Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Surrealisme
Het surrealisme is een kunststroming in de moderne kunst ontstaan als literaire stroming rond 1924. Hoewel er een hoogtepunt van het Surrealisme is waar te nemen tussen 1925 en 1940, in zowel schilderkunst, beeldhouwkunst en in de literatuur, is het surrealisme vandaag de dag nog steeds aanwezig en actief.
Het is de Franse schrijver en essayist André Breton, die in 1924 zijn opvattingen omtrent het surrealisme in de kunst, vooral de schilderkunst en de literatuur, te boek stelt in het Manifest van het Surrealisme (Frans: Manifeste du Surrealisme). Over de relatie tussen het surrealisme en de schilderkunst publiceerde hij in 1928 Le surréalisme et la peinture, dat in 1965 met vele nieuwe toevoegingen nogmaals werd uitgegeven.
Teleurgesteld in het rationalisme, dat door de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog te optimistisch was gebleken, en geïnspireerd door de ideeën van Sigmund Freud, stellen surrealisten de door vrije associaties gekenmerkte bewustzijnstoestand van de droom centraal.
Kenmerken
Uitgevoerd in een hyperrealistische stijl stellen de surrealisten vaak beelden samen in absoluut onverwachte, verrassende, zo niet schokkende, combinaties. Het is echter evenzeer mogelijk, zoals het werk van Hans Arp bewijst, dat de werken totaal abstract zijn, of, zoals in het werk van Joan Miró, herkenbaar maar zeker niet realistisch. Surrealisten proberen hun fantasie zoveel mogelijk de vrije loop te laten. Ze schilderen bijvoorbeeld droombeelden. Automatisch tekenen is ook een manier om je fantasie te tonen.
Het surrealisme is geen esthetische school, noch een plastische formule. Het is een geestesstroming, die leidde tot de automatische spontaneïteit. Artistiek is het inherent zowel aan de pure abstractie van Hans Arp als aan de expressionistische van Ernst, Masson of Pierre Alechinsky of aan de drippings van Jackson Pollock.
Verwante stromingen
Verwante stromingen aan het surrealisme zijn:
- Dadaïsme
- Primitivisme
- Futurisme
- Magisch realisme
- Realistisch expressionisme
Surrealistische kunstenaars
Enkele surrealistische kunstenaars zijn:
- Jean Arp
- Hans Bellmer
- Willem den Broeder
- Salvador Dalí
- Paul Delvaux
- Leonor Fini
- René Magritte
- Max Ernst
- Frida Kahlo
- Willem van Leusden
- Joan Miró
- Jopie Moesman
- Yves Tanguy
- Paul Klee
- Willem Wagenaar
- Alberto Giacometti
- Zdzisław Beksiński
Aan het surrealisme verwante kunstenaars zijn:
Kunstschilders waarvan het werk gebaseerd is op het surrealisme
Psychoanalyse
Toen in 1924 de Franse surrealisten zich verzamelden rond hun eerste manifest, baseerden zij zich voornamelijk op de geschriften van Freud van het einde van de 19e eeuw, terwijl Freud zijn inzichten ondertussen had veranderd in de metapsychologie van de jaren twintig, zoals in “The Ego and the Id” van 1923. Daar hebben de surrealisten eigenlijk nooit rekening mee kunnen of willen houden. De surrealisten wilden dat het IK werd overrompeld door het ES terwijl Freud juist andersom wou dat het IK het ES zou veroveren.
Het is opvallend dat de surrealisten het werk van Jung hebben genegeerd, dat immers in zijn uitleg van mythen en occulte verschijnselen aansluit bij hun ideeën.
Van de typologieën van Freud: condensatie, verplaatsing (transfert), en symbolisatie werd alléén de eerste door de surrealisten besproken. Freud vertaalde de eerste naar de tweede, - condensatie naar verplaatsing – vanwege het contrast, maar de surrealisten aanvaardden deze procedures niet omdat ze geen antinomieën wilden.
Dromen werden door Freud gebruikt om zijn patiënten te helpen, maar bij de surrealisten werden ze verteld opdat iedereen ervan zou kunnen genieten. Surrealisten waren overtuigd van de mogelijkheid van vrije associatie (begrip) van ideeën, terwijl Freud juist betoogde dat deze associaties helemaal niet vrij waren, omdat zij beïnvloed zouden zijn door het onderbewuste.
Voor Freud was humor een vorm van een gevecht of een defensielijn, voor de surrealisten moest humor een extra dimensie toevoegen.
Surrealistische kunst
Voorbeelden van surrealistische kunst zijn:
- Het kleden van de bruid, 1940 van Max Ernst
- Vrouw met doorgesneden keel, 1932 van Alberto Giacometti
- De roden toren, 1913 van Giorgio de Chirico
- De stem van de ruimte, 1931 van René Magritte
- De geboorte van de vloeibare begeerten, 1931-1932 van Salvador Dalí
- Omgevallen blauwe schoenen met twee hielen onder een zwarte boog, circa 1925 van Jean Arp
- Le déjeuner en fourrure, 1936 van Meret Oppenheim
Beeldhouwkunst
In de beeldhouwkunst zijn Jean Arp en Alberto Giacometti even bekende surrealisten.
Surrealisme in films
Het surrealisme in de filmwereld kende zijn hoogtepunt tijdens de Franse Avant-Garde periode in de jaren 20. Aan het hoofd van deze beweging stond André Breton. Hij alleen bepaalde wie tot het surrealisme behoorde, wat natuurlijk voor veel wrevel zorgde.
Hoewel aanvankelijk een literaire beweging waren de surrealisten geboeid door cinema. Ze hielden vooral van Fantômas en Les Vampires. Hun interesse ging hoofdzakelijk uit naar de beelden en de acteurs, niet zozeer de regisseur. Voor de surrealisten werd mainstream cinema gekenmerkt door mysterie, geweld en erotiek.
De surrealisten namen een anti-culturele, anti-intellectuele houding aan. Ze waren erg links en waren fel gekant tegen cineasten als Jean Epstein die ernaar streefden films te verheerlijken tot een hogere kunstvorm.
De surrealisten hadden een bijzondere manier om naar de film te gaan. Ze gingen gewoon lukraak een zaal binnen – in het midden van een vertoning dus – en absorbeerden de filmbeelden. Aldus werd voor hen het filmbezoek een soort sacraal ritueel; de bioscoop werd als het ware een moderne kerk.
Uiteindelijk deemsterde de stroming op filmisch gebied omdat men weliswaar goeie schrijvers had, maar geen mensen die dit konden vertalen naar het scherm.
Kern van surrealistische kijk op films
- Aandacht voor het onderbewuste ( dromen )
- De zogenaamde ‘L’Amour Fou’
- Een anti-houding: anti-burgerlijk, anti-elitair, anti-conformistisch
- Drang naar het unheimliche
Door de bijzondere manier van naar de film gaan vergroten ze natuurlijk het droom-aspect, de magische kracht van de cinema.
Surrealistische films
Er zijn slechts enkele films die door André Breton surrealistisch worden genoemd. Dat zijn ‘Un chien andalou’ en ‘L'âge d'or’ van Luis Buñuel. Daarnaast is er het controversiële L'imitation du cinéma van de Belg Marcel Mariën dat een invloed had op Jan Bucquoy met de film Camping Cosmos.
Surrealisme in de literatuur
Bovengenoemde surrealist André Breton was vooral dichter, maar hij schreef ook een roman, Nadja (1928). Ook een bekend werk uit het Surrealisme is "Erik of het Klein Insectenboek" van Godfried Bomans. Dit boek verscheen in 1933.
Zie ook
Externe links
Citaten van of over Hans Arp op Wikiquote
Citaten van of over André Masson op Wikiquote
Citaten van of over Joan Miró op Wikiquote
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Surrealism op Wikimedia Commons.
Schilderstijlen |
---|