Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Asa van Juda
Asa (Hebreeuws: אָסָא) was de derde koning van Juda. Hij volgde zijn vader Abiam op.
Zijn leven staat in de Bijbel geschreven in 1Koningen 15 en 2Kronieken 13-16. Zijn regeerperiode wordt tegenwoordig gedateeerd op 913 v.Chr. tot 873 v.Chr. of van 911 v.Chr. tot 870 v.Chr., terwijl anderen vasthouden aan 977 v.Chr. tot 937 v.Chr.. Duidelijk is dat Asa een van de koningen was met een lange regeerperiode van 41 jaar. (1Koningen 15:1-10 (NW))
Asa wordt beschreven als een goede koning. Hij was actief in het vernietigen van afgodsbeelden en joeg mannen die in de tempel prostitutie bedreven hadden het land uit. Hij ontnam zelfs zijn grootmoeder Maächa de titel van koningin, omdat ze een afgodsbeeld had laten maken voor de heilige paal van godin Asjera. (1Koningen 15:9-19; 2Kronieken 15:16)
De eerste tien jaar van Asa’s regeerperiode heerste er rust in Juda. Asa gebruikte deze periode om de steden in Juda te versterken. Daarnaast richtte hij een groot leger op. Na tien jaar werd Juda aangevallen door de Nubiërs onder leiding van de legeroverste Zera, Het leger bestond uit een miljoen soldaten. Hoewel numeriek sterk in de minderheid, trok Asa nabij Maresa[1] ten strijde. Met 580.000 soldaten werd overtuigend de overwinning op de Nubiërs behaald. (2Kronieken 14:8-15)
De profeet Azarja herinnerde Asa eraan, vast te houden aan dat wat goed is, en verzekerde jedem ervan dat God met hem zal blijken te zijn. Hierna leefde Juda 25 jaar in vrede, totdat koning Baësa van Israël Juda aanviel. (2Kronieken 15:1-15) In die 25 jaar waren grote aantallen van het noordelijke tienstammenrijk van Israël naar Juda overgelopen. Baësa wenste daar een eind aan te maken en versterkte daarom de grensstad Rama, aan de hoofdweg naar Jeruzalem. Asa sloot daarop een bondgenootschap met koning Benhadad I van Aram, die zijn hoofdstad in Damascus had. Benhadad I viel het noorden van Israël aan, waarop Baësa zijn leger uit het zuiden terugtrok. Asa maakte hiervan gebruik door de bouwmaterialen uit Rama te verwijderen, en daarop zelf de twee steden Geba en Mizpa te bouwen. (1Koningen 15:16-22; 2Kronieken 16:1-6)
Toen de profeet Chanani Asa kwam vertellen dat hij er fout aan had gedaan om met Aram een bondgenootschap te sluiten, ontstak Asa in woede. Hij liet Chanani opsluiten en beging wreedheden tegen zijn volk. Korte tijd later werd Asa getroffen door een ziekte aan zijn voet, waardoor hij slecht ging lopen. Hij overleed twee jaar later en werd opgevolgd door zijn zoon Josafat. Asa werd begraven in de Stad van David in Jeruzalem. (2Kronieken 16:7-14)
Proband | Ouders | Grootouders |
---|---|---|
Asa van Juda | Vader: Abia |
Grootvader (vader): Rechabeam |
Grootmoeder (vader): Maächa / Micha | ||
Moeder: onbekend |
Grootvader (moeder): onbekend | |
Grootmoeder (moeder): onbekend |
Voorganger: Abia |
Koning van Juda | Opvolger: Josafat |
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Inzicht in de Schrift, Deel 1 1988, (it-1-O) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc. Asa (nr. 1),, p. 174