Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Ethiek: verschil tussen versies
(Ethiek is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juiste handelen.) |
(aanvulling) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Ethiek''' of '''moraalwetenschap''' is een tak van de [[filosofie]] die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juiste handelen. | '''Ethiek''' of '''moraalwetenschap''' is een tak van de [[filosofie]] die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juiste handelen. In algemene zin probeert ethiek de criteria vast te stellen om te kunnen beoordelen of een handeling als goed of fout kan worden gekwalificeerd, en om de motieven en consequenties van deze handeling te kunnen evalueren. Het stellen van vragen over ethiek is natuurlijk geen monopolie van de filosofie. Ook in andere studiegebieden zoals [[politiek]], [[geneeskunde]], [[geschiedenis]], [[biologie]] en [[sociologie]] is ethiek soms onderwerp van discussie. | ||
[[Bestand:GarroteExecution1901.jpg|thumb|222px|De [[doodstraf]]: ethisch verantwoord of niet?]] | |||
=== Algemeen === | === Algemeen === | ||
Regel 11: | Regel 12: | ||
*"Wat is rechtvaardigheid?" | *"Wat is rechtvaardigheid?" | ||
Ethiek kan ''descriptief'' of ''prescriptief'' zijn. Bij het bestuderen (en beschrijven) van [[moraal]] zonder zelf een [[moreel]] standpunt in te nemen spreken we over ''descriptieve ethiek''. Daarnaast kunnen ethici zelf ook standpunten uitdragen en verdedigen, wat we als ''prescriptieve ethiek'' definiëren. | Ethiek kan ''descriptief'' (beschrijvend) of ''prescriptief'' (voorschrijvend) zijn. Bij het bestuderen (en beschrijven) van [[moraal]] zonder zelf een [[moreel]] standpunt in te nemen spreken we over ''descriptieve ethiek''. Daarnaast kunnen ethici zelf ook standpunten uitdragen en verdedigen, wat we als ''prescriptieve ethiek'' definiëren. | ||
Ethiek is het bekendst vanuit de [[medische ethiek]], omdat het gaat om de waardigheid van de menselijke persoon. | Ethiek is het bekendst vanuit de [[medische ethiek]], omdat het gaat om de waardigheid van de menselijke persoon. | ||
Regel 18: | Regel 19: | ||
=== De dialoog: een ethische traditie === | === De dialoog: een ethische traditie === | ||
Al in de [[Griekse oudheid]] hielden filosofen zich bezig met vragen over deugdzaamheid en rechtvaardigheid. Om bepaalde problemen te verhelderen grijpen latere filosofen terug op deze eerder ontwikkelde ethiek. Het is een traditie in de filosofie om dialogen te houden waarin men de eigen standpunten confronteert met die van anderen. Morele overeenkomsten en verschillen komen zodoende aan het licht, wat helpt bij de bestudering van de moraal. Daarom bestuderen ethici nog steeds de moraal en het [[wereldbeeld]] van [[Aristoteles]] (dat wezenlijk anders was dan dat van ons vandaag) om vervolgens met hem de dialoog aan te gaan. De belangrijke negentiende-eeuwse ethicus [[John Stuart Mill]] reageerde op [[Jeremy Bentham]] en op [[Immanuel Kant]]. Op zijn beurt wordt Mill bekritiseerd door de twintigste-eeuwse [[John Rawls]]. De ethiek probeert dus niet alleen een onafhankelijke theorie te produceren, maar ook vroegere ideeën te bekritiseren en van commentaar te voorzien. | Al in de [[Griekse oudheid]] hielden filosofen als [[Socrates]] en [[Plato]] zich bezig met vragen over deugdzaamheid en rechtvaardigheid. Zo zit Plato's filosofie vervat in zijn [[Socratische dialoog|dialogen]]. Om bepaalde problemen te verhelderen grijpen latere filosofen terug op deze eerder ontwikkelde ethiek. Het is een traditie in de filosofie om dialogen te houden waarin men de eigen standpunten confronteert met die van anderen. Morele overeenkomsten en verschillen komen zodoende aan het licht, wat helpt bij de bestudering van de moraal. Daarom bestuderen ethici nog steeds de moraal en het [[wereldbeeld]] van [[Aristoteles]] (dat wezenlijk anders was dan dat van ons vandaag) om vervolgens met hem de dialoog aan te gaan. De belangrijke negentiende-eeuwse ethicus [[John Stuart Mill]] reageerde op [[Jeremy Bentham]] en op [[Immanuel Kant]]. Op zijn beurt wordt Mill bekritiseerd door de twintigste-eeuwse [[John Rawls]]. De ethiek probeert dus niet alleen een onafhankelijke theorie te produceren, maar ook vroegere ideeën te bekritiseren en van commentaar te voorzien. | ||
=== Deelgebieden === | === Deelgebieden === | ||
Regel 38: | Regel 39: | ||
=== Teleologische en deontologische ethiek === | === Teleologische en deontologische ethiek === | ||
De normatieve ethiek kent twee hoofdstromingen: | De normatieve ethiek kent twee hoofdstromingen: | ||
*'''[[Teleologische ethiek]]''' (van het Griekse ''telos'', dat 'doel' betekent) stelt zich een hoger doel waar de verdere moraal toe ten dienste staat. Voorbeelden van zulke te bereiken doelen zijn 'het meeste menselijk geluk' of 'het grootste maatschappelijke nut'. | *'''[[Teleologische ethiek]]''' (van het Griekse ''telos'', dat 'doel' betekent) stelt zich een hoger doel waar de verdere moraal toe ten dienste staat. Voorbeelden van zulke te bereiken doelen zijn 'het meeste menselijk geluk' of 'het grootste maatschappelijke nut'. Een voorbeeld van een teleologische ethiek is het [[utilitarisme]] van [[Jeremy Bentham|Bentham]]. | ||
*'''[[deontologie|Deontologische ethiek]]''' (van het Griekse ''deon'', dat 'plicht' betekent) stelt dat gedrag 'goed' of 'slecht' is onafhankelijk van de menselijke wensen. Zo zeggen deontologen bijvoorbeeld dat men de plicht heeft om een gehate massamoordenaar een eerlijke rechtszaak te geven, al zou men hem het liefst publiekelijk lynchen. | *'''[[deontologie|Deontologische ethiek]]''' (van het Griekse ''deon'', dat 'plicht' betekent) stelt dat gedrag 'goed' of 'slecht' is onafhankelijk van de menselijke wensen. Zo zeggen deontologen bijvoorbeeld dat men de plicht heeft om een gehate massamoordenaar een eerlijke rechtszaak te geven, al zou men hem het liefst publiekelijk lynchen. | ||
Versie van 31 jul 2011 20:12
Ethiek of moraalwetenschap is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juiste handelen. In algemene zin probeert ethiek de criteria vast te stellen om te kunnen beoordelen of een handeling als goed of fout kan worden gekwalificeerd, en om de motieven en consequenties van deze handeling te kunnen evalueren. Het stellen van vragen over ethiek is natuurlijk geen monopolie van de filosofie. Ook in andere studiegebieden zoals politiek, geneeskunde, geschiedenis, biologie en sociologie is ethiek soms onderwerp van discussie.
Algemeen
Ethiek kan zich enerzijds buigen over heel specifieke vragen zoals:
- Mag de echtgenoot van een comapatiënte besluiten over haar euthanasie, ook als haar familie erop tegen is? (de kwestie Terri Schiavo)
- Mogen dieren gebruikt worden in laboratoria die medicijnen ontwikkelen? (de discussie rond dierproeven)
- Mag een persoon worden afgeluisterd, als maar gedacht wordt dat hij "terrorist" zou kunnen worden/zijn? (de Patriot Act)
Anderzijds houdt ethiek zich ook bezig met algemenere vragen zoals
- "Heiligt een doel ooit de middelen?"
- "Wat is rechtvaardigheid?"
Ethiek kan descriptief (beschrijvend) of prescriptief (voorschrijvend) zijn. Bij het bestuderen (en beschrijven) van moraal zonder zelf een moreel standpunt in te nemen spreken we over descriptieve ethiek. Daarnaast kunnen ethici zelf ook standpunten uitdragen en verdedigen, wat we als prescriptieve ethiek definiëren.
Ethiek is het bekendst vanuit de medische ethiek, omdat het gaat om de waardigheid van de menselijke persoon.
Vaak terugkerende termen in de ethiek zijn: doel en middelen, keuzevrijheid, verantwoordelijkheid, aanvaardbaarheid, waarheid en universaliteit.
De dialoog: een ethische traditie
Al in de Griekse oudheid hielden filosofen als Socrates en Plato zich bezig met vragen over deugdzaamheid en rechtvaardigheid. Zo zit Plato's filosofie vervat in zijn dialogen. Om bepaalde problemen te verhelderen grijpen latere filosofen terug op deze eerder ontwikkelde ethiek. Het is een traditie in de filosofie om dialogen te houden waarin men de eigen standpunten confronteert met die van anderen. Morele overeenkomsten en verschillen komen zodoende aan het licht, wat helpt bij de bestudering van de moraal. Daarom bestuderen ethici nog steeds de moraal en het wereldbeeld van Aristoteles (dat wezenlijk anders was dan dat van ons vandaag) om vervolgens met hem de dialoog aan te gaan. De belangrijke negentiende-eeuwse ethicus John Stuart Mill reageerde op Jeremy Bentham en op Immanuel Kant. Op zijn beurt wordt Mill bekritiseerd door de twintigste-eeuwse John Rawls. De ethiek probeert dus niet alleen een onafhankelijke theorie te produceren, maar ook vroegere ideeën te bekritiseren en van commentaar te voorzien.
Deelgebieden
Er zijn vier verschillende deelgebieden van de moraalwetenschap:
- Normatieve benadering - waarbij men morele posities inneemt, is onderverdeeld in:
- 1. Algemene normatieve ethiek - formuleert morele basisprincipes en maatstaven.
- 2. Toegepaste ethiek - richt zich op specifieke kwesties als abortus en journalistieke juistheid.
- Nonnormatieve benadering - waarbij geen morele posities worden ingenomen, is onderverdeeld in:
- 3. Descriptieve ethiek - probeert moreel gedrag feitelijk te beschrijven en te begrijpen.
- 4. Meta-ethiek - richt zich op centrale begrippen van de ethiek (zoals 'recht', 'plicht' en 'verantwoordelijkheid') en vergelijkt verschillende moralen.
Stromingen
Net als de filosofie, kent ook de ethiek talrijke stromingen en groepen mensen die overtuigd zijn van bepaalde morele principes. Die principes kan men aanhangen (min of meer) onafhankelijk van het deelgebied van de moraalstudie waarin men zich begeeft.
De ethiek kent onder andere naturalisme, intuïtionisme, prescriptionisme, pragmatisme, antirealisme, relativisme, utilisme, hedonisme, egoïsme. Tussen deze stromingen bestaan overeenkomsten en verschillen waarmee als het ware een stamboom gemaakt zou kunnen worden. Stambomen kun je op verschillende manieren maken. Een voorbeeld: cognitivisme ("er is een relatie tussen moraal en kennis") is de moedertak van naturalisme ("moraal is een soort tastbaar en kenbaar feit") en intuïtionisme ("intuïtief weten we al dat 'het goede' bestaat"). Cognitivisme heeft een 'zusje', noncognitivisme ("moraal staat los van de waarheid"); beide komen uit het 'gezin' van de moraalepistemologie ("hoe leert men de moraal kennen?").
Vaak is er toch een relatie tussen een stroming en een deelgebied. Cognitivisten en noncognitivisten begeven zich vooral op het deelgebied van meta-ethiek. Utilisten en pragmatisten zitten hoofdzakelijk in het deelgebied van de algemene normatieve ethiek. Relativisten zullen zich in beide begeven.
Teleologische en deontologische ethiek
De normatieve ethiek kent twee hoofdstromingen:
- Teleologische ethiek (van het Griekse telos, dat 'doel' betekent) stelt zich een hoger doel waar de verdere moraal toe ten dienste staat. Voorbeelden van zulke te bereiken doelen zijn 'het meeste menselijk geluk' of 'het grootste maatschappelijke nut'. Een voorbeeld van een teleologische ethiek is het utilitarisme van Bentham.
- Deontologische ethiek (van het Griekse deon, dat 'plicht' betekent) stelt dat gedrag 'goed' of 'slecht' is onafhankelijk van de menselijke wensen. Zo zeggen deontologen bijvoorbeeld dat men de plicht heeft om een gehate massamoordenaar een eerlijke rechtszaak te geven, al zou men hem het liefst publiekelijk lynchen.
Teleologische en deontologische ethiek worden ook wel respectievelijk consequentialisme en nonconsequentialisme genoemd vanwege (het ontbreken van) nadruk op de gevolgen van het handelen.
Aristoteles' ethiek is een belangrijk voorbeeld van teleologische ethiek. Het geluk (eudaimonia) is volgens Aristoteles het hoogste doel dat in de natuurlijke orde besloten ligt. Mills ethiek is liberalistisch (iedereen mag doen wat hij wil als hij de ander niet schaadt; het zogenaamde schadebeginsel) en aristotelisch (streven naar menselijke voortreffelijkheid). Kants ethiek is daarentegen deontologisch: de juiste handelswijze wordt ingegeven door de vooraf gestelde categorische imperatief, dat niet in relatie staat tot een of ander doel. Ook bij Rawls heeft 'het juiste' prioriteit boven 'het goede'. Het juiste is ontleend aan het algemene principe van rechtvaardigheid en hoort onafhankelijk te staan van wat mensen goed vinden.
Bewijsvoering in de ethiek
Men moet zich in de bewijsvoering laten leiden door de aard van het onderwerp. Bewijzen zoals die bijvoorbeeld voorkomen in de wiskunde zijn in de ethiek niet mogelijk. Waarschijnlijkheidsbewijzen kunnen in de ethiek voldoen. Aristoteles stelde dat ethiek door haar objectgebied een praktisch karakter heeft. Via retorische bewijsvoering tracht de ethicus mensen met argumenten te overtuigen. Hierbij fungeert de traditie als referentiekader. In de empirische wetenschappen wordt een theorie verlaten als zij tekort schiet bij het in beeld brengen van de feiten. In de filosofie gaat men hier anders mee om. Een theorie is altijd een onvolmaakte uitleg van ervaring, die in discussie met andere theorieën verrijkt kan worden. Binnen de ethiek gaat het niet om het verklaringskracht maar om het rechtvaardigingsvermogen.
In de modale logica wordt getracht om ethische bewijsvorming te formaliseren middels de zogenaamde deontische logica.
Ethiek in de praktijk
Ethiek is niet alleen onderwerp van wijsgerige reflectie en theorievorming maar ook een belangrijk aspect van het dagelijks leven. Factoren als religie, sekse, maatschappelijke ontwikkelingen en cultuur zijn van invloed op de ontwikkeling van het ethisch perspectief van het individu. Dit individueel ethisch perspectief beïnvloedt vervolgens het oordelen en handelen van het individu. Deze handelingen en oordelen brengen bepaalde resultaten voor het individu en zijn omgeving en hieruit kan het individu vervolgens bepaalde conclusies trekken over of zijn gedrag goed (ethisch verantwoord) was of niet. Ook zal hij commentaar krijgen uit zijn omgeving over het ethisch gehalte van zijn geobserveerd gedrag.
De invloed van de culturele en religieuze traditie op het ethisch gedrag van individuen is substantieel. In het boeddhisme bestaan er de vijf voorschriften, welke de basisethiek vormen voor een boeddhist. Het christendom kent de tien geboden, en de islam de sharia.
Opleiding
Ethiek is een vakgebied binnen de filosofie, hoewel het traditioneel ook wel gezien wordt als een onderdeel van een godsdienstige vorming. Deze opleiding is dan evenwel steeds gekleurd volgens de gerelateerde godsdienst.
'Ethicus' is geen beschermde titel. Een speciale studie of opleiding is er dan ook niet voor. Theologie of filosofie zijn goede mogelijkheden. Ook een universitaire (Master-)opleiding behoort tot de mogelijkheden. Dit kan een afstudeerrichting binnen filosofie zijn, of een zelfstandige opleiding, zoals Master in de moraalwetenschappen aan de universiteit van Gent. Een andere opleiding bestaat uit een specialisatie (Master-na-Master) in de ethiek, volgend op een andere wetenschapsdiscipline. Men specialiseert zich dan in de ethische aspecten van zijn domein, bijvoorbeeld bio-ethiek na medische wetenschappen of ethisch bankieren, na een economische opleiding.