Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Adrianus Rutger Ophorst
Adrianus Rutger Ophorst (Haarlem, 24 september 1857 - Amsterdam, 17 mei 1928) was een Nederlands luitenant-generaal, inspecteur der vestingartillerie, commandant van de Stelling van Amsterdam en lid van de gemeenteraad van Amsterdam, ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Loopbaan
Ophorst werd op 28 juni 1877 benoemd tot tweede luitenant bij het eerste regiment vestingartillerie; hij werd op 3 april 1880 bevorderd tot eerste luitenant en aangesteld als onderwijzer bij de wetenschappelijke cursus der artillerie van 21 januari 1881 tot 1 oktober 1883. Hij was gedetacheerd bij de IIde afdeling der Krijgsschool, leraar bij de artillerie-cursuscompagnie van 1 oktober 1885 tot 1 oktober 1890. Van 1 oktober 1890 tot 1 oktober 1891 was hij werkzaam bij de chef van de generale staf en, in de rang van kapitein (3 november 1892), bleef Ophorst werkzaam bij de generale staf vanaf 15 juni 1893 tot 16 december 1901. Hij werd nu benoemd tot majoor (1 september 1903), was weer bij de generale staf werkzaam en werd tot luitenant-kolonel bevorderd op 26 juli 1906 en geplaatst bij het tweede regiment vestingartillerie. Op 1 mei 1908 werd Ophorst benoemd tot kolonel en aangesteld tot commandant van het corps op 1 november 1909. Op 1 mei 1912 werd hij bevorderd tot generaal-majoor en tot inspecteur der vestingartillerie benoemd. Op 1 november 1913 volgde zijn aanstelling tot commandant der Stelling van Amsterdam; Ophorst nam op 16 maart 1918 eervol ontslag en werd de 26ste augustus 1920 titulair benoemd tot luitenant-generaal.
Nadat Ophorst uit de dienst was getreden werd hij in 1919 benoemd tot lid van de Gemeenteraad en in 1920 tot lid van de Provinciale Staten. Hij volgde in 1922 Ter Haar, die in 1922 wethouder werd, op als leider der Christelijk Historische fractie. Ook was hij nestor van de Amsterdamse Gemeenteraad. Ophorst was lid van het ere-comité der Olympische Spelen, erelid van het Nederlands Gymnastiekverbond, algemeen voorzitter van de Nederlandse Tuchtunie, lid van de commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, lid van de Kerkenraad van de Nederduits Hervormde Gemeente, voorzitter van de Vereniging tot Veredeling der Volksvermaken, enz. Hij overleed plotseling, vermoedelijk aan een hartverlamming, en werd begraven op Zorgvlied.
Bronnen, noten en/of referenties
|
