Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025
Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Bom
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Bom of BOM kan verwijzen naar :
- Bom (wapen), een explosief, gebruikt als wapen.
- Ook : atoom~, benzine~, brand~, brisant~, diepte~, dynamiet~, fosfor~, fragmentatie~, kern~, knal~, napalm~, N-~, neutronen~, nevel~, rook~, spring~, staaf~, stink~, tijd~, vacuüm~, verf~, -aanval, -alarm, bombardement, bombardementsvliegtuig (bommentapijt), bommenlast, bommenrek, bombarderen, bombardeur, -inslag, -krater (-trechter), -melding, -scherf, -schuit, -tapijt.
- Een koker, doos, pakje enz. met explosieve stof(fen), inzake een bomaanslag door misdadiger(s), terrorist(en (ook : briefbom).
- Spon, schijfvormige sluitstop van het bomgat.
- (uitdrukking : "de bom is gebarsten / gesprongen" : het geheim is uitgekomen, het geschil heeft tot een uitbarsting geleid, er is plotseling een uitgestelde beslissing genomen.
- Een klanknabootsing (bijvoorbeeld : bom, daar lag hij ! / bom, zo slaat de trom / bom, in één keer was hij verdwenen).
- Bom (zeilschip) (bomschuit), een klassiek type zeilboot (van Noordzeevissers, verouderd).
- Bommetje, een waterzuil, veroorzaakt door op een bepaalde manier in het water te springen.
- Vulkanische bom, een groot brokstuk bij een vulkaanuitbarsting.
- Iets dat groot en dik is, een kanjer (ook : bommerd).
- Een groot glas sterke drank.
- Bommen van aardappelen.
- Zure bom, een grote, zure augurk.
- Een grote hoeveelheid (bijvoorbeeld : een bom duiten).
- Tamboerijn (verouderd, bijvoorbeeld : met bommen en schalmeien).
Personen :
- Frits Bom, een Nederlandse presentator.
Uitdrukkingen :
- "Geen half bittertje maar een hele bom".
- "Als een bom uit de lucht vallen" : Onverwacht verschijnen.
- "Een bom onder iets leggen" : Iets doen of zeggen waarvan de uitwerking later zal blijken.
- "Een schone bom" (clean) : Een atoombom zonder of met weinig radioactief materiaal.
- "Bomvol" : bijzonder vol / helemaal vol.
- "Een rijdende bom" : Een tankwagen met hoogbrandbare lading.
- "Lege vaten bommen het hardst" : Leeghoofden, weetnieten hebben het hoogste woord.
BOM :
- Bewegen Op Muziek of BOMmen, een lichamelijke oefening.
- Bewust Ongehuwde Moeder, een term die in 1977 geïntroduceerd werd.
- Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij, een participatiemaatschappij.
- Byte Order Mark, een term uit de informatica.
- Stuklijst (Engels: Bill Of Material).
Bommen :
- Het galmen van klokken (bijvoorbeeld : de brandklok bomt).
- Trommelen, bonzen (bijvoorbeeld : zij bomde op de deur).
- Schelen (bijvoorbeeld : wat kan mij het bommen !).
Zie ook
Dit is een doorverwijspagina, bedoeld om onderscheid te maken tussen de verschillende betekenissen en gebruiken van de term Bom. Op deze pagina staat een uitleg van de verschillende betekenissen van Bom en verwijzingen naar de betreffende artikelen.
Bekijk alle artikelen waarvan de titel begint met Bom, waarvan de titel Bom bevat of waarvan de titel of inhoud de term Bom bevat. |