Christoph Wilhelm Hufeland: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
==Leven== | ==Leven== | ||
Christoph Wilhelm Hufeland werd geboren in Langensalza als zoon van Johann Friedrich Hufeland (1730-1787). Zijn vader en grootvader hadden al geneeskunde gestudeerd en werkten in Weimar (vanaf 1765) als lijfarts van hertogin Anna Amalia en hofarts van de hertog. Christoph Wilhelm Hufeland ging naar school in Weimar en begon in het voorjaar van 1780 geneeskunde te studeren in Jena (Thüringen), waar hij vooral colleges volgde van de chirurg en anatoom Justus Christian Loder, en in Göttingen, waar ook Georg Christoph Lichtenberg een van zijn leraren was. In 1783 promoveerde Hufeland in Göttingen tot doctor in de geneeskunde. Hij werd tevens [[vrijmetselaar]] in de Göttingse loge ’Augusta zu den drei Flammen’. | Christoph Wilhelm Hufeland werd geboren in Langensalza als zoon van Johann Friedrich Hufeland (1730-1787). Zijn vader en grootvader hadden al geneeskunde gestudeerd en werkten in Weimar (vanaf 1765) als lijfarts van hertogin Anna Amalia en hofarts van de hertog. Christoph Wilhelm Hufeland ging naar school in Weimar en begon in het voorjaar van 1780 geneeskunde te studeren in Jena (Thüringen), waar hij vooral colleges volgde van de chirurg en anatoom Justus Christian Loder, en in [[Göttingen]], waar ook Georg Christoph Lichtenberg een van zijn leraren was. In 1783 promoveerde Hufeland in Göttingen tot doctor in de geneeskunde. Hij werd tevens [[vrijmetselaar]] in de Göttingse loge ’Augusta zu den drei Flammen’. | ||
Hij was een van de pioniers van de medische journalistiek van de negentiende eeuw; in 1791 begon hij zelfs een medisch tijdschrift uit te geven met de titel ''Bibliothek der praktischen Heilkunde'' (Berlijn 1800-1805). In 1793 werd hij hoogleraar in de geneeskunde aan de universiteit van Jena. Hij wijdde zich aan de reorganisatie van de gezondheidszorg in Pruisen. | |||
In 1801 werd hij hoogleraar geneeskunde in Berlijn en werd hij, net als zijn vader en grootvader voor hem, benoemd tot koninklijk geneesheer. | |||
In 1810 werd hij hoogleraar bijzondere pathologie en therapie aan de ’nieuwe universiteit’ van Berlijn,de [[Charité]]. Hij kreeg de leiding over de Charité. In zijn Berlijnse periode werd hij ook benoemd tot ''Geheimen Obermedizinalrat'', wat een hoog ambt was op geneeskundig gebied. | |||
Zijn activiteit richtte zich op de strijd tegen infectieziekten. Hij was een vroege en vurige voorstander van dr. [[Edward jenner|Jenners]] [[vaccinatie]] tegen [[pokken]] en zette zich in voor geneeskunde voor onbemiddelden. Hij stichtte een groot aantal liefdadigheidsinstellingen voor zieken en twee pensioenfondsen voor artsen en hun families. Tegelijk verzette hij zich tegen de toen populaire [[brownianisme|browniaanse ziekteleer]] en tegen de theorieën van het zogenaamde [[dierlijk magnetisme]]. | |||
Ondanks zijn vele verplichtingen en intensieve werk behield Hufeland altijd een interesse in onderzoek en bleef hij wetenschappelijke artikelen publiceren. | |||
==Erkenningen== | ==Erkenningen== | ||
Regel 12: | Regel 20: | ||
Christian Whilhelm Hufeland liet meer dan 400 publicaties na over vele medische onderwerpen zoals kindergeneeskunde, [[balneologie]], de [[epidemiologie]] van [[tyfus]] en [[cholera]], en medische ethiek. | Christian Whilhelm Hufeland liet meer dan 400 publicaties na over vele medische onderwerpen zoals kindergeneeskunde, [[balneologie]], de [[epidemiologie]] van [[tyfus]] en [[cholera]], en medische ethiek. | ||
Een van zijn bekendste werken was ''Makrobiotik oder die Kunst das menschliche Leben zu verlängern'', waarin hij zijn ideeën over preventieve geneeskunde en een gezonde levenswijze voorstelde. Deze verhandeling werd met groot succes in heel Europa vertaald, en bereikte in 1860 zelfs acht edities. | |||
Hoewel het begrip [[makrobiotiek]] tegenwoordig vaak in verband staat met een bepaald dieet, gebruikte Hufeland dit in een veel algemenere betekenis. | |||
Hij publiceerde het tijdschrift ''Bibliothek der praktischen Heilkunde'' vanaf 1791. | |||
Vanaf 1795 publiceerde hij het ''Journal der praktischen Arzneykunde und Wundarzneikunst'', dat in die periode een invloedrijk geneeskundig tijdschrift was. Het behandelde praktische aspecten van de farmacie (''Arzneykunde'') en [[chirurgie]], in het bijzonder wondbehandeling (''Wundarzneikunst''). | |||
{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q32257}} | |||
{{DEFAULTSORT:Hufeland, Christoph}} | {{DEFAULTSORT:Hufeland, Christoph}} | ||
[[Categorie: Duits medicus]] | [[Categorie: Duits medicus]] |
Versie van 18 sep 2023 15:01
Christoph Wilhelm Hufeland (Langensalza, 12 augustus 1762 – Berlijn, 25 augustus 1836) was een Duitse arts. Hij was een voorstander van een holistische geneeskunde volgens het hippocratische model. Hij gebruikte hydrotherapie en warmtetherapie en was diegene die in moderne tijden de term ’macrobiotisch’ in gebruik nam om het vermogen aan te geven om het menselijk leven te verlengen. Dit begrip werd later door Georges Ohsawa overgenomen als naam van een specifieke voedingsleer.
Leven
Christoph Wilhelm Hufeland werd geboren in Langensalza als zoon van Johann Friedrich Hufeland (1730-1787). Zijn vader en grootvader hadden al geneeskunde gestudeerd en werkten in Weimar (vanaf 1765) als lijfarts van hertogin Anna Amalia en hofarts van de hertog. Christoph Wilhelm Hufeland ging naar school in Weimar en begon in het voorjaar van 1780 geneeskunde te studeren in Jena (Thüringen), waar hij vooral colleges volgde van de chirurg en anatoom Justus Christian Loder, en in Göttingen, waar ook Georg Christoph Lichtenberg een van zijn leraren was. In 1783 promoveerde Hufeland in Göttingen tot doctor in de geneeskunde. Hij werd tevens vrijmetselaar in de Göttingse loge ’Augusta zu den drei Flammen’.
Hij was een van de pioniers van de medische journalistiek van de negentiende eeuw; in 1791 begon hij zelfs een medisch tijdschrift uit te geven met de titel Bibliothek der praktischen Heilkunde (Berlijn 1800-1805). In 1793 werd hij hoogleraar in de geneeskunde aan de universiteit van Jena. Hij wijdde zich aan de reorganisatie van de gezondheidszorg in Pruisen.
In 1801 werd hij hoogleraar geneeskunde in Berlijn en werd hij, net als zijn vader en grootvader voor hem, benoemd tot koninklijk geneesheer.
In 1810 werd hij hoogleraar bijzondere pathologie en therapie aan de ’nieuwe universiteit’ van Berlijn,de Charité. Hij kreeg de leiding over de Charité. In zijn Berlijnse periode werd hij ook benoemd tot Geheimen Obermedizinalrat, wat een hoog ambt was op geneeskundig gebied.
Zijn activiteit richtte zich op de strijd tegen infectieziekten. Hij was een vroege en vurige voorstander van dr. Jenners vaccinatie tegen pokken en zette zich in voor geneeskunde voor onbemiddelden. Hij stichtte een groot aantal liefdadigheidsinstellingen voor zieken en twee pensioenfondsen voor artsen en hun families. Tegelijk verzette hij zich tegen de toen populaire browniaanse ziekteleer en tegen de theorieën van het zogenaamde dierlijk magnetisme.
Ondanks zijn vele verplichtingen en intensieve werk behield Hufeland altijd een interesse in onderzoek en bleef hij wetenschappelijke artikelen publiceren.
Erkenningen
- Hij was lid van de Koninklijke Pruisische Academie van Wetenschappen in Berlijn.
Publicaties
Christian Whilhelm Hufeland liet meer dan 400 publicaties na over vele medische onderwerpen zoals kindergeneeskunde, balneologie, de epidemiologie van tyfus en cholera, en medische ethiek.
Een van zijn bekendste werken was Makrobiotik oder die Kunst das menschliche Leben zu verlängern, waarin hij zijn ideeën over preventieve geneeskunde en een gezonde levenswijze voorstelde. Deze verhandeling werd met groot succes in heel Europa vertaald, en bereikte in 1860 zelfs acht edities. Hoewel het begrip makrobiotiek tegenwoordig vaak in verband staat met een bepaald dieet, gebruikte Hufeland dit in een veel algemenere betekenis.
Hij publiceerde het tijdschrift Bibliothek der praktischen Heilkunde vanaf 1791.
Vanaf 1795 publiceerde hij het Journal der praktischen Arzneykunde und Wundarzneikunst, dat in die periode een invloedrijk geneeskundig tijdschrift was. Het behandelde praktische aspecten van de farmacie (Arzneykunde) en chirurgie, in het bijzonder wondbehandeling (Wundarzneikunst).