Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Abraham Couperus

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Abraham Couperus (Leeuwarden, 20 september 1752Soerabaja, 12 juli 1813) was een Nederlands koopman en later gouverneur van Nederlands-Malakka.

Familie

Couperus was een lid van de patricische familie Couperus en hij was de zoon van Abraham Couperus, schepen in Leeuwarden. Zijn vader trouwde twee keer en Abraham was de jongste van acht kinderen. Op 29 juli 1781 trouwde Couperus met de mesties Catharina Johanna Koek (1763-1843), weduwe van J.G. Abeleven. Het echtpaar Couperus-Koek kreeg een dochter, Gesina (1784-1828), en een zoon, Petrus Theodorus (1787-1823); er volgden nog drie dochters en een zoon die jong stierf.

Catharina Johanna Koek en Abraham Couperus worden beschouwd als de stamouders van de (Nederlands-) Indische tak van de Couperus-familie: hun zoon Petrus Theodorus was de grootvader van de bekende schrijver Louis Couperus. Hun dochter Gesina trouwde met Jan Samuel Timmerman Thijssen, eveneens uit een plantersfamilie. In 1814 werden de voormalige koloniën door Thomas Raffles teruggegeven. In 1818 keerde deze schoonzoon terug naar Malakka in de hoop het Nederlandse bewind te kunnen herstellen. Het fort was in 1807 gesloopt.[1]

Loopbaan

In 1772 trok hij naar Amsterdam, drie [2] of vier jaar later reisde hij naar Batavia.[3] In 1778 arriveerde hij in Malakka als soldijboekhouder en licentmeester van de VOC. In 1786 kwam zijn broer Mollerus, predikant in Wons, Wier en Parrega naar Malakka.[4] In april 1788 werd de opperkoopman Couperus benoemd tot gouverneur van Nederlands-Malakka. Op 15 augustus 1795 verscheen op de rede een Engelse vloot van 15 oorlogsschepen met een totale bemanning van 3500 koppen. De commandant, sir Henry Newcome, liet zijn majoor MacDonald aan wal gaan, die twee missiven overhandigde. De ene brief van Kew was op 7 februari 1795 door de naar Engeland gevluchte stadhouder Willem V ondertekend en behelsde een verzoek aan de bevelhebbers van de kolonie om de ‘bescherming’ te aanvaarden van Engelse troepen. De andere kwam van Lord Robert Hobart, gouverneur van Madras. Met zoveel woorden deelde deze mee dat Engeland de kolonie wenste over te nemen: liefst op vreedzame wijze maar desnoods met geweld.[5]

Na ongelukkig verlopende onderhandelingen en een nauwelijks gevoerde strijd gaf Abraham Couperus Malakka in december over aan de Engelsen, wat hem later – volgens D.K. Bassett ten onrechte – op beschuldigingen van hoogverraad kwam te staan. De Engelsen dumpten de voorraden (waaronder opium) op de markt, waardoor de prijzen daalden en de handelaren grote verliezen leden.[6]

De Engelsen brachten Abraham Couperus, zijn officieren en hun gezinnen als krijgsgevangenen over naar het Deense Tranquebar, een plaats ten zuiden van Madras (India) op de Coromandelkust. Pas in 1807 lieten de Engelsen hen gaan en het gezin Couperus-Koek verhuisde naar Batavia. In 1811 volgde Couperus’ benoeming tot raad van Indië, in 1812 tot raad van justitie in Soerabaja. Lang heeft hij die functie niet vervuld, want hij overleed er het jaar daarop. Catharina Koek is daarna naar Buitenzorg verhuisd.

Bronnen, noten en/of referenties

Bron

Voetnoten

rel=nofollow

Q5082198 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
rel=nofollow