Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Askøy II

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Askøy II was een zeilschip dat werd gebouwd in opdracht van, en deels naar ontwerp van, de bekende Belgische architect Hugo Van Kuyck. Het schip werd echter vooral als de boot waar Jacques Brel naar de Stille Oceaan zeilde.

De Askøy II was een tweemaster van bijna 20 meter lang, 5 meter breed en bijna 40 ton.[1] In de jaren '60 was het het grootste privé-jacht in België.[2]

Hugo Van Kuyck

Het schip werd gebouwd in 1958, en ging te water in 1960. Er wordt gespeculeerd dat het schip een 'bibberschip' was, een schip waarmee West-Europeanen tijdens de Koude Oorlog zouden kunnen vluchten indien de Russen West-Europa zouden binnenvallen.

Van Kuyck vaarde met het schip tijdens zijn vakanties naar Schotland, Noorwegen en de Baltische zee.

Als voorzitter van de Royal Yacht Club de Belgique kwam van Kuyck in contact met Jacques Brel en toen 72-jarige Van Kuyck vanwege zijn leeftijd zijn schip in 1974 te koop stelde werd het schip door Brel gekocht.

Jacques Brel

Jacques Brel liet het schip opkalefateren en bestelde nieuwe zeilen bij de familie Wittevrongel, en vertrok er vervolgens mee op wereldreis Maddly Bamy en zijn dochter Frances.[3]

De reis ging via Spanje naar Madeira. Wegens ademhalingsklachten liet Brel zich onderzoeken, waarna de diagnose longkanker volgde. Brel vloog terug naar België om een deel van zijn linkerlong te laten verwijderen. Nadien keerde hij terug naar zijn schip op de reis verder te zetten via de Canarische eilanden, de Azoren en het Caraïbisch gebied. Dochter Frances zeilde het hele stuk mee maar zou na een ruzie op Martinique van boord gaan.

Brel zou de reis uiteindelijk staken op Hiva Oa waar hij zich zou vestigen. De zwaar zieke Brel schreef hier zijn laatste nummers, waaronder La Cathédrale, een ode aan het schip.

Kathy Cleveland en Lee Adamson

Brel verkocht zijn schip in 1976 aan de Amerikanen Kathy Cleveland en Lee Adamson, die op Hiva Oa belanden als bemanningslid op een zeilschip. Ze konden het goed vinden met Brel en kochten zijn schip enkele maanden na hun kennismaking.

Het koppel voer met enkele vrienden langs onder meer Tuherahera, Huahine, Raiatea, Maupiti, Fiji en Nieuw-Zeeland. Hierna eindigde de relatie van het koppel waarna Kathy Cleveland met vrienden verder over de Stille Oceaan zeilde. Het schip droeg ondertussen in grote letters de boodschap 'No Nukes' en het schip vaarde naar Tahiti om te protesteren tegen de Franse atoomproeven op Moruroa.

Het protest haalde niets uit en Cleveland verkocht het schip aan Harlow Jones, een Amerikaan die in Honolulu woonde.

Harlow Jones

Jones verbouwde het schip en installeerde een diepvriesinstallatie. Tevens richtte hij de Harlow’s Island Packet and Trading Company op. Het bedrijf kocht vis op van plaatselijke vissers op eilandjes in de Stille Oceaan en verkocht deze in Hawaii.

Smokkelschip

In 1988 verkocht Jones de Askøy II voor 130.000 dollar aan voormalige hippies die drugssmokkelaars waren geworden. De deal wordt beklonken in Las Vegas en werd deels cash betaald, deels in Krugerrand en deels in Canadese goudmunten.

Diezelfde zomer legde het schip aan in Hawaii, met tien ton marihuana uit Thailand. De smokkelwaar werd overgeladen in een kleinere boot die 's nachts aanlegde in Californië, nabij Santa Cruz waar de drugs met speedbootjes aan land werden gebracht. De operatie werd ontdekt door een kampeerder en de smokkelaars werden gearresteerd. De drugs, straatwaarde 66 miljoen dollar, werden geconfisqueerd.

De Amerikaanse politie ontdekte de rol van de Askøy II en het schip, ondertussen voor anker in Suva (de hoofdstad van Fiji) werd voor anker gelegd. De bemanning werd in 1993 uitgeleverd aan de Verenigde Staten.

Tijdens de jaren dat het schip aan de ketting lag werd het niet of nauwelijks onderhouden.

Lindsay Wright

De overheid van Fiji bood de Askøy II in 1993 openbaar te koop aan.

De Nieuw Zeelandse zeiler Lindsay Wright (later onder meer eerste stuurman op de Rainbow Warrior II die op weg was naar Japan hield onderweg halt in Fiji. Wright kocht de Askøy II voor zo'n 10.000 dollar. Hij wilde het schip als expeditieschip gebruiken naar subarctische eilanden zoals de Antipodeneilanden, Campbell-eiland en Macquarie-eiland.

Wright herstelde het schip en zeilde in 1994 op zijn eentje naar Nieuw-Zeeland. Het schip kwam in een storm terecht en tijdens de storm begaf de overbelastte motor het, waarna het schip strandde op Baylys Beach. Wright verliet het schip dat vervolgens jarenlang op het strand bleef verkommeren.

Berging en restauratie

In 2007 werden overblijfselen van het schip geborgen in opdracht van de broers Piet en Staf Wittevrongel die de vzw Save Askoy II hebben opgericht.[4][5] De broers Wittewrongel stammen af van scheepsbedrijf Wittewrongel waar Jacques Brel de Askøy II liet restaureren voor hij aan zijn wereldreis begon. Staf heeft Brel destijds ontmoet en de bestelling opgenomen.

De restanten van het schip werden overgebracht naar Oostende, twee jaar later werden ze overgebracht naar een scheepswerf in Rupelmonde waar de restauratie werd aangevat.[6][7]

Het schip verhuisde vervolgens naar Zeebrugge. De restauratie, die oorspronkelijk werd geraamd op een duurtijd van ca. 2 jaar liep meermaals vertraging op, onder meer wegens een faillissement van een scheepshersteller.[8][9][10]

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow