onderzoek in de omgeving van het lyceum Flagey, de vijvers van Elsene en het Flageygebouw in Elsene.
- A lua de Bruxelas (2000), door Amadeu Sabino Lopes, Portugees schrijver die in Brussel woont. Historisch-filosofische roman over Portugese immigranten in de jaren 1830.
- Quatrième étage (2000), door Nicolas Ancion. Romanpersonages op de vierde verdieping van een appartement in een half-romantisch, half-realistisch Brussel.
- Tijdverkopers (2000), door Ann Lauwers. Eva, een 18-jarig zwanger schoolmeisje, en Jean, een ex-priester, proberen samen een leven op te bouwen in Brussel. Een emotionele zoektocht naar een reden tot bestaan.
- Les bonbons de Bruxelles (2001), door Nadine Monfils. Zoektocht van commissaris Léon, nadat de mysterieuze Madeleine hem een bonbon had aangeboden in de trein naar Brussel.
- Petite rue des Bouchers (2001), door de zanger van Grieks-joodse afkomst Georges Moustaki. De mooie Alexandre vindt werk als pianist in de bar 'Grenier' in de kleine Beenhouwersstraat. Nostalgische, autobiografische fictie in het Brusselse nachtleven van de jaren vijftig.
- Bruxelles insurrection (2001), door Nicolas Ancion. Detectiveroman waarin een Frans academicus, Raymond Boileau, in het Zuidstation ontvoerd wordt. Zijn ontvoerders laten hem bizarre martelingen ondergaan, zoals het likken van een woordenboek, om zich te wreken voor wat zijzelf hebben ondergaan bij het leren van de Franse taal...
- Trance Atlantico (2001), door Herman Portocarero. Occulte thriller, opgebouwd rond een mysterieuze band tussen Cuba en Brussel via Congo. Mede-speelbal is de nachtwaker van het Afrikamuseum te Tervuren.
- Korsakoff (2003), door Alain Van Crugten, voormalig literatuurprofessor aan de Université Libre de Bruxelles en vertaler in het Frans van onder meer Claus' Het Verdriet van België. De protagonist, Brusselaar Alain van Cureghem, begint het spannende verhaal van zijn lange, bewogen leven, als een kroniek van het naoorloogse Brussel.
- Les papillons noirs (2004), door Jean-Baptiste Baronian. Detective Stevens ontmoet een oude vervlogen geliefde. Setting: de beroemde Brusselse tavernes.
- Haute pression (2004), door Nicolas Ancion. In deze novelle staat het leven van de protagonist Yvon Kempeneers op het spel op de ring rond Brussel, te midden van een hittegolf.
- Een geschiedenis van Brussel (2004), door Roel Jacobs. De duizendjarige geschiedenis van Brussel op een meeslepende en levendige manier verteld. De concrete verhalen en markante persoonlijkheden van de hoofdstad komen tot leven.
- Fatma of de monumentenzorg (2004), door Geert Van Istendael. Het Marokkaanse meisje Fatma wordt geschaakt door de geest van de vijftiende-eeuwse bouwmeester Jan van Ruysbroeck, die haar in de hoofdstad wijst op een aantal aspecten in de monumentenzorg: vervalsing door restauratie, modes, gesloopte gebouwen, de rol van Leopold II, de strijd tussen Vlamingen en Franstaligen, vergeten architecten.[10]
- Johnny Bruxelles (2005), door Philippe Blasband, geboren in Iran, schrijft in het Frans vanuit Brussel. Over hoe Joris Van Brussel, een gewone jongen, Johnny Bruxelles werd.
- Slagschaduw (2007), door David Van Reybrouck. Zoektocht in het verleden en in de straten van Brussel, naar de vrouw die model stond voor het standbeeld - op het Sint-Jansplein te Brussel - van Gabrielle Petit, de drieëntwintigjarige vrouw die in 1916 werd gefusilleerd door de Duitsers omdat ze spioneerde.
- Rederijkerskamer 't Mariacranske, 500 jaar aan het woord (2007), door Rick De Leeuw, Anna Luyten en Remco Sleiderink. 500 jaar geschiedenis komt tot leven in puntig proza en een integrale hertaling van het beroemde 16e eeuwse sneeuwpoppengedicht van Jan Smeken, eertijds stadsdichter van Brussel en artistiek leider van ’t Mariacranske. Dit groots opgezette gedicht blijft actueel met universele thema´s als de strijd tegen het kwaad, de angst voor het vreemde en het gevecht tegen de vergankelijkheid.
- Brussel Eurabia deel I (2008) en deel II (2015), door Arthur van Amerongen. Voor deel I in 2007 dook de auteur een jaar onder in het Brusselse milieu van de moslimextremisten, en hij stelde vast dat Brussel sinds jaar en dag een bolwerk was van moslimextremisten en dat de islam in Brussel woekerde en gedijde, als “een roos op een mestvaalt”, te weten een wonderlijk amalgaam van peepshows, peeskamers, frituren, kebabzaken, slijterijen, staminees met zatte hoerenlopers, islamitische boekhandels en illegale moskeeën. Bij zijn terugkeer voor deel II in het voorjaar van 2015, merkte de auteur dat de islam in Brussel zich verder had uitgebreid “als een inktvlek”. De Vlaamse media omschreven van Amerongen als racist, fascist, xenofoob en islamofoob. Toch verschenen er zes drukken van het scherpe, geestige en tegelijk treurige boek en werd deel I genomineerd voor de AKO-literatuurprijs.
- Pocket Plan (2008), door Rossano Rosi. Dichtbundel. Elk gedicht is gewijd aan een straat in Brussel, een tram of een autobus, die de auteur ooit heeft genomen.
- Rue Fontaine d'Amour (2008), door Jef Aerts. Nederlandstalige roman, waarin een vijftienjarig meisje Brussel gadeslaat vanaf het dak van een rijtjeshuis in de Rue Fontaine d'Amour, die ligt tussen het chique hoger gelegen Schaarbeek en het Schaarbeek van de vuilere straten.
- Dichterbij Brussel (2009), door Frank De Crits. De dichter exploreert Brussel in deze selectie van nieuwe en oude gedichten.
- Elf (2010), door Daniël Rovers. Het boek beschrijft de levens van elf mensen die in Brussel wonen, levens die onderling verbonden blijken.
- De intrede van Christus in Brussel: in het jaar 2000 en oneffen ongeveer (2011), door Dimitri Verhulst. Wanneer wordt aangekondigd dat Christus op 21 juli, in volle komkommertijd, Brussel zal bezoeken, ondergaat de stad een metamorfose. De stad krijgt een menselijker gelaat met opgeknapte gevels en dalende misdaadcijfers, en met oog voor de dakloze, de illegaal, de dronkaard en de armoe-oogster. De gebeurtenissen in de dagen voor de komst van Christus stellen de hoofdpersoon in staat om Belgische toestanden, de media, kerk en samenleving en ook zijn eigen leven van ongeremd, af en toe vilein, maar altijd heerlijk commentaar te voorzien.
- De demonen van Dalca: Nachtwild (2013), door Johan Vandevelde en Bart Vermeer. Jeugdboek over een groepje Brusselse jongeren dat de strijd aanbindt met een leger vampiers dat zich schuilhoudt in de riolen en de metrotunnels.
- Tot later (2013), door An Mertens. Vijf twintigers staan aan het begin van een beloftevol leven in het hartje van Brussel, met hun liefdes, dromen en angsten. Ze komen samen in de Brusselse kroeg de Jupiter. Wanneer een bouwpromotor de panden aan het Ninoofseplein (in de buurt van de Jupiter) wil platgooien, moeten ze belangrijke keuzes maken.
- Finis Terrae (2014), door Nathalie Stalmans. Fascinerende schets van het Brussel van de 17de eeuw aan de hand van historische bronnen over hoofdpersonage Jérôme De Meester, diens dubbelwoning en haar bewoners in de huidige Nieuwstraat.
- Onwillig Brussel (2014), door Lieven Saerens. Het indringende en genuanceerde boek volgt de levensverhalen van de naar Brussel gevluchte Oost-Europese, Joodse families, voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. De verhalen strekken van de spanningen op de arbeidsmarkt, het antisemitisme, de Jodenrazzia's, de lokale Jodenjagers en de deportaties, tot het medeleven, de georganiseerde hulp en het verzet bij de onwillige Brusselse verantwoordelijken en de buren van naast de deur.
- Brussel (2015), door Basje Bender. De auteur is Nederlandse, juriste en gewezen “trainee” (stagiaire) bij de Europese Commissie. Zij schetst het leven van de ik-persoon, Elvie, in de nogal gesloten Brusselse bubble van Europese ambtenaren en lobbyisten, en geeft haar visie en deze van haar collega-eurocraten op Brussel en zijn verleidelijke vrijheden alsook zijn poëtische chaos. De lezer wordt niet alleen meegezogen in de leefwereld rond het Schumanplein, het Luxemburgplein en het Kasteleinsplein, het boek flaneert ook nog langs Elsene, het Flageyplein, Matonge, de Louizalaan, het Ter Kamerenbos met het nachtclubleven in Chalet Robinson, het Museum van Tervuren en de Hippodroom. [11]
- Veel Liefs uit Ribaucourt (2016), door Marc Antoine of Marc Haertjens. De eerste in een Brusselse “Roman Noire” reeks van Marc Antoine, over een journalist die over moslimextremisme in zijn gemeente schrijft.
- Het Brussel syndroom (2017), door Marc Buelens en Raf Vermeiren. Politieke thriller. Een bekende Europa-journaliste, een Brits toponderhandelaar en de kersverse Europese president worden gedwongen samen te werken bij de gelijktijdige ontvoering van zes eurocommissarissen.
- Atlas Brussel (2017), literair themanummer van Dietsche Warande & Belfort, samengesteld door Peter Vermeersch. In de verhalen van 23 auteurs die wonen of woonden in Brussel, neemt de hoofdstad vele gedaantes aan. Onder anderen Geert van Istendael, Lize Spit, Bregje Hofstede, Frederik Willem Daem, Joke van Leeuwen, Grazyna Plebanek, Ricardo Domeneck, Nisma Al-Aklouk en Daniel Tkatch sturen de lezer de stad in. [12]
- Het lijk in de boomgaard (2017), door Geert Van Istendael. Misdaadroman. De kettingrokende zwaarlijvige commissaris en zijn Turkse operaminnende rechterhand onderzoeken de moord op een rijke man, die wordt teruggevonden in het lieflijke Neerpede te Anderlecht.
- De zaak Magritte (2017), door Toni Coppers. Misdaadthriller in Magrittesfeer. Alex Berger, een Brusselse rechercheur, is ontroostbaar sinds zijn vrouw overleed bij de terroristische aanslagen in Parijs op 13 november 2015. Bij een reeks van mysterieuze moorden in Brussel en Parijs vinden de speurders bij het slachtoffer telkens hetzelfde briefje: 'Ceci n'est pas un suicide'.
- Ceci n’est pas une valise, Récits arabes sous un ciel belge (2017), verzameld door Taha Adnan. Zeventien auteurs komende van Marokko, Irak, Egypte, Palestina,... schrijven over hun Belgische adoptiesteden, waaronder Brussel, en schetsen een beeld van de Arabische diversiteit in België.
- Flik in de Marollen (2017), door Harri Solo. Het verhaal is gebaseerd op de dagboeken (2004 - 2011) van een politie-inspecteur in de Brusselse multiculturele wijk de Marollen. De weelde aan levensechte anekdotes geeft een uniek inzicht in het dagelijkse leven van een politieman en van waar de gewone Brusselse mensen in de straat van wakker liggen: de kwaliteit van hun wereld, het verlies aan morele waarden, het verdwijnen van de hoffelijkheid op de trams, het uitdoven van sociale controle in hun buurt, het afsterven van de solidariteit, het verraad van de socialistische politici, de arrogantie van de rijken, het uitroeien van alles wat natuurlijk en weerloos is, de vergiftiging van de natuur, de multiculturele vervreemding, de stijgende ongelijkheid, het bankroet van de democratie.
- Een gehucht in een moeras. Brusselse verhalen (2017), door Marc Didden. Persoonlijke anekdotes, scherpe observaties, subtiele liefdesverklaringen, geestige invalshoeken en weetjes over de Brusselse plaatsen waar de auteur sinds zijn jonge jeugd heeft gewoond: Brussel-Stad, Anderlecht, Evere, Sint-Gillis, Schaarbeek, de Marollen, Watermaal-Bosvoorde. Met prachtige foto's van Johan Jacobs.
- Mijn Gedacht (2017), door Luckas Vander Taelen. Polemisch geschrift, politiek-correcte taboes niet schuwend, over Brussel dat de laatste decennia op spectaculaire wijze is uitgegroeid tot de meest diverse stad ter wereld, en kampt met de hiermee samenhangende grote uitdagingen, gaande van islamitisch fundamentalisme en integratie tot mobiliteit. Kritische vragen bij het algemene en Brusselse politieke onvermogen om snel en efficiënt deze grote uitdagingen aan te pakken.
- Ik Jan Smeken (2017), door Rick de Leeuw en Remco Sleiderink. Schelmenroman met in de hoofdrol Jan Smeken, overleden in 1517. De avontuurlijke Brusselaar was stadsdichter gedurende dertig jaar, toneelvernieuwer, rederijker en organisator van optochten en intochten van vorsten zoals Johanna van Castilië. Het boek bevat ook historische achtergronden en passages uit het werk van Jan Smeken in een moderne, literaire vertaling.
Literatuur
- Georges Lebouc, Bruxelles vue par les grands écrivains, 2011, ISBN 978-2-87542-022-0
- Gilbert Stevens, Les écrivains dans la ville, 2010, ISBN 978-2-930018-80-5
- Martine De Clercq en Stefan Van den Bossche (red.), Zangers der Groene Waranden. Beelden van de literair-historische groene rand rond Brussel, 2006, ISBN 9789058675293
- Jozef Janssens en Remco Sleiderink (red.), De macht van het schone woord. Literatuur in Brussel van de 14de tot de 18de eeuw, 2003, ISBN 9789063064655
- André De Vries, Brussels. A Cultural and Literary History, 2003, ISBN 9781902669472 (= Cities of the Imagination, nr. 11)
- Marcel Van Nieuwenborgh, Literaire wandelingen door Brussel, 1990, ISBN 9789061525943
Bronnen, noten en/of referenties
|