Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Sjemonee Esree: verschil tussen versies
(vertaling/bewerking van http://de.wikipedia.org/w/index.php?title=Achtzehnbittengebet&oldid=109024043) |
(correcties, uitbreiding) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Het '''sjemonee esree''' (of ''achttiengebed'') ([[Hebreeuws]]: {{Heb|שמנה עשרה}}), dikwijls ''Amida'' genoemd ({{Heb|עמידה}} van {{Heb|עמד}}, „staand”)<!---''Tefilla'' ({{Heb|תפילה}}, „gebed”), is het [[Gebed|hoofdgebed]] in de joodse eredienst. | Het '''sjemonee esree''' (of ''achttiengebed'') ([[Hebreeuws]]: {{Heb|שמנה עשרה}}), dikwijls ''Amida'' genoemd ({{Heb|עמידה}} van {{Heb|עמד}}, „staand”)<!---''Tefilla'' ({{Heb|תפילה}}, „gebed”)--->, is het [[Gebed|hoofdgebed]] in de joodse eredienst. | ||
== Naam == | == Naam == | ||
De naam ''Sjemonee Esree'' is gebruikelijk in de asjkenazische traditie. De betekenis ervan, achttien, verwijst naar het aantal beden, in de Israëlische versie van dit gebed voor de weekdagen. In de nu gebruikelijke versie heeft het gebed 19 beden. Daarom heeft zich, vooral in het [[sefardisch]]e jodendom de benaming ''Amida'' verspreid. Deze naam verwijst ernaar dat dit gebed staande gesproken word. In de [[Talmoed]] wordt dit gebed eenvoudig ''Tefilla'' genoemd, „gebed”. | De naam ''Sjemonee Esree'' is gebruikelijk in de asjkenazische traditie. De betekenis ervan, achttien, verwijst naar het aantal beden, in de Israëlische versie van dit gebed voor de weekdagen. In de nu gebruikelijke versie heeft het gebed 19 beden. Daarom heeft zich, vooral in het [[sefardisch]]e jodendom de benaming ''Amida'' verspreid. Deze naam verwijst ernaar dat dit gebed staande gesproken word. In de [[Talmoed]] wordt dit gebed eenvoudig ''Tefilla'' genoemd, „gebed”. | ||
== Staande gebed == | |||
Het sjemonee esree wordt staande gebeden, met de voeten tegen elkaar. Het wordt in een fluisterende toon opgezegd, gericht naar Jeruzalem, indien mogelijk met een [[minjan]]. | |||
== Inhoud en structuur == | == Inhoud en structuur == | ||
De ''Amida'' bestaat uit een inleidend gedeelte met drie [[ | De ''Amida'' bestaat uit een inleidend gedeelte met drie [[Beracha|berachot]] (zegensspreuken) | ||
* ''Avot'' „[aarts]vaders”, | * ''Avot'' „[aarts]vaders”, | ||
* ''Gewoerot'' „machtige daden” en | * ''Gewoerot'' „machtige daden” en | ||
Regel 12: | Regel 15: | ||
Daarna volgt het hoofddeel, dat betrekking heeft op concrete bezigheden gedurende de dag. Op weekdagen bestaat het hoofddeel uit 13 beden; op de [[sabbat]]dag uit een bede voor een goede rustdag; op een joodse feestdag specifieke beden voor het betreffende feest. | Daarna volgt het hoofddeel, dat betrekking heeft op concrete bezigheden gedurende de dag. Op weekdagen bestaat het hoofddeel uit 13 beden; op de [[sabbat]]dag uit een bede voor een goede rustdag; op een joodse feestdag specifieke beden voor het betreffende feest. | ||
Het slotgedeelte bevat ook drie | Het slotgedeelte bevat ook drie berachot: | ||
* ''Avoda'' „Tempeldienst”, | * ''Avoda'' „Tempeldienst”, | ||
* ''Hoda’a'' „Dank” | * ''Hoda’a'' „Dank” en | ||
* ''Birkat Sjalom'' „Priesterzegen en smeekbede om vrede”, | * ''Birkat Sjalom'' „Priesterzegen en smeekbede om vrede”, | ||
Het hoofddeel varieert naargelang de dag, maar de eerste en laatste drie zegenspreuken blijven hetzelfde. | Het hoofddeel varieert naargelang de dag, maar de eerste en laatste drie zegenspreuken blijven hetzelfde. | ||
Iedere beracha eindigt met ''Baroech atta Adonai'' [of ''Hasjem''] (Gezegend bent U, [[JHWH|HEER]]), waarop de gemeente antwoordt: ''Baroech hoe oewaroech sjemo'' (Gezegend is Hij en gezegend is Zijn Naam), dan wordt de voorgaande beracha in enkele woorden samengevat, waarna men ''amen'' zegt. | |||
Tijdens het gebed buigt men zich vier maal naar voor: telkens bij het woord ''baroech'' en bij de woorden ''modiem anachnoe''. Op het einde gaat men drie stappen naar achter bij de woorden ''osè sjalom'', en vervolgens drie stappen naar voor bij het woord ''kadmonietjot''. | |||
== Oorsprong == | == Oorsprong == | ||
Het oudste schriftelijke bewijsstuk voor de tekst van de Amida stamt uit de negende eeuw (Seder Rav [[Amram Gaon]]). De [[Misjna]] vermeldt (omstreeks 200) reeds de thema’s van de [[ | Het oudste schriftelijke bewijsstuk voor de tekst van de Amida stamt uit de negende eeuw (Seder Rav [[Amram Gaon]]). De [[Misjna]] vermeldt (omstreeks 200) reeds de thema’s van de [[Beracha|Berachot]]. Alleen de thema’s van de verschillende beden waren vastgelegd, de formulering was vrij. In de negende eeuw begon de tekstvorm vast te liggen. Verschillende formuleringen bleven tot op heden bewaard in de gebedenboeken van de verschillende joodse richtingen. | ||
== Toevoeging van een 19e bede == | == Toevoeging van een 19e bede == | ||
Volgens een | Volgens een theorie die vooral gebaseerd is op de liturgiewetenschapper [[Ismar Elbogen]] (''Geschichte des jüdischen Gottesdienstes'', Berlin 1913) en op een legende in het [[Talmoed]]-traktaat ''Berachot'', werd het feit dat het „achttiengebed” uit negentien beden bestaat als volgt verklaard: | ||
Na de vernietiging van de tempel van Jeruzalem stond keizer [[Vespasianus]] toe dat de joden een academie oprichtten in de stad [[Javne (stad)|Javne]]. In de academie werd de school van de rabbijnse geleerde [[Hillel]] maatgevend. | |||
:''Onze meesters leerden: Sjimon Hapakoeli ordende de achttien zegenspreuken in volgorde, in aanwezigheid van Rabban [[Gamaliël|Gamliël]] in Javne. Rabban Gamliël zei tot de wijzen: is er iemand die de birkat haminiem (de zegenspreuk tegen de lasteraars) kan opstellen? Daarop stond Sjemoeël de Kleine op en stelde haar op. | |||
Zo kreeg de twaalfde bede de volgende vorm: | |||
:„''Voor de lasteraars is er geen hoop, en alle roekelozen mogen ogenblikkelijk verloren zijn, alle vijanden van Uw volk mogen snel afgesneden worden, en ontwortel, verpletter en verneder de opstandigen. Geprezen zijt Gij, [[JHWH|Eeuwige]], die de vijanden breekt en de opstandigen vernedert.”''<br />Eigen vertaling op basis van Duitse Sidur ''Sefat Emet'', Victor Goldschmidt Verlag Basel 1964, p. 43 | |||
Intussen werden antieke handschriften met de tekst van de Amida teruggevonden in de [[geniza]] van Kaïro, waarop men kon vaststellen dat de tekst volgens de Palestijnse traditie achttien beden bevat, maar volgens de Babylonische traditie negentien beden. Volgens de joodse zienswijze uit de Babylonische school mag een bede slechts één inhoud hebben. In de veertiende bede van de Amida ging het oorspronkelijk om de wederopbouw van Jeruzalem en de komst van de Messias. Deze bede werd in de Babylonische versies opgedeeld: bede 14 bidt om de wederopbouw van Jeruzalem, en bede 15 bidt om de komst van de spruit van David, de Messias. De Babylonische variante heeft zich doorgezet en zo ook de 19 beden in het gebed tijdens de week. | |||
==18== | |||
Het getal 18 wordt bijzonder gewaardeerd in het jodendom: het is de getalwaarde van het woord {{Heb|חי}}, ''chaj'' (leven). De namen van de aartsvaders Avraham ([[Abraham]]), Jitschak ([[Isaäk]]) en Ja'akov ([[Jakob]]) worden gezamenlijk achttien maal in de [[Hebreeuwse Bijbel|Tenach]] genoemd. | |||
== Weblinks == | == Weblinks == | ||
* [http://www.buber.de/cj/judaica/18bitten.html Text des Achtzehnbittengebetes in der Übersetzung von Rabbiner Dr. Bamberger] - buber.de | * {{nl}} [http://www.faq-online.nl/index.php?file=article&art_id=283 Sjmoné 'Esre: HET (achttien) Gebed] | ||
* [http://www.talmud.de/cms/Der_Text_der_Wochentagsam.148.0.html Der Text der Wochentagsamidah in deutscher Sprache] - talmud.de | * {{de}}[http://www.buber.de/cj/judaica/18bitten.html Text des Achtzehnbittengebetes in der Übersetzung von Rabbiner Dr. Bamberger] - buber.de | ||
* Israels Gebete, übersetzt und erläutert von Samson Raphael Hirsch. Verlag Morascha, Zürich-Basel 1998 [http://books.google.ch/books?id=nUtMTdZRaSUC&pg=PA126&source=gbs_toc_r&cad=4#v=onepage&q&f=false ''Morgengebet für die Wochentage, Schemone Essre''], p. 126-159 | * {{de}}[http://www.talmud.de/cms/Der_Text_der_Wochentagsam.148.0.html Der Text der Wochentagsamidah in deutscher Sprache] - talmud.de | ||
* [http://www.hagalil.com/judentum/gebet/amida.htm HaTefilah: ''Die Amidah bzw. das Achtzehn Gebet Schmone-Esre.''] - [[Hagalil|hagalil.com]] | * {{de}}Israels Gebete, übersetzt und erläutert von Samson Raphael Hirsch. Verlag Morascha, Zürich-Basel 1998 [http://books.google.ch/books?id=nUtMTdZRaSUC&pg=PA126&source=gbs_toc_r&cad=4#v=onepage&q&f=false ''Morgengebet für die Wochentage, Schemone Essre''], p. 126-159 | ||
* {{de}}[http://www.hagalil.com/judentum/gebet/amida.htm HaTefilah: ''Die Amidah bzw. das Achtzehn Gebet Schmone-Esre.''] - [[Hagalil|hagalil.com]] | |||
[[Categorie: Joodse eredienst]] | [[Categorie: Joodse eredienst]] | ||
[[Categorie: Joods gebed]] | [[Categorie: Joods gebed]] |
Versie van 5 dec 2012 11:14
Het sjemonee esree (of achttiengebed) (Hebreeuws: שמנה עשרה), dikwijls Amida genoemd (עמידה van עמד, „staand”), is het hoofdgebed in de joodse eredienst.
Naam
De naam Sjemonee Esree is gebruikelijk in de asjkenazische traditie. De betekenis ervan, achttien, verwijst naar het aantal beden, in de Israëlische versie van dit gebed voor de weekdagen. In de nu gebruikelijke versie heeft het gebed 19 beden. Daarom heeft zich, vooral in het sefardische jodendom de benaming Amida verspreid. Deze naam verwijst ernaar dat dit gebed staande gesproken word. In de Talmoed wordt dit gebed eenvoudig Tefilla genoemd, „gebed”.
Staande gebed
Het sjemonee esree wordt staande gebeden, met de voeten tegen elkaar. Het wordt in een fluisterende toon opgezegd, gericht naar Jeruzalem, indien mogelijk met een minjan.
Inhoud en structuur
De Amida bestaat uit een inleidend gedeelte met drie berachot (zegensspreuken)
- Avot „[aarts]vaders”,
- Gewoerot „machtige daden” en
- Kedoesjat ha-Sjem „Heiligung van God”,
Daarna volgt het hoofddeel, dat betrekking heeft op concrete bezigheden gedurende de dag. Op weekdagen bestaat het hoofddeel uit 13 beden; op de sabbatdag uit een bede voor een goede rustdag; op een joodse feestdag specifieke beden voor het betreffende feest.
Het slotgedeelte bevat ook drie berachot:
- Avoda „Tempeldienst”,
- Hoda’a „Dank” en
- Birkat Sjalom „Priesterzegen en smeekbede om vrede”,
Het hoofddeel varieert naargelang de dag, maar de eerste en laatste drie zegenspreuken blijven hetzelfde.
Iedere beracha eindigt met Baroech atta Adonai [of Hasjem] (Gezegend bent U, HEER), waarop de gemeente antwoordt: Baroech hoe oewaroech sjemo (Gezegend is Hij en gezegend is Zijn Naam), dan wordt de voorgaande beracha in enkele woorden samengevat, waarna men amen zegt.
Tijdens het gebed buigt men zich vier maal naar voor: telkens bij het woord baroech en bij de woorden modiem anachnoe. Op het einde gaat men drie stappen naar achter bij de woorden osè sjalom, en vervolgens drie stappen naar voor bij het woord kadmonietjot.
Oorsprong
Het oudste schriftelijke bewijsstuk voor de tekst van de Amida stamt uit de negende eeuw (Seder Rav Amram Gaon). De Misjna vermeldt (omstreeks 200) reeds de thema’s van de Berachot. Alleen de thema’s van de verschillende beden waren vastgelegd, de formulering was vrij. In de negende eeuw begon de tekstvorm vast te liggen. Verschillende formuleringen bleven tot op heden bewaard in de gebedenboeken van de verschillende joodse richtingen.
Toevoeging van een 19e bede
Volgens een theorie die vooral gebaseerd is op de liturgiewetenschapper Ismar Elbogen (Geschichte des jüdischen Gottesdienstes, Berlin 1913) en op een legende in het Talmoed-traktaat Berachot, werd het feit dat het „achttiengebed” uit negentien beden bestaat als volgt verklaard:
Na de vernietiging van de tempel van Jeruzalem stond keizer Vespasianus toe dat de joden een academie oprichtten in de stad Javne. In de academie werd de school van de rabbijnse geleerde Hillel maatgevend.
- Onze meesters leerden: Sjimon Hapakoeli ordende de achttien zegenspreuken in volgorde, in aanwezigheid van Rabban Gamliël in Javne. Rabban Gamliël zei tot de wijzen: is er iemand die de birkat haminiem (de zegenspreuk tegen de lasteraars) kan opstellen? Daarop stond Sjemoeël de Kleine op en stelde haar op.
Zo kreeg de twaalfde bede de volgende vorm:
- „Voor de lasteraars is er geen hoop, en alle roekelozen mogen ogenblikkelijk verloren zijn, alle vijanden van Uw volk mogen snel afgesneden worden, en ontwortel, verpletter en verneder de opstandigen. Geprezen zijt Gij, Eeuwige, die de vijanden breekt en de opstandigen vernedert.”
Eigen vertaling op basis van Duitse Sidur Sefat Emet, Victor Goldschmidt Verlag Basel 1964, p. 43
Intussen werden antieke handschriften met de tekst van de Amida teruggevonden in de geniza van Kaïro, waarop men kon vaststellen dat de tekst volgens de Palestijnse traditie achttien beden bevat, maar volgens de Babylonische traditie negentien beden. Volgens de joodse zienswijze uit de Babylonische school mag een bede slechts één inhoud hebben. In de veertiende bede van de Amida ging het oorspronkelijk om de wederopbouw van Jeruzalem en de komst van de Messias. Deze bede werd in de Babylonische versies opgedeeld: bede 14 bidt om de wederopbouw van Jeruzalem, en bede 15 bidt om de komst van de spruit van David, de Messias. De Babylonische variante heeft zich doorgezet en zo ook de 19 beden in het gebed tijdens de week.
18
Het getal 18 wordt bijzonder gewaardeerd in het jodendom: het is de getalwaarde van het woord חי, chaj (leven). De namen van de aartsvaders Avraham (Abraham), Jitschak (Isaäk) en Ja'akov (Jakob) worden gezamenlijk achttien maal in de Tenach genoemd.
Weblinks
- (nl) Sjmoné 'Esre: HET (achttien) Gebed
- (de) Text des Achtzehnbittengebetes in der Übersetzung von Rabbiner Dr. Bamberger - buber.de
- (de) Der Text der Wochentagsamidah in deutscher Sprache - talmud.de
- (de) Israels Gebete, übersetzt und erläutert von Samson Raphael Hirsch. Verlag Morascha, Zürich-Basel 1998 Morgengebet für die Wochentage, Schemone Essre, p. 126-159
- (de) HaTefilah: Die Amidah bzw. das Achtzehn Gebet Schmone-Esre. - hagalil.com