Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Symbiose

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Associatie (biologie))
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Symbiose (uit het Griekse: συν: samen; βιοσις: levend) is het samenleven van twee (of meer) levensvormen. De partners heten symbionten. De grootste partner wordt ook wel gastheer genoemd. De term wordt buiten de Anglo-Amerikaanse literatuur ook wel in de plaats van de term mutualisme gebruikt en als tegenstelling gezien tot parasitisme, in plaats van in de overkoepelende betekenis.

Er zijn verschillende vormen van symbiose (in wijde betekenis), zoals:

  • mutualisme, waarbij de samenleving gunstig of noodzakelijk is voor elk van de levensvormen (symbiose in enge betekenis);
  • commensalisme, waarbij de ene levensvorm profiteert en de andere geen nadeel ondervindt;
  • parasitisme, waarbij de samenleving voor een (of meer) van de partners nadelig is;
  • parasitoïdisme, waarbij de gastheer uiteindelijk te gronde gaat. Het criterium dat een parasiet onderscheidt van een parasitoïde is dus dat de gastheer bij een parasitoïde uiteindelijk doodgaat ten gevolge van de parasitoïde.

Een relatie van jager tot prooi wordt niet als symbiose gezien.

Er kleven nadelen aan symbiose: als het met één soort niet goed gaat zal de 'partnersoort' ook schade ondervinden.

Voorbeelden

Mutualisme

  • Sommige plant- en diersoorten zijn erg goed op elkaar ingespeeld; sommige acacia's bijvoorbeeld leven in symbiose met mieren. De acacia heeft niet alleen grote, holle stekels die als behuizing gebruikt worden, maar scheidt zelfs zoete stoffen af in de vorm van kleine suikerrijke 'broodjes'. Deze groeien aan de uiteinden van de gevederde bladeren en worden door de mieren opgegeten. De mieren maken niet alleen gebruik van de acacia maar beschermen de gastheer door venijnig in de tong van een planteneter te bijten als deze probeert ervan te eten. Ook insecten die van de bladeren van de acacia eten worden aangevallen.
  • De inheemse bittervoorn kan zich niet voortplanten zonder een bepaalde soort zwanemossel. De vissen leggen de eitjes in de schelp, en de mossellarven kleven aan de wegzwemmende vissenlarven zodat deze zich efficiënter kunnen verspreiden. Het voordeel voor de vis is dat de zich ontwikkelende eitjes beter zijn beschermd.
  • Een bekende mutualistische symbiose vormen de korstmossen: een samenleving van een schimmel en één of soms twee algen. Omdat meestal de schimmels voortplantingsorganen kunnen vormen maar de algen niet, worden de korstmossen systematisch gezien ingedeeld bij de schimmels. De schimmel levert aan de alg water en mineralen, en de alg levert aan de schimmel suikers die hij maakt met hulp van fotosynthese. Ze kunnen meestal niet zonder elkaar leven, en zijn zelfs erg lang aangezien voor een aparte klasse organismen.
  • Een ander bekende symbiose is die van stikstofbindende Rhizobium bacteriën met vlinderbloemigen. Klaversoorten, lupines, erwten en bonen zijn daarom een bijzonder waardevol landbouwgewas.
  • Een minder in het oog springende, maar vrij algemene symbiose is die van de mycorrhiza waarbij bodemschimmels samen met planten leven. De schimmel voorziet de plant van voedingsstoffen (mineralen) terwijl de plant suikers geeft. Opvallende voorbeelden zijn Vliegenzwammen onder berk, eekhoorntjesbrood onder eik en kastanjeboleet onder den. Zeer algemeen, maar slecht miscroscopisch waarneembaar is het (vesiculair) arbusculair mycorrhiza.
  • Sommige heremietkreeften hebben een zee-anemoon op hun schelp. Die eet mee van de voedselresten van de kreeft en geeft de kreeft bescherming tegen aanvallers met zijn stekende tentakels. Als de kreeft verhuist van schelp zal hij vaak de zee-anemoon overbrengen op de nieuwe behuizing.

Commensalisme

  • Grote haaien hebben vaak remora's of zuigvissen bij zich die meereizen zonder dat de haai daar voordeel of nadeel van ondervindt.

Parasitisme

  • Vlooien in de vacht van een kat.
  • Gecompliceerdere vormen van symbiose kan men ook bij korstmossen vinden. Het korstmos Lecidea insidiosa is een voorbeeld van een parasitair korstmos, dat exclusief groeit op een ander korstmos: op Lecanora varia.

Parasitoïdisme

  • Sommige sluipwespen leggen hun eieren in andere insecten, waarna de larve van de sluipwesp zijn gastheer langzaam levend opeet.

Meervoudige symbiose

Het samenleven door meer dan twee levensvormen wordt meervoudige symbiose genoemd. Meestal betreft het dan twee of meer kleine levensvormen en een gastheer.[1]

Zie ook


Referenties