Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Vrijheid van meningsuiting

Uit Wikisage
Versie door SjorsXY (overleg | bijdragen) op 27 okt 2010 om 14:11
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Vrijheid van meningsuiting oftewel vrijheid van expressie is de vrijheid van burgers om hun overtuigingen kenbaar te maken, zonder voor vervolging door de staat te hoeven vrezen.

Vrijheid van meningsuiting wordt vaak beschouwd als een integraal concept in democratieën. De vrijheid om zonder angst voor vervolging je mening te kunnen uiten staat expliciet vermeld in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

De wettelijke beperkingen op de vrijheid van meningsuiting kunnen per rechtsstaat verschillen. Het Nederlandse strafrecht richt zich tegen smalend taalgebruik en aanzetten tot haat, belediging van gezagsdragers en het verspreiden van leugens (laster en smaad), maar minder of niet tegen obsceniteit of schendingen van goede smaak.

Rechtsbronnen

De vrijheid van meningsuiting is o.a. verankerd in artikel 10 EVRM, artikel 19 IVBPR, artikel 7 Nederlandse Grondwet en artikelen 19 en 25 Belgische Grondwet.

Art. 10 EVRM

Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is bindend voor alle landen van de Raad van Europa.

Volgens art. 10 EVRM mag de vrijheid van meningsuiting alleen worden beperkt als

  • deze beperking voorzien is bij (kenbare) wet, en
  • deze beperking in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van:

In haar kersttoespraak van 2006 benadrukte Koningin Beatrix dat de vrijheid van meningsuiting haar grens vindt waar de rechten van anderen beginnen: vrijheid van meningsuiting is geen vrijbrief om te beledigen. Dit mag de moraal wellicht gebieden, het is wettelijk gezien niet zo: de vrijheid van meningsuiting omvat volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens óók het recht om te beledigen. Het EHRM (Europees Hof voor de Rechten van de Mens) heeft aangegeven hoe ver het recht van vrijheid van meningsuiting nu eigenlijk gaat (EHRM 24 februari 1997, de Haes and Gijsels v. Belgium):

The Court reiterates that the press plays an essential role in a democratic society. (...) freedom of expression is applicable not only to 'information' or 'ideas' that are favourably received or regarded as inoffensive or as a matter of indifference, but also to those that offend, shock or disturb the State or any section of the community. In addition, journalistic freedom also covers possible recourse to a degree of exaggeration, or even provocation (...).

Volgens het Europese Hof voor de Rechten van de Mens vindt de vrijheid van meningsuiting dus niet haar beperking daar waar anderen verontrust, gekwetst of geshockeerd worden. Volgens het Scientology-arrest gaat art. 10 EVRM zelfs zo ver dat het het auteursrecht opzij kan zetten: het auteursrecht kan in strijd zijn met de mensenrechten.

Art. 7 van de Nederlandse Grondwet

In de Nederlandse Grondwet staat de vrijheid van meningsuiting als vrijheid van drukpers. Het impliceert twee verschillende rechten: het recht om te openbaren en het recht om te verspreiden.

  • Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet (art 7 lid 1 GW)
  • Verspreiding mag ook door lagere wetgevers worden beperkt. Zelfstandige middelen van verspreiding (bv. het uitdelen van folders) mogen niet in hun geheel worden verboden: je moet kunnen blijven verspreiden.

Art. 7 lid 2 Grondwet verbiedt expliciet elke vorm van censuur voor radio en televisie. Art. 7 lid 3 Grondwet verbiedt alle andere vormen van censuur.

Handelsreclame heeft geen vrijheid van mening (art. 7 lid 4 Grondwet).

Artikelen 19 en 25 van de Belgische grondwet

België kent van bij de omwenteling van 1830 een uitgesproken vrijheid van drukpers en vrijheid van eredienst. Preventieve censuur is absoluut verboden en het bestraffen van zogenaamde drukpersmisdrijven is praktisch zeer moeilijk. Die zijn namelijk toegewezen aan een assisenhof met een volksjury. Karl Marx, Multatuli, Proudhon en Victor Hugo hebben in hun tijd deze Belgische tolerantie weten te waarderen en kwamen in Brussel schrijven en publiceren als het in hun eigen land te warm werd. Er werden nauwelijks opiniemisdrijven bestraft, tussen 1941 en 1994 bijvoorbeeld geen enkel, ook niet wegens laster of belediging van buitenlandse staatshoofden. De repressie na de Tweede Wereldoorlog sloeg enkel op staatsvijandige daden, niet op meningen. Fascistische drukwerken werden meteen weer “getolereerd”.

Rechtszaken omtrent vrije meningsuiting waren er dan ook bijna uitsluitend voor de burgerlijke rechtbanken, bijvoorbeeld wanneer een krant weigerde een recht van antwoord te publiceren of wanneer iemand meende recht op een schadevergoeding te hebben voor lasterlijke beweringen. Soms ondernam het gerecht een poging om een journalist te vervolgen wegens heling (van gestolen informatie) of schending van het geheim van het gerechtelijk onderzoek. Meestal had dit geen succes, maar het onderzoek zelf, bijvoorbeeld een huiszoeking op de redactie, kan wel intimiderend zijn ten overstaan van de persvrijheid.

In samenhang met het EVRM kan men stellen dat de Belgische grondwet meer ruimte laat voor politieke meningen en dat het EVRM soms meer ruimte laat voor zogenaamd zedenschennende afbeeldingen, die geheel niet onder de Belgische persvrijheid vielen. Door de gezamenlijke werking van de beide wettelijke bronnen, geldt nu in België telkens die regel die het minste beperkingen oplegt.

Aan die opvallende Belgische tolerantie is in zekere zin in 1999 een einde gekomen. In dat jaar werd artikel 150 van de Grondwet gewijzigd, zodanig dat persmisdrijven die door racisme en xenofobie ingegeven zijn niet meer door een assisenhof maar voor een gewone rechtbank met beroepsrechters beoordeeld worden. Het was de eerste grondwetswijziging sinds 1830 in verband met de meningsvrijheid, en dan nog in beperkende zin. Dat bleek vrij snel toen kort nadien het Vlaams Blok vervolgd werd, niet door het openbaar ministerie maar door een rechtstreekse dagvaarding van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, een initiatief van de regering, en de Liga voor Mensenrechten, een privé-initiatief. Bij een rechtstreekse dagvaarding voor een strafgerecht worden de bewijzen niet verzameld door de justitie, maar door de benadeelde, een uitzonderlijke procedure in het Belgische strafrecht. Drie VZW’s, zelfstandige deelorganisaties van de partij, werden veroordeeld voor medewerking aan de verspreiding van een strafbare mening.

Door deze evolutie weigert nu ook De Post soms een drukwerk te verspreiden met het argument dat “medewerking” kan gestraft worden. Vrijheid van meningsuiting is nooit een legitimatie geweest voor onjuiste uitlatingen of laster ten opzichte van privé-personen of gehele groeperingen in de samenleving. Maar de nagenoeg onaantastbare Belgische grondwettelijke bescherming is opgeheven en ingevuld door de antiracismewet.

Vrijheid van meningsuiting en het Internet

De ontwikkeling van het Internet heeft nieuwe mogelijkheden geopend voor het bereiken van vrijheid van meningsuiting met behulp van methodes die niet afhangen van wettelijke maatregelen. Pseudoniemen en data havens (zoals Freenet) zorgen voor veel vrijheden, omdat de technologie garandeert dat materiaal niet kan worden verwijderd (gecensureerd) en dat de auteur onmogelijk is te linken aan een fysieke identiteit of organisatie.

Het komt regelmatig voor dat Nederlanders voor hun uitspraken op het Internet vervolgd worden en dat Nederlandse Internet sites uit de lucht worden gehaald voor de meningen die zij verkondigen. Er is ook sprake van zelfcensuur, op vele sites worden ongewenste meningen verwijderd. Er zijn ook enkele organisaties zoals het Meldpunt Discriminatie Internet dat zich voornamelijk bezighoudt met het opsporen van foute uitspraken en zich inspant om deze vervolgens te laten verwijderen.

Het ervaren van andermans vrijheid van meningsuiting

Voorop gesteld heeft elk individu z'n eigen mening, die door de algemeen geldende normen en waarden in grote lijnen overeen komt met menig mening van een ander. Toch is geen enkele mening in z'n totaliteit hetzelfde, oftewel blijven er altijd onenigheden bestaan. Deze kunnen mogelijk een ander niet aanspreken, maar even zo goed beledigen of kwetsen. In eerste instantie is de gene die die bepaalde mening uit, verantwoordelijk voor de reactie(s) die hij/zij erop krijgt. Hierbij hoort deze alvorens de uitspraken af te wegen of iets gezegt kan worden óf om dat mogelijk beter achterwege te laten. De andere kant van de communicatie (de aanhoorder) heeft echter de keuze om wél, danwel níet te reageren, of het ingetogen te doen. Zoals bij elk mens hebben gevoelens hun doorwerking in gedachten en op eventuele intuïtieve reacties. Het is daarbij de kunst, en gelijktijdig een respectabele manier van doen / uitlaten, om de emoties in toom te houden, door als het ware erboven te staan, oftewel jezelf verheffen, boven de beledigende / kwetsende meningsuiting(en). Er kan dan op een neerkijkende manier een doordachte (of intuïtieve) reactie worden gegeven, waarbij de gene van het veroorzaken van de uiting(en), op zijn manier van uiten van zijn mening worden aangesproken.

Bij communicatie tussen mensen is het volgende van belang :

  • Aangaande een ander : Inborst plus input is output (aangeboren eigenschappen plus opvoeding / onderwijs / leven is gedrag / uitingen).
(oftewel : Output is inborst plus input.)
  • Aangaande iemand zelf : Alle woorden / uitspraken kunnen met nog betere / sterkere woorden weerlegd / ontkracht worden. Hierbij is het streven omzich niet te verlagen tot het niveau van de opponent een pré, temeer dat bij overige aanhoorders / getuigen veelal respect afdwingt ("twee vliegen in één klap").

Verkeerde, ongepaste, beledigende, opruiende en mogelijk volledig onjuiste meningsuitingen van hooggeplaatste personen met veel invloed (van boven en in de breedte), zoals ondermeer bij politici het geval is, zijn onderhevig (soms niet) aan de staats- of regeringsvorm. In Nederland wordt de vorm van de constitutionele monarchie gehanteerd, waarbij middels de bevolking (kiezers) de betreffende hooggeplaatste personen (op een indirecte manier) hun positie kunnen verkrijgen, maar evenzogoed verliezen. Bij dergelijke verhoudingen (tot degene wie zich aangesproken voelt) kan het lijken dat er geen wederwoorden (tegenspraak) mogelijk is, doordat deze in directe zin niet aan lijken of blijken te komen. Dit zal veelal samenhangen met waar de uiter van de mening zich op richt, wat meestal de grote (of : zo groot mogelijkste) massa (bevolking) is. De juiste en meest effectieve manier om in deze te reageren, is dan ook middels deze zelfde grote massa, oftewel moet (spreekwoordelijk) één vuist gemaakt worden. Hierbij zijn de eerder genoemde factoren binnen een communicatie, betreffend ieder zelf en anderen, van evengroot belang. Bij de juiste argumenten zal er dan ook een goed verloop zijn.

Zie ook