Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
René Magritte
René Magritte | ||
Afbeelding gewenst | ||
Persoonsgegevens | ||
Volledige naam | René François Ghislain Magritte | |
Geboren | 21 november 1898 | |
Overleden | 15 augustus 1967 | |
Geboorteland | België | |
Beroep(en) | kunstschilder | |
Oriënterende gegevens | ||
Stijl(en) | surrealisme |
René Magritte (Lessen (provincie Henegouwen), 21 november 1898 – Schaarbeek (Brussel), 15 augustus 1967) was een Belgisch surrealistisch kunstschilder.
Leven
Jeugd
René Magritte was de eerstgeboren zoon van de kleermaker en textielhandelaar Léopold Magritte en Régina Bertinchamp, die voor haar huwelijk als hoedenmaakster had gewerkt. Hij had twee broers, Raymond, geboren in 1900, en Paul, geboren in 1902. Het gezin verhuisde in 1910 naar Châtelet. Daar begon René Magritte op twaalfjarige leeftijd te tekenen en te schilderen. In 1912 beroofde zijn moeder zichzelf van het leven. Dit was niet haar eerste zelfmoordpoging. Naar verluidt was haar gezicht, toen zij na enkele dagen gevonden werd, bedekt door haar jurk. Voor de jonge Magritte was dit een traumatische gebeurtenis. Het thema van een vrouw van wie het gezicht door textiel is bedekt, zou later vaak opduiken in zijn schilderijen. Het jaar daarop trok Léopold Magritte met de drie zonen naar de industriestad Charleroi. René bezocht er het gymnasium en vluchtte in de wereld van de Fantômas-romans en de literatuur van Robert Louis Stevenson, Edgar Allan Poe, Maurice Leblanc en Gaston Leroux.
In 1913 ontmoette hij voor het eerst zijn toekomstige echtgenote Georgette Berger op een paardenmolen op de kermis te Charleroi. Hij was toen vijftien, zij twaalf. De eerste schilderijen die hij omstreeks die tijd maakte, waren impressionistisch.
Loopbaan
Van 1916 tot 1918 studeerde hij aan de Academie voor Schone Kunsten in Brussel. Per toeval trof hij Georgette Berger in 1920 opnieuw, in de Brusselse Kruidtuin (de Jardin Botanique). Zij verloofden zich datzelfde jaar. Hij vervulde zijn dienstplicht in een infanterieregiment in de kazernes van Beverlo en Antwerpen, waarna zij trouwden op 28 juni 1922 in Brussel. Ondertussen werkte Magritte als patroontekenaar bij de Usines Peters-Lacroix, een fabriek van behangpapier. Vanaf 1923 was hij plakkaat- en reklameschilder.
Door Camille Goemans en Marcel Lecomte kwam hij in 1924 in contact met het dadaïsme. Hij was sterk onder de indruk van een schilderij van De Chirico.
Hij begon in 1925 mee te werken aan het dadaïstische blad Œsophage, waarvan slechts een nummer verscheen.
In 1926 schilderde hij zijn eerste surrealistische schilderij, Le jockey perdu. Dit zorgde ervoor dat hij een contract kreeg bij gallerie Le Centaure in Brussel, waardoor hij voltijds kon gaan schilderen. In 1927 hield hij zijn eerste tentoonstelling. De kritiek erover was hard, en Magritte verhuisde naar Parijs. Daar werd hij bevriend met André Breton, en leidde hij de surrealistische groep schilders. Terwijl René en Georgette in Parijs woonden, overleed zijn vader aan diabetes.
Door de crisis van 1929 was hij genoodzaakt in 1930 terug te keren naar België, omdat een aantal contracten stopgezet werd.
In mei 1940, enkele dagen na de Duitse inval, vertrok Magritte naar Carcassonne, Frankrijk, met de dichters Paul Éluard en Louis Scutenaire. Hij verbleef er drie maanden en reisde dan terug naar Brussel.
Renoir-periode
Van 1943 tot 1945 maakte hij gebruik van warme kleuren en een impressionistische schilderstijl. Men noemt dit zijn Renoir-periode, omdat ook Renoir deze heldere kleuren gebruikte. Magritte vond echter niet dat hij Renoir nabootste en had een hekel aan dergelijke vergelijkingen. In deze periode werden ook de eerste boeken over zijn werken gepubliceerd.
Na de Bevrijding in 1945 werd hij lid van de Belgische Communistische Partij.
Vache-periode
In 1947-1948 schilderde hij in een fauvistische stijl, de vache periode. In die tijd produceerde hij ook valse Picasso’s, Braques en Chirico’s, wat hij later uitbreidde met het maken van vals geld. Ein 1948 keerde hij terug naar zijn surrealistische stijl van voor de oorlog.
Van 1951 tot 1953 werkt hij aan een grote muurschildering in het casino te Knokke, waarin verschillende thema’s uit zijn werken in elkaar overvloeien. In 1967 stelde men hem voor een aantal van zijn schilderijen uit te voeren als beelden. Hij tekende ontwerpen, maakte de gietvormen en signeerde de modellen.
Overlijden
Magritte overleed op 15 augustus 1967 in zijn huis in de Mimosasstraat 97 aan alvleesklierkanker. Nadat Georgettte op 27 februari 1986 was overleden, werd zij naast hem begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Schaarbeek.
Musea
In de woning in de Esseghemstraat 135 te Jette, waar hij van 1930 tot 1954 woonde, bevindt zich sinds 1999 het René Magritte Museum. Naast een aantal kunstwerken is vrijwel de volledige huisinrichting bewaard gebleven. In het Magrittemuseum dat in 2009 in het centrum van Brussel werd geopend, bevindt zich de grootste collectie ter wereld van kunstwerken van René Magritte.
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met René Magritte op Wikimedia Commons.