Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Olivier Messiaen: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 20: | Regel 20: | ||
Hij groeide op in het [[Parijs]] van de '''[[Groupe des Six]]'''<ref>''Groupe des Six'' ({{nl}}Groep van zes) was een groep van zes componisten in Parijs. De kern van deze groep werd gevormd door [[Arthur Honneger]] en [[Darius Milhaud]]. Verder bestond deze groep uit [[Germaine Tailleferre]], [[Louis Durey]], [[Francis Poulenc]] en [[George Auric]]. Zij lieten elkaar vrij in hun opvatttingen. Hun grote inspirator was [[Jean Cocteau]].</ref> | Hij groeide op in het [[Parijs]] van de '''[[Groupe des Six]]'''<ref>''Groupe des Six'' ({{nl}}Groep van zes) was een groep van zes componisten in Parijs. De kern van deze groep werd gevormd door [[Arthur Honneger]] en [[Darius Milhaud]]. Verder bestond deze groep uit [[Germaine Tailleferre]], [[Louis Durey]], [[Francis Poulenc]] en [[George Auric]]. Zij lieten elkaar vrij in hun opvatttingen. Hun grote inspirator was [[Jean Cocteau]].</ref> | ||
In | In NederlNederland kent men vooral zijn orgelwerken ''La nativité du Seigneur'' (1935) en de pianostukken over religieuze onderwerpen als ''Visions de l’Amen'' voor twee piano’s en ''Vingt Regards sur l’enfant Jésus''. Zijn ''[[Quatuor pour la Fin du Temps]]'' heeft wereldwijd een enorme bekendheid gekregen, en staat op het repertoire van alle gerenomeerde kwartetten. | ||
==Beginjaren== | ==Beginjaren== | ||
Regel 71: | Regel 71: | ||
Tussen [[1946]] en [[1948]] componeerde Messiaen de ''Turangalîla symphonie'' in opdracht van [[Serge Kussewizki]], de toenmalige [[dirigent]] van het ''Boston Symphony Orchestra''. In 1950 beleefde deze symfonie zijn première onder leiding van [[Leonard Bernstein]] met Yvonne Loriod aan de piano en Ginette Martenot aan de ''Ondes Martenot''; een eenstemmig elektronisch instrument. | Tussen [[1946]] en [[1948]] componeerde Messiaen de ''Turangalîla symphonie'' in opdracht van [[Serge Kussewizki]], de toenmalige [[dirigent]] van het ''Boston Symphony Orchestra''. In 1950 beleefde deze symfonie zijn première onder leiding van [[Leonard Bernstein]] met Yvonne Loriod aan de piano en Ginette Martenot aan de ''Ondes Martenot''; een eenstemmig elektronisch instrument. | ||
De Turangalîla symphonie wordt ook in | De Turangalîla symphonie wordt ook in Nedereland geregeld uitgevoerd, onder meer door het [[Concertgebouworkest]]. De titel van dit werk is afgeleid van een woord uit het [[Sanskriet]], dat zowel [[liefdeslied]] als [[lofzang]] betekent. | ||
In 1942 werd Messiaen benoemd tot docent compositie aan het ''Conservatoire National Supérieur de Paris,'' waar hij meer dan veertig jaar les gaf. Hij was een geliefd docent die in zijn compositieklas studenten uit vele landen onderwees. Zo behoorden bijvoorbeeld [[Pierre Boulez]], [[Yannis Xenakis]], [[Karlheinz Stockhausen]], [[George Benjamin]], [[Kent Nagano]], [[Toru Takemitsu]] en [[Ton de Leeuw]] tot zijn leerlingen. In [[1971]] werd aan Messiaen de [[Erasmusprijs]] uitgereikt. | In 1942 werd Messiaen benoemd tot docent compositie aan het ''Conservatoire National Supérieur de Paris,'' waar hij meer dan veertig jaar les gaf. Hij was een geliefd docent die in zijn compositieklas studenten uit vele landen onderwees. Zo behoorden bijvoorbeeld [[Pierre Boulez]], [[Yannis Xenakis]], [[Karlheinz Stockhausen]], [[George Benjamin]], [[Kent Nagano]], [[Toru Takemitsu]] en [[Ton de Leeuw]] tot zijn leerlingen. In [[1971]] werd aan Messiaen de [[Erasmusprijs]] uitgereikt. | ||
Regel 83: | Regel 83: | ||
{{References}} | {{References}} | ||
}} | }} | ||
{{ | {{authority control|TYPE=p |GND=118832794 |LCCN=n/79/91198 |VIAF=104038300 |Wikidata=Q151593}} | ||
{{DEFAULTSORT:Messiaen, Olivier}} | {{DEFAULTSORT:Messiaen, Olivier}} | ||
[[Categorie: Frans componist]] | [[Categorie: Frans componist]] |
Versie van 28 jul 2016 13:20
Olivier Prosper Messiaen (Avignon, 10 december 1908 – Clichy-la-Garenne, 27 april 1992) was een Franse componist en organist die vooral vernieuwing zocht in het ritme.
Hij groeide op in het Parijs van de Groupe des Six[1]
In NederlNederland kent men vooral zijn orgelwerken La nativité du Seigneur (1935) en de pianostukken over religieuze onderwerpen als Visions de l’Amen voor twee piano’s en Vingt Regards sur l’enfant Jésus. Zijn Quatuor pour la Fin du Temps heeft wereldwijd een enorme bekendheid gekregen, en staat op het repertoire van alle gerenomeerde kwartetten.
Beginjaren
Olivier Messiaen was leerling aan het Conservatoire te Parijs bij Marcel Dupré voor orgelimprovisaties en bij Paul Dukas voor compositie. Hij was een uitstekende leerling en wist diverse prijzen te bemachtigen, zoals een eerste prijs voor compositie. Uit zijn eerste jaren als componist stammen de orkestwerken :
- Le Banquet eucharistique ( 1927-1928 ) niet uitgegeven
- Fugue in d ( 1928 ) niet uitgegeven
- Simple chant d'une âme ( 1930 )
- Les Offrandes oubliées ( 1930 )
- Le Tombeau resplendissant ( 1930 )
- Hymne au Saint-Sacrement ( 1932 )
- L'Ascension ( 1932-1933 )
Ook componeerde hij in die tijd een aantal werken voor orgel, zoals :
- Le banquet céleste ( 1928 )
- L'Hôte aimable des âmes ( 1928 ) onuitgegeven)
- Offrande au Saint Sacrement ( 1928-1930 )
- Prélude ( 1929 )
- Apparition de l'église éternelle ( 1932 )
- Diptyque ( 1930 )
Uit deze lijst van composities wordt duidelijk, dat Messiaen een vruchtbaar componist was, met een religieuze inslag.
Verdere ontwikkelingen
In 1938 werd Messiaen organist van de de Église de la Sainte-Trinité te Parijs; een functie die hij tot zijn dood in 1992 vervulde. Hij werd tevens leraar aan de Schola Cantorum en was in 1936 medeoprichter van de groep La jeune France; een groep componisten die zich bezig hield met sublieme ritmen en harmonieën.
De muziek van Messiaen is voor een groot deel gebaseerd op oude oosterse ritmen, maar bevat ook veel natuurnabootsingen zoals vogelzang. Zijn aandacht voor de oosterse muziek ging ver en diep, maar zijn werken hadden altijd Westerse kwaliteiten. Hij nam oosterse modi over en ritmische formules uit middeleeuwse Hindoetraktaten of de klanken van de Balinese gamelan. Messiaen vond, dat ritme het belangrijkste aspect van de muziek was. Het ritmisch repertoire van hem is dan ook zeer uitgebreid. Niet alleen Hindoeritmes maar ook metrische patronen van de klassieke Griekse poëzie nam hij op in zijn composities.
Vernieuwingen
Messiaen voelde zich een moderne Franse componist, die, zoals gezegd, vooral in het ritme vernieuwing zocht. Hij wilde weinig te maken hebben met de afstandelijke elegantie van Poulenc en de 'nieuwe' Strawinsky. Zijn doel was, terug te keren naar de menselijke waarden die hij wilde bereiken met een rijke, modale harmoniek. Messiaen ontwikkelde een persoonlijke muzikale taal die hij uiteenzette in zijn Traité de mon langage musical. Daarin zijn talrijke melodische en ritmische vernieuwingen terug te vinden. Vooral wat betreft ritme introduceerde hij ingewikkelde structuren.
De meeste grote composities van Messiaen zijn exegeses van de katholieke leer;
- de opstanding van het lichaam in
- Les Corps glorieux voor orgel
- Et expecto ressurectionem mortuorem voor blazers en slagwerk
- de mysteriën van de goddelijkheid van Christus in
- L’ascension
- en in het oratorium
- La transfiguration de Notre Seigneur Jésus-Christ
In 1939, kort na het voltooien van het orgelwerk Les Corps glorieux, ging Messiaen het Franse leger in. In 1940 werd hij als krijgsgevangene no.35333 in Stalag VIII-A in Görlitz nabij Dresden ondergebracht. Hier componeerde hij zijn Quatuor pour la Fin du Temps, dat hij met drie andere gevangenen met uiterst primitieve middelen en onder erbarmelijke omstandigheden in 1941 zijn première liet beleven.
Kort na de eerste uitvoering van zijn kwartet werden Messiaen en twee van zijn medemusici vrijgelaten.
Naoorlogse tijd
In het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog componeerde Messiaen de grote pianocyclus Vingt regards sur l’enfant-Jésus. Hij voltooide dit werk, dat aan zijn vrouw de pianiste Yvonne Loriod was opgedragen, in september 1944, dus kort nadat Parijs op 25 augustus was bevrijd. De première, gespeeld door zijn vrouw Yvonne Loriod, vond plaats op 26 maart 1945.
Tussen 1946 en 1948 componeerde Messiaen de Turangalîla symphonie in opdracht van Serge Kussewizki, de toenmalige dirigent van het Boston Symphony Orchestra. In 1950 beleefde deze symfonie zijn première onder leiding van Leonard Bernstein met Yvonne Loriod aan de piano en Ginette Martenot aan de Ondes Martenot; een eenstemmig elektronisch instrument.
De Turangalîla symphonie wordt ook in Nedereland geregeld uitgevoerd, onder meer door het Concertgebouworkest. De titel van dit werk is afgeleid van een woord uit het Sanskriet, dat zowel liefdeslied als lofzang betekent.
In 1942 werd Messiaen benoemd tot docent compositie aan het Conservatoire National Supérieur de Paris, waar hij meer dan veertig jaar les gaf. Hij was een geliefd docent die in zijn compositieklas studenten uit vele landen onderwees. Zo behoorden bijvoorbeeld Pierre Boulez, Yannis Xenakis, Karlheinz Stockhausen, George Benjamin, Kent Nagano, Toru Takemitsu en Ton de Leeuw tot zijn leerlingen. In 1971 werd aan Messiaen de Erasmusprijs uitgereikt.
Voorts was hij was commandeur van het Légion d'Honneur. Olivier Messiaen stierf op 27 april 1992 in het hospitaal Beaujon in de plaats Clichy-la-Garenne. Hij werd bijgezet op het kerkhof van Saint-Theoffrey, op 35 km van Grenoble. De zuil op zijn graf heeft de vorm van een vogel en is duidelijk te herkennen.
Externe link
3edeel van de Turangalîla symphonie op YouTube
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º Groupe des Six ((nl) Groep van zes) was een groep van zes componisten in Parijs. De kern van deze groep werd gevormd door Arthur Honneger en Darius Milhaud. Verder bestond deze groep uit Germaine Tailleferre, Louis Durey, Francis Poulenc en George Auric. Zij lieten elkaar vrij in hun opvatttingen. Hun grote inspirator was Jean Cocteau.