Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Eugène Lacomblé (officier)
Eugène Edouard Bernard Lacomblé | ||
Bestand:Lacomble, E..jpg | ||
Geboren | 26 oktober 1896 Arnhem | |
Overleden | 28 februari 1942 Javazee | |
Land/partij | Nederland | |
Onderdeel | Koninklijke Marine | |
Dienstjaren | 1917 - 1942 | |
Eenheid | ABDACOM | |
Leiding over | Hr. Ms. De Ruyter (1936) Hr. Ms. Douwe Aukes | |
Slagen/oorlogen | Tweede Wereldoorlog (Slag in de Javazee) | |
Onderscheidingen | Militaire Willems-Orde (Ridders der 4e klasse, Postuum) |
Eugène Edouard Bernard Lacomblé (Arnhem, 26 oktober 1896 - Javazee, 28 februari 1942) was een Nederlands marineofficier.
Lacomblé begint zijn carrière aan boord van Hr. Ms. pantserschip De Ruyter en eindigt zijn loopbaan op de lichte kruiser Hr. Ms. De Ruyter (1936). Deze kruiser ging tijdens de Slag in de Javazee samen met haar commandant Lacomblé ten onder.
Na de HBS gaat Lacomblé in 1914 in opleiding tot zeeofficier aan het Koninklijk Instituut voor de Marine in Willemsoord. Als hij in 1917 luitenant ter zee (LtZ) 3de klasse wordt, gaat hij naar Oost-Indië. Daar wordt hij aan boord geplaatst van pantserschip De Ruyter, dat onder commando staat van LtZ N. Maats. Drie maanden later wordt hij bevorderd tot ltz 2de klasse, en geplaatst bij de torpedodienst in de rol van torpedoinstructievaartuig Koningin Emma der Nederlanden. Tot eind 1927 vaart hij op onderzeeërs, en komt hij een paar maal terug in Nederland.
In 1928 wordt hij als luitenant ter zee der 2de klasse belast met de functie van eerste officier aan boord van Hr. Ms. pantserboot Brinio en voor het jaar om is wordt hij luitenant ter zeer der 1ste klasse.
In 1931 vertrekt hij voor de derde keer naar Oost-Indië, nu aan boord van het mails schip Christiaan Huygens. Bij aankomst in Soerabaja wordt hij als 1ste officier bij de Marine Kazerne Goebeng geplaatst. Begin 1932 wordt hij overgeplaatst naar Hr. Ms. De Zeven Provinciën (1910) en die zomer wordt hij equipagemeester van het Marine-Etablissement te Soerabaja. Drie jaar later gaat hij terug naar Nederland en eind 1935 krijgt hij het bevel over Hr. Ms. mijnenveger Douwe Aukes, waarmee hij naar Oostende en Rouen gaat. Daarna dient hij een paar maanden bij de Marinestaf op het Departement van Defensie.
In 1938 gaat Lacomblé voor de vierde en laatste keer naar Oost-Indië, nu met het M.S. Marnix van Sint Aldegonde. Na aankomst wordt hij benoemd tot eerste officier van Hr. Ms. lichte kruiser De Ruyter, dat onder bevel staat van kapitein ter zee H.J. Bueninck.
Op 1 februari 1940 wordt Lacomblé bevorderd tot kapitein-luitenant ter zee. Tijdens de Japanse invasie in Oost-Indië is hij commandant van Hr. Ms. De Ruyter (1936). Schout bij nacht K.W.F.M. Doorman voert aan boord van Hr. Ms. De Ruyter het bevel over de Combined Striking Force. Op 27 februari wordt Hr. Ms. De Ruyter tijdens den Slag in de Javazee door een Japanse torpedo getroffen. Lacomblé en Doorman laten de bemanning van boord gaan, maar gaan zelf met het schip ten onder.
Hr. Ms. Lacomblé, een mijnenveger van de Van Straelenklasse is vernoemd naar Eugène Lacomblé.
Onderscheidingen
- Hij was drager van het eereteeken voor langdurigen dienst als officier.
- Postuum, bij K.B. van 28 mei 1949, No. 31, in het register van Ridders der 4e klasse der Militaire Willems-Orde ingeschreven wegens:
"Het zich in de strijd onderscheiden hebben door uitstekende daden van moed, beleid en trouw door begin 1942 als Commandant van Onze kruiser "de Ruyter", hoewel hij nog slechts gedurende korte tijd met dit commando was belast, door zijn rustig, moedig en doelbewust optreden het vertrouwen der bemanning belangrijk weten te versterken en haar moreel hoog te houden, hetgeen o.a. tot uiting kwam toen bekend werd, dat deze oorlogsbodem op 26 februari 1942, wellicht voor de laatste maal, van Soerabaia zou vertrekken om de overmachtige Japanse vijand te bestrijden en de gehele bemanning desalniettemin met geestdrift zee koos. In het bijzonder onderscheidde hij zich:
1e. Door begin februari 1942 beoosten Kangean gedurende een langdurig bombardement, hetwelk werd uitgevoerd door een groot aantal vliegtuigen, door kundig en bui-tengewoon handig met het schip te manoeuvreren, de vele daarop afgeworpen bommen te ontwijken, waardoor het schip en de bemanning behouden bleven en midden februari d.a. v. in Gasparstraten bij een luchtaanval, welke zes uren duurde, nogmaals met succes dezelfde manoeuvre uit te voeren.
2e. Door in de nacht van 27/28 februari 1942 tijdens de slag in de Javazee tegen de overmachtige vijand - toen het schip, hetwelk dienst deed als vlaggeschip van het Geallieerde eskader, door een torpedo midscheeps werd getroffen, nadat het in de namiddag van 27 februari twee vijandelijke torpedojagers in de grond had geboord en zelf door een directe treffer was geraakt - een bezielend voorbeeld aan de bemanning te geven door haar op te dragen het zinkende schip met de gewonden te verlaten, maar zelf aan boord te blijven, waardoor hij met zijn schip ten onder is gegaan."