Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Moeder van alle goden
Moeder van alle goden, Goddelijke Moeder of Moeder Gods is een gepersonifieerd concept waarmee in archaïsche mythologieën het principe van het allerhoogst genererend vermogen dat zich in de natuur en in de kosmos laat gelden werd aangegeven.
Ontstaan en gebruik als epitheton
Natuurkrachten en wetmatigheden werden als werkende principes gepersonifieerd in goden, verantwoordelijk voor het ontstaan en vergaan der dingen. Met het concept moeder van alle goden werd het ontstaan van de goden zelf toegelicht. Marija Gimbutas schreef dit toe aan paleolithische volken waarbij de samenleving matriarchaal georganiseerd zou zijn geweest rond een stammoeder. Het idee heeft echter pas zin zodra polytheïsme is ontstaan. Volgens Rosemary Radford Ruether is het toe te schrijven aan de hellenistische aanname dat alle goden uiteindelijk tot een enkele god kunnen worden teruggebracht.[1]
In de loop van de geschiedenis heeft het concept zich gehandhaafd, ook waar zich een monotheïsme ontwikkelde. Het is dan geformuleerd als 'Moeder Gods'.
Gebruik in verschillende culturen
Georges Dumézil zag een gelijkaardig collectief ontwikkelingsproces zich voordoen in verschillende culturen van verschillende tijden. De verklaring van het ontstaan van een veelheid aan goden uit een 'moeder van alle goden' is een constante die we tot op vandaag en ook in onze eigen cultuur aantreffen. Het concept is deels overgeleverd, deels op meerdere plaatsen ontstaan of beide simultaan in een ingewikkeld cultureel uitwisselingsproces.
Indisch Subcontinent
Agni is de eerste godheid die voortkomt uit de Moedergodin Aditi in de Veda. Zijn geheime naam betekent 'eerste', zij wordt moeder van de goden genoemd.
In een tantrisch geschrift (Mahakalasamhita) luidt het:
Zoals de Zon, die zich in een vijver weerspiegelt, zich als ontelbare zonnen voor doet, zo verschijnt ook gij, O Moeder, als vele - Gij Ene zonder Tweede, Hoogste Brahman!
De hele wereld die we om ons heen zien is het spel van Maya, de Illusie, de versluierende kracht van de Goddelijke Moeder. God is noch goed, noch slecht, ...[2]
De Todas in Zuid-India offeren nog steeds een kalf aan de 'Koemoeder' die de wereld voorstelt. Ze uiten daarbij een gebed waarin het woord Ninkurshag voor komt. Volgens hen is de betekenis ervan onbekend maar is het een heilig woord. Er lijkt echter overeenkomst te zijn met de Soemerische godin Ninhursag, mogelijk door contacten via het eiland Dilmun in de tijd van de Indusbeschaving.
China
Al in de Chinese oudheid werden aarden beeldjes van vruchtbaarheidsgodinnen gemaakt. In de Chinese volksreligie en daoïsme is de titel "Heilige Moeder van de Hemel" (天上聖母) alleen bestemd voor de zeegodin Tianhou. In de 19e eeuw vertaalden katholieke missionarissen in China de heilige Maria als "Heilige Moeder van de Hemel". In de Chinese pantheon zijn vele godinnen te vinden die de partner zijn van een god. Zo heeft de aardegod Tudigong een echtgenote die "Moeder Aarde" (土地娘娘) heet.
Het Oude Egypte
In het Oude Egypte lijken er zo goed als geen aanwijzingen overgebleven dat ooit een godin aan de oorsprong van alle goden zou hebben gelegen. Zelfs Maät, een van de oudste en meest principiële concepten op dat vlak, werd in de latere mythologische versies tot 'dochter' van de aloverheersende zonnegod Ra gemaakt.[3] Ook Satet uit het zuidelijke Elephantine, die als de bron van de Nijl, en daarom overdrachtelijk van alle leven (dus logischerwijze ook dat van de goden) werd beschouwd, is ooit aan Ra ondergeschikt gemaakt.
De lettergreep ma is een van meest eenvoudige klanken en in veel culturen een aanduiding van moeder. In Soemerië betekende Matu godin, evenals bij de Pigmeeën waar het voor zowel baarmoeder en onderwereld staat.[4]
Verder onderzoek heeft ook aangetoond dat los van het concept van godinnen die specifieke andere godheden voortbrachten ("baarden") de idee van een "Moeder van de goden die alle goden voortbracht" is blijven bestaan. Zo draagt de godin Noet, die volgens de Piramideteksten de zon (dus de latere god Ra) voortbracht[5] en volgens de Sarcofaagteksten ook de maan[6] vaak het epitheton "zij die de goden baarde". Dit verwijst meer concreet naar de hemellichamen welke de hemelgodin dagelijks "draagt" en weer "verzwelgt" (een idee dat leidt tot de symbolische voorstelling van Noet als een "hemelse zeug").
Ook Moet is een godin in de Egyptische mythologie die de grote moeder en koningin van de goden verpersoonlijkte (Amon was koning der goden). Haar beginselen en haar ontstaan zijn nog erg duister omdat er geen teksten over haar gaan die dateren van voor het Middenrijk.
Nennoe was een van de acht goden die volgens de priesters van Hermopolis de oudste van Egypte waren, zij waren de vaders en moeders van de Zon. Met deze stelling kwamen zij evenwel in aanvaring met de school van Heliopolis.
Ook de vele duizenden jaren lang populaire godin Isis droeg naast epitheta als de Betoverende en Moeder van de zon dat van Moeder van god. Zij baarde ten slotte in een eeuwige cyclus Horus, die de gestorven Osiris was. Een oude vorm van Isis' naam was Asjesj, verwant aan het Soemerische of Kanaänitsche Asjerah (wat levensboom of evolutieboom betekent).[7]
Kanaän
In het Oude Kanaän was Asherah tegelijk de benaming voor de levensboom of evolutiestamboom en voor de godin die deze personifieerde. Haar epitheta waren "De Vrouw die de Zee doorkruist" en "De Moeder van de Goden". Zij werd voorgesteld als een boom bij het altaar, of alleenstaande zuil of paal, als aanwijzing voor de moedergodincultus die in Kanaän veelvuldig floreerde voor de komst van de Hebreeën.[8] De belangrijkste joodse Bijbelcommentator, Rashi, legt uit dat 'Asheirim' (meervoud van 'Asherah') verwijst naar "bomen die aanbeden worden door de Kanaänieten".[9]
Archeologen vonden dat tot in de 6e eeuw v.Chr. huisaltaren werden ingericht, of op zijn minst figurines werden bijgehouden van Asherah, die in alle sites opmerkelijke overeenkomsten vertonen.
Deze godin komt ook als Ashratum of Ashratu af en toe voor in Akkadische bronnen.
Bij de Hittieten komt zij voor als Asherdu(s) of Asertu(s), of ook nog Aserdu(s), gemalin van Elkunirsa, en moeder van ofwel 77 ofwel 88 zonen.
Ook de moedergodin, die onder de naam Astarte (afgeleid van de Akkadische Ishtar) werd vereerd in Kanaän, kreeg volgens inscripties het epitheton: "Hemelse Heerseres, Meesteres van het Koningschap, Moeder van alle Godheden".[10] Zij werd in verband gebracht met Baäl, maar bij nauwkeurige waarneming blijken het ritueel en de vorm van de religieuze praktijken die van de oude godinnenreligie te zijn.[11] De cultus zou teruggaan op de originele moedergodincultus van Kanaän waarvan archeologische relicten zijn gevonden daterend uit ca. 7000 v.C. Professor Yigael Yadin (archeoloog aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem) meldt hierover: Wij ontdekten heel wat kleifiguurtjes die Astarte, de vruchtbaarheidsgodin, voorstelden, en van wat de heilige prostituees genoemd mogen worden, die met de Baäl- en Astarte-cultus verbonden waren.
Mesopotamië
Nammu was in Soemerië de naam van de oergodin die beschouwd werd als schepperes van al de eerste goden. Ze wordt in een hymne ook aangesproken als "de almoeder van het sterfelijk leven".
Zoals de Egyptische Nennoe wordt Nammu de zelfbevruchtende schoot, de vruchtbaarmakende wateren of de vruchtbare wateren (het kosmisch 'vruchtwater') genoemd, en ook de oermaterie. Er zijn zeven mindere godinnen aan haar toegevoegd in het uitoefenen van haar functie.
In een tablet dat de lijst opgeeft van Soemerische godheden werd, aldus professor Kramer, de godin Nammu geschreven met het ideogram voor 'zee', en ze werd er beschreven als "de moeder die hemel en aarde baarde". In Eridu werd zij beschouwd als het grondwater dat de wereld schiep. De Soemerische Nammu is identiek aan de Oud Egyptische en Indiase Ma Nu, dat wil zeggen de Diepte die er was voor iets geschapen werd, of die aan het heelal ten grondslag ligt. In een Soemerische tekst lezen we: Zij schonk leven aan hemel en aarde.
In sommige Soemerische tabletten wordt de Godin ook "Grote Moederslang van de Hemel" genoemd, wat overeenstemt met haar vorm als Tiamat. En bepaalde beelden uit Soemerië daterend van 4000 v.Chr. tonen de Godin met een slangenhoofd. Deze naam schijnt uiteindelijk Soemerisch, waar Ti = Leven en Ama = Moeder, lijkt te suggereren dat haar oorspronkelijk naam “de moeder van alle leven” betekende[12]
Ninhursag is een oude godin die de "Grote Mammetun" werd genoemd. In een mythe speelt zij een belangrijke rol bij de schepping der mensheid, in een andere veroorzaakt zij een reeks goddelijke geboortes in het paradijselijke Dilmun. Zij werd in Soemerië en in India vereerd als moeder van de goden.
Omstreeks 800 v.Chr. stond Semiramis bekend als koningin, een zeer mooie vrouw van goddelijke afkomst en vertegenwoordigster van de godin. Zij werd aanbeden als de "Moeder-der-Goden", "Koningin-der-Hemelen" en "Godin-der-vestiging".
Anatolië
Hepat of Kheba was de Hurritische pendant van de “moeder van de Goden” Hannahanna bij de Hettiten en droeg als epitheton "Koningin der Hemelen". Hepat werd afgebeeld al zittend op een troon of al staande op een leeuw. Dit was haar heilig troeteldier. Zij werd later met de Hebreeuwse naamgenote Havva (Eva gelijkgesteld, die ook “de moeder van alle levenden” wordt genoemd in Genesis.[13]
In een latere fase werd zij als echtgenote aan de stormgod Teshub toegewezen en onderhield een bijna gelijke status met hem, soms overheerste ze hem zelfs.
Mah of Nintu
In de Hettitische mythologie werd Hannahannas ook Nintu of Mah genoemd. Zij werd beschouwd als "de moeder van alle goden".
Efeze
Efeze, gesticht in oeroude tijden in een vruchtbare regio van Lydië, die bovendien toegankelijk was zowel van uit het oosten als het westen, groeide uit tot een stad van 300.000 inwoners, gecentreerd rond de tempel van een moedergodin.
De oude Artemiscultus
Efeze was vanouds een centrum voor de verering van de moedergodin Artemis-Diana. De Artemistempel, een van de wereldwonderen uit de oudheid, vormde een centrum en symbool van hoop voor alle inwoners, van de bescheiden klasse tot de leidende. De tempel was ook een wijdvermaard toevluchtsoord geworden, een traditie die verband hield met de mythe dat de Amazonen, die volgens de legende de eerste tempel ooit hadden gesticht, er hun schuilplaats hadden voor Herakles en ook Dionysus. Koningen, keizers, handelaars, militairen, jonggehuwden, gelovigen van verschillende moedergodincultussen, allen richtten ze zich tot her orakel in de tempel om antwoord op hun vragen en gebeden. Tempel en stad kenden grote rijkdom dankzij de schenkingen van bezoekers. De tempel kreeg er de functie van een bank, wissels werden met verschillende steden uitgeschreven, zoals: Sardus, Smyrna, Milete en Priene.
Aspasia van Milete was volgens antieke schrijvers 'bordeelhoudster', wat hun perceptie van de archaïsche dienst van de godin (inclusief zogenaamde tempelprostitutie) was. Zij werd minnares van Perikles en leverde hem inspiratie voor de democratie. Herodotos van Halicarnassus onderwees geschiedenis te Efeze, en Hecate van Milete aardrijkskunde. Hippodamus, beroemd architect van Priene, een stad in de buurt, richtte er een school voor architecten op.
Na de slag bij Salamis werd Artemisia I, die niet alleen de naam van de godin droeg, maar haar blijkbaar ook nog vertegenwoordigde zoals vanouds gebruikelijk was, officieel gedetacheerd voor Efeze. Zij zorgde dat de landen onder haar bestuur, waaronder naast Halicarnassus ook Kos, Nisyros en Kalynda, door hun verbond met de Perzen floreerden.
Later zagen de Romeinen het belang van Efeze ook in als kenniscentrum, en tussen 114 en 125 n. Chr. werd er in opdracht van Tiberius Julius Aquila de Bibliotheek van Celsus gebouwd. In de nissen in de muren werden ongeveer 12.000 perkamentrollen bewaard.
Christelijke cultus
Als belangrijk spiritueel, intellectueel en cultureel centrum werd Efeze vanaf de Romeinse tijd eveneens bezocht door de exponenten van het christendom, zoals de heilige Paulus, Timoteüs en Barnabas. Zij bestempelden de eredienst aan de godin echter als 'afgoderij'. Toch slaagden ze er niet in de Efeziërs wat dat betreft tot andere gedachten en rituele praktijken te brengen. De cultus van de moedergodin was er vanouds te diep geworteld. Men poogde toen, aanvankelijk zonder succes, de cultus te substitueren door een dienst voor de Heilige Maagd Maria. Volgens de legende zou Maria (moeder van Jezus) zelfs in Efeze zijn begraven. Het 'Huis van de Heilige Maagd Maria' (Turks: Meryemana) in de buurt van Efeze is zelfs een bedevaartsoord geworden, waar zowel islamitische als christelijke gelovigen naartoe worden geleid.
In 431 werd Efeze gekozen voor een Concilie over de twistvraag of Maria Theotokos (Moeder van God) was in spirituele dan wel in letterlijke betekenis, iets waarover de Assyrische Kerk van het Oosten dwars lag. Tijdens dit concilie werd de Kerk van Maria gebouwd om de Efeziërs een nieuw eigen cultuscentrum te geven. Tegelijk werd ter bevestiging in Rome door de Paus de Basiliek van Maria de Meerdere (Basilica di Santa Maria Maggiore) gebouwd, zodat beide machtscentra met elkaar waren verbonden.
Want na het concilie splitste een deel van de, toen in het Perzisch rijk bestaande, Syrische Kerk zich af van het in het Romeinse Rijk zetelend patriarchaat van Antiochië. Zo ontstond de Oost-Syrische of Nestoriaanse kerk.
Ook voor een tweede Concilie bleek Efeze belangrijk genoeg als wereldcentrum. Daarbij werd de stad in 449 tot bisschoppelijk centrum van het christendom uitgeroepen. Blijkbaar kregen christenen er desondanks nog lang heel wat tegenwind. Het wagenwiel uit Efeze was een christelijk geheim symbool om pelgrims naar de juiste plaatsen te leiden.
Mithrascultus
Het ontstaan van de Mithrascultus gaat terug tot de tijd dat arische Hindoes en Perzen nog één volk waren. De god Mithra komt in de heilige boeken van beide volkeren voor. Later verbreidde de cultus zich over Anatolië en van daar naar Griekenland en het Romeinse rijk. Volgens de Perzische mythe werd Mithras, zoals zij hem noemden, geboren uit de maagd Anahita, die dan ook het epitheton van “Moeder Gods” kreeg.[14]
De cultus van Cybele
Cybele werd de Magna Mater, de "Grote Moeder" genoemd en werd vooral vereerd als vruchtbaarheidsgodin. Bij de Hittieten (ongeveer 1700 en 1200 v.Chr.) heette zij Kubaba of Kubebe. In Phrygië (8e eeuw v.Chr. met hoofdstad Gordium) ontwikkelde ze zich tot de moeder van de natuurlijke wereld. Cybele was een moedergodin die niet alleen stond voor vruchtbaarheid en verzorging, maar vooral ook een godin met macht, wier voorspraak men kon afsmeken ter bescherming. Cybele of Magna Mater werd beschouwd als de moeder van alle goden.[15]
Grieken
Op Kreta evolueerde in de loop van het 2e millennium v.Chr. de moedergodincultus door een groot aantal nieuwe actoren: diverse dieren, planten, enzovoorts. Een hele menigte demonen (gesymboliseerde natuurkrachten) vergezelde de goden, zoals de Cureten en Dactylen, die hun oorsprong kenden in deze periode. Ze kenden een talrijke afstamming in de Griekse mythologie (Chimeren, Gorgonen, Sirenen, etc.). De moedergodin zelf splitste zich op, waarschijnlijk in moeder en dochter, zoals later het geval zal zijn voor haar erfgenamen Demeter en Persephone. Deze laatste was haar aspect dat over de onderwereld heerste.
Demeter
Het pantheon van de Grote Goden die op Samothrake werden vereerd, bestond uit verscheidene chtonische goden van voor de komst van de Griekse kolonisten op het eiland in de 7e eeuw v.Chr.. Het vormde zich rond één centrale figuur - de "Grote Moeder"-godin. Haar oorspronkelijke geheime naam was Axiéros. Ze is mogelijk verwant met Cybele en de Trojaanse moedergodin van de Ida. De Grieken associeerden haar met de vruchtbaarheidsgodin Demeter.
Het heiligdom van de Grote Goden van Samothrake herbergde een mysteriecultus gewijd aan een pantheon van chtonische godheden waarvan de moedergodin de belangrijkste was. En ook in Akragas (het huidige Agrigento) bevond zich een tempel gewijd aan chtonische godheden.
Demeter en Persephone zagen beiden toe op aspecten van de vruchtbaarheid van het land, terwijl Demeter een typisch Olympische cultus had en Persephone een chthonische.
Romeinen
De Romeinen vierden diverse voorjaarsfeesten. Begin mei hadden ze het meerdaagse bloesemfeest, de Floralia geheten. Op de eerste dag van mei vierden ze het feest van de aardgodin Bona Dea ('de Goede Godin'), die later met de Griekse godin Maia werd geïdentificeerd. Zij was de oudste en mooiste van de Pleiaden, de zeven dochters van Atlas en Pleione. Het Griekse woord μαια (maia) betekende oorspronkelijk 'moeder' en later 'vroedvrouw' (μαιεια-maieia). De Romeinen vereerden deze Griekse moedergodin opdat zij de dingen van de natuur zou laten groeien. Zij noemden de meimaand (Maius in het Latijn) naar haar. Het Latijnse woord maior (= 'groter') is aan maia verwant, zo ook het woord maiestas (= 'aanzien', 'pracht', 'het hoog in aanzien zijn', 'verheven zijn'). In de Middeleeuwen ontstond in Italië het gebruik om de maand mei toe te wijden aan Maria, "de Moeder Gods".
Noordelijk Europa
Uit wat van de Noordse mythologie tot ons is gekomen via de Edda van Snorri Sturluson lijkt niets er op het eerste gezicht op te wijzen dat een almoeder bovenaan het pantheon zou hebben gestaan. De goden zijn er voortgekomen uit een reus, die eerder van het mannelijk geslacht lijkt, al zou deze zich gevoed hebben aan de melk van de Hemelkoe Audhumbla. Verder is er sprake van een categorie vruchtbaarheidsgoden, de Wanen, die uit een oudere mythologie lijken te stammen. Aan het hoofd daarvan en van de Alven die de natuurkrachten vertegenwoordigen, is de tweeslachtige Freyr of Freya aangesteld, of beiden, wier naam in feite enkel een titel is en 'heerser(es)' betekent. In de Germaanse mythologie is het eerder Frigg, die als vruchtbaarheidsgodin ook godin van het moederschap wordt genoemd. Maar het is niet duidelijk of zij in dat geval ook als moeder van de goden wordt gezien.
Germaanse meifeesten
De Germanen en West-Slavische volkeren kenden ook een in mei gehouden vruchtbaarheidscultus. Grootse feesten werden gevierd rond op open plekken opgerichte bomen of boomstammen, die later Meibomen zijn gaan heten. Zoals de Romeinen vierden ook de Germanen in mei de zich opnieuw manifesterende groeikracht van de natuur en de overwinning van de zomer op de winter. Meifeesten rond Meibomen met Meidansen, Meikoninginnen en Meigraven bleven ook na de kerstening van Europa voortbestaan.
In de vroege Middeleeuwen werden de volkse lofbetuigingen op de heidense aard-, moeder- en vruchtbaarheidsgodinnen steeds vaker geprojecteerd op Maria, die al sinds het jaar 431 officieel als de Moeder Gods werd vereerd. In de 13e eeuw ontstond vanuit Italië de idee om de meimaand geheel in het teken te stellen van de verering van de Heilige Maagd Maria. Tijdens de Contrareformatie waren het vooral de jezuïeten en kapucijnen die vanuit Rome dit gebruik over heel de Kerk verspreidden.
Kelten
De Kelten kenden als moedergodin Danu, stichteres van de Tuatha Dé Danann. Het Keltisch Imbolc (Oimelc) feest, is het enige Keltische feest dat samenhangt met een godin, namelijk Brigid (Brid). Brigid was een voorname Keltische godin die zelfs door het christendom als "heilige" werd gedegradeerd. (Zij het "op en af"). Het feest van de godin Brighid "Imbolc" of "Oimelc" werd door de christenen gekerstend als het feest van "Maria Lichtmis".
Ierse Ana
Ierland wordt Iath n'Anann genoemd. Anu wijst in haar personificatie als maagdelijke moedergodin eerder op een traditie van veel oudere oorsprong. Anu wordt in de Sanas Chormaic vermeld als moeder van de goden. Ook wordt zij geassocieerd met de godentrias van de drie Marrigu, de oorlogsgodinnen Macha, Morrígan en Badb.[16]
Haar belangrijkste cultusplaats was Munster, in Zuidoost-Ierland. Bij Killarney liggen twee heuvels met de naam Paps of Anu - borsten of tepels van Anu.[17]
Catalaans
Van oorsprong wordt in de Catalaanse hoofdstad Mare Déu de la Mercè, Moeder Gods van de Genade vereerd. Haar feestdag is 24 september, maar het feest duurt normaal gesproken meerdere dagen. Culturele hoogtepunten zijn de castellers (de menselijke torens van soms wel negen lagen) en de traditionele processies met levensgrote personages.
La Orden de la Merced werd in 1218 opgericht, met als doel christenen van de Moren te helpen ontvoogden. Op 25 september 1687 werd Mare Déu de la Mercè tot stadspatrones van Barcelona gekozen. Tegenwoordig symboliseert La Mercè vooral het einde van de zomer, het is het laatste grote festival dat gedurende de broeierige zomermaanden plaatsvindt.[18]
De Mariacultus
De allereerste dag van elk jaar is in het christendom gewijd aan Maria Moeder van God. Op die dag viert de Kerk dat Maria, uit wie Jezus werd geboren, waarachtig aanzien wordt als moeder van God (Theotokos). Dit werd voor het eerst als dogma bepaald in het Concilie van Efese in 431. Mater Dei werd toen als epitheton aan Maria overgedragen. Oorspronkelijk was het moederlijke aspect een attribuut dat aan de Heilige Geest was toegekend. Verder is er ook een relatie tussen de symbolen Moeder Gods, maan, water en bron,[19] een associatie die van in de oudheid bij veel godinnen is aangetroffen.
Maria, de Heilige Moeder Gods is sinds eeuwen de meest populaire heilige, en kent in alle katholieke landen een grote devotie.[20] De toewijding van een maand aan Maria heeft zoals bij veel katholieke feesten het geval is een heidense achtergrond.[21]
Een voorbeeld is de Platytera, de Moeder Gods van het Teken, een afbeelding van de Moeder Gods met Immanuël in haar schoot. Wat uitgebeeld wordt is het vooreeuwige Woord Gods in de 'emblematische figuur' van Immanuel, met andere woorden de menswording van het Woord uit de Maagd Maria. Van een kerk in Constantinopel in de Blacherne wijk komt de naam Blachernitissa. De mantel van Maria was in die kerk een relikwie. In Rusland spreekt men als er een clipeus bij is, van 'Moeder Gods van het teken'. Dit verwijst naar het verhaal in Jesaja 7 vers 14 waar koning Achaz een teken ontvangt van de profeet Jesaja: "Zie ,de jonge vrouw is zwanger en zal een zoon ter wereld brengen, en gij zult hem de naam Immanuël geven."[22]
In Pečerskaja is Moeder Gods van het Holenklooster van Kiev te bezoeken.
Amerika
De Inca's stonden overwonnen culturen toe hun individuele religies te behouden. Daaruit vloeide een veelheid aan godheden voort, waaronder een aantal vrouwelijke die als 'Mama' werden aangeduid:
- Mama Cocha ("zeemoeder") was de zee- en visgodin, beschermvrouwe van vissers en zeelui, maar ook de vrouw en zuster van Inti. In een legende baart zij ook Inti en Mama Quilla van Wiraqocha.
- Mama Quilla ("moeder maan" of "gouden moeder") was een godin van de maan, het huwelijk en festiviteiten. Zij was de dochter van Wiraqocha en Mama Cocha, maar ook de vrouw en zuster van Inti. Zij was de moeder van Manco Capac, Pachacamac, Kon en Mama Ocllo.
- Mama Pacha (of Pachamama) was de vrouw van Pachacamac en een vruchtbaarheidsgodin in de vorm van een draakje. Zij waakte over zaaien en oogsten en veroorzaakte aardbevingen.
- Mama Coca (of Cocomama) was een godin van gezondheid en geluk. Oorspronkelijk was ze bijzonder promiscue, en brak doormidden door haar vele minnaars. Uit haar lichaam groeide de eerste coca plant, waarvan de mannen de bladeren mochten eten voor hun gezondheid en vrolijkheid.
- Mama Allpa was was een vruchtbaarheidsgodin met meerdere borsten
- Mama Zara ("graan moeder", of Zaramama) was de godin van het graan. Zij werd geassocieerd met speciaal gevormde maïskolven, die aangekleed werden als poppen van Mama Zara. Zij werd tevens geassocieerd met treurwilgen.
Zie ook
Noten
- º Ruether, R.R. (2005): Goddesses and the divine feminine. A Western religious history, University of California Press, p. 104-105
- º Divine mother
- º Armour, R.A., Gods and Myths of Ancient Egypt, p. 134-5
- º Leeming, D.A.; Page, J. (1996): Goddess. Myths of the Female Divine, Oxford University Press, p. 46
- º PT§§1688b, 1835, CT II, 38c, 398a; VI, 270a
- º CT III, 397b
- º Isis in de oudheid
- º Deuteronomium 7:5 : "Zo zul je met hen doen: hun pilaren zul je vernietigen; hun Asheirim zul je omzagen; en hun afbeeldingen zul je in vuur verbranden."
- º Talmoed-traktaat Avodah Zarah, pagina 48b
- º Stone, Merlin Eens was God als Vrouw belichaamd, p. 182
- º idem
- º Thorkild Jacobsen, (1968) "The Battle between Marduk and Tiamat" Journal of the American Oriental Society, Vol. 88, No. 1 (Jan. - Mar.), pp. 104-108.
- º "Adam and Eve in Babylonian Literature", American Journal of Semitic Languages and Literature Vol 15 (1899), pp.193-214)
- º Mithras
- º 1.2.21 Cybele of Magna Mater
- º Celtic Mythology - John Arnott MacCulloch, 1918
- º James MacKillop (2004) Dá Chích Anann in A Dictionary of Celtic Mythology. Bezocht 3 september 2009 op Encyclopedia.com.
- º Catalaanse tradities
- º Maarten Timmer Van Anima tot Zeus: encyclopedie van begrippen uit mythologie, religie [1]
- º OLV Halle
- º Katholiek Nederland
- º Grondtypen van Maria en Maria ikonen
Literatuur
- Adam and Eve in Babylonian Literature, American Journal of Semitic Languages and Literature Vol 15, 1899
- Abbes, J.K. De moord op de moedergodin, Pelckmans, Kapellen, 1997
- Armour, R.A., Gods and Myths of Ancient Egypt, Am.Univ. of Cairo Press, 2001 ISBN 9774246691* Arslan, E.A. Iside, il mistero, la magia, Milaan, 1997
- Balter, Michael The Goddess and the Bull, Free Press, 2005.
- Ehrenburg M. Women in Prehistory, British Museum Press, Londen 1989
- Ergener, Reşit Anatolia land of Mother Goddess (1988), Hitit publication Ankara, ISBN 9757521027.
- Gimbutas, Marija (1989) The Language of the Goddess, Thames & Hudson, Londen
- Gimbutas, Marija (1991) The Civilization of the Goddess
- Goodison L. & Chr. Morris Ancient Goddesses - The Myths and the Evidence, British Museum Press, Londen 1998
- Jacobsen, Thorkild, The Battle between Marduk and Tiamat, Journal of the American Oriental Society, Vol. 88, Nº 1 (Jan. - Mar.), 1968, pp. 104–108,
- Neumann, Erich. (1991). The Great Mother. Bollingen; Repr/7th edition. Princeton University Press, Princeton, NJ. ISBN 0691017808
- Patai, Raphael The Hebrew Goddess (1967), derde editie, 1990, Wayne State University Press, ISBN 0814322719
- Robertson Smith Religion of the Semites, 1894
- Selim, Nahed Allah houdt niet van vrouwen, Houtekiet, 2007, ISBN 9789052409580
- Schütte, Gudmund, The Cult of Nerthus, in the Saga-book of the Viking Society, Vol. VII en VIII, 1909 Digitaal op www.northvegr.org
- Stone M., Eens was God als Vrouw belichaamd. De onderdrukking van de riten van de vrouw, Katwijk, 1979. ISBN 9060775821
- Timmer, Maarten Van Anima tot Zeus: encyclopedie van begrippen uit mythologie, religie Lemniscaat Publishers, 2001
- van Laarhoven, Jan De beeldtaal van de christelijke kunst: geschiedenis van de iconografie, Uitgeverij Boom
- Walker, Barbara G. The Woman's Encyclopedia of Myths and Secrets, 1986, Harper & Row, Londen, ISBN 0 06 250925 X
- Warner, Marina Alone of all her sexe, over de cultus van de maagd Maria.
- Watts A. Myth and Ritual in Christianity
- Georges Dumézil
Mythologie |
---|
|