Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Willem Antony van Vloten: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 29: Regel 29:
Sinds ongeveer 1775 werkte hij aan een nieuwe Bijbelvertaling, die hij op eigen kosten uitgaf<ref>{{Aut|A. Heringa}}, ''De bijbel in de huiskamer. De bijbelvertaling van 1789 tot 1830'', in: {{Aut|[[A. W. G. Jaakke]]}} en {{Aut|E. W. Tuinstra}} (red.), ''Om een verstaanbare bijbel. Nederlandse bijbelvertalingen na de Statenbijbel'' (Haarlem/Brussel: [[Nederlands Bijbelgenootschap]]/[[Belgisch Bijbelgenootschap]], 1990), p. 153-182, 166.</ref> onder de naam ''De Bijbel vertaald, omschreven en door aanmerkingen opgehelderd''. Deze vertaling met parafrase en uitvoerige tekstverklaring verscheen in 13 lijvige delen. Het eerste deel ervan kwam uit in 1789 en het laatste deel, van de [[brief aan de Hebreeën]] tot en met [[Openbaring van Johannes|Openbaring]], in 1796. Waar mogelijk, probeerde hij eenzelfde [[Hebreeuws]] of [[Grieks]] woord steeds door eenzelfde Nederlands woord te vertalen. In zijn voorrede schreef hij: „''Ik schrijf voor geene Geleerden, maar voor onbevooroordeelde Bijbelminnaaren.''”
Sinds ongeveer 1775 werkte hij aan een nieuwe Bijbelvertaling, die hij op eigen kosten uitgaf<ref>{{Aut|A. Heringa}}, ''De bijbel in de huiskamer. De bijbelvertaling van 1789 tot 1830'', in: {{Aut|[[A. W. G. Jaakke]]}} en {{Aut|E. W. Tuinstra}} (red.), ''Om een verstaanbare bijbel. Nederlandse bijbelvertalingen na de Statenbijbel'' (Haarlem/Brussel: [[Nederlands Bijbelgenootschap]]/[[Belgisch Bijbelgenootschap]], 1990), p. 153-182, 166.</ref> onder de naam ''De Bijbel vertaald, omschreven en door aanmerkingen opgehelderd''. Deze vertaling met parafrase en uitvoerige tekstverklaring verscheen in 13 lijvige delen. Het eerste deel ervan kwam uit in 1789 en het laatste deel, van de [[brief aan de Hebreeën]] tot en met [[Openbaring van Johannes|Openbaring]], in 1796. Waar mogelijk, probeerde hij eenzelfde [[Hebreeuws]] of [[Grieks]] woord steeds door eenzelfde Nederlands woord te vertalen. In zijn voorrede schreef hij: „''Ik schrijf voor geene Geleerden, maar voor onbevooroordeelde Bijbelminnaaren.''”


Het werd een omvangrijk werk, omdat hij bij elk vers een [[parafrase]] of een kleine verklarende uitleg gaf. Van Vloten achtte een parafrase van de tekst noodzakelijk omdat hij met zijn vertaling zo dicht mogelijk bij de grondtekst wilde blijven en hij besefte dat dat niet kon zonder dat dit afbreuk zou doen aan de begrijpelijkheid van de vertaling. De kerk gaf geen officiële goedkeuring aan dit werk, omdat men „nieuwigheden in zijnen arbeid meende te zien”, die volgens de kerkhistoricus [[Barend Glasius|B. Glasius]] echter „meest in schijn bestonden”.<ref name=Glasius>{{Aut|Barend Glasius}}, ''[http://www.historici.nl/retroboeken/glasius/#page=528&accessor=accessor_index&source=3&accessor_href=accessor_index%3FSearchSource%253Autf-8%253Austring%3D%26first_letter%3Dv&view=imagePane Godgeleerd Nederland – Biographisch Woordenboek van Nederlandsche Godgeleerden]'' deel 3, ’s Hertogenbosch, 1856, blz. 524-526.</ref> Wel drukte van Vloten zich vrijer uit dan men gewoon was. De theologische faculteit van [[Leiden]] gaf haar approbatie aan de eerste negen delen van het werk, maar vanaf het tiende deel niet meer.<ref name=Sepp>{{Aut|Christiaan Sepp}}, [http://books.google.nl/books?id=DBAaAAAAYAAJ&pg=PR3&dq=Proeve+eener+pragmatische+geschiedenis+der+theologie+hier+te+lande&hl=nl&ei=CfpETtLgKI_n-gaK3qyjBw&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=2&ved=0CDAQ6AEwAQ#v=onepage&q&f=false ''Proeve eener pragmatische geschiedenis der theologie hier te lande''], in: ''Verhandelingen rakende de natuurlyke en geopenbaarde Godsdienst'', Teyler’s Godgeleerd Genootschap, Deel XXXVI, Haarlem, „by de erven François Bohn”, 1860, blz. 120</ref> Om dergelijke moeilijkheden voortaan te vermijden, zei van Vloten zijn lidmaatschap bij de [[Nederlandse Hervormde Kerk|hervormde kerk]] op en sloot zich voortaan aan bij een groep Doopsgezinden rond de predikant [[Allard Hulshoff]].<ref name=Sepp /> Hij bleef, op eigen kosten, werken over de Bijbel publiceren.
Het werd een omvangrijk werk, omdat hij bij elk vers een [[parafrase]] of een kleine verklarende uitleg gaf. Van Vloten achtte een parafrase van de tekst noodzakelijk omdat hij met zijn vertaling zo dicht mogelijk bij de grondtekst wilde blijven en hij besefte dat dat niet kon zonder dat dit afbreuk zou doen aan de begrijpelijkheid van de vertaling. De kerk gaf geen officiële goedkeuring aan dit werk, omdat men „nieuwigheden in zijnen arbeid meende te zien”, die volgens de kerkhistoricus [[Barend Glasius|B. Glasius]] echter „meest in schijn bestonden”.<ref name=Glasius>{{Aut|Barend Glasius}}, ''[http://www.historici.nl/retroboeken/glasius/#page=528&accessor=accessor_index&source=3&accessor_href=accessor_index%3FSearchSource%253Autf-8%253Austring%3D%26first_letter%3Dv&view=imagePane Godgeleerd Nederland – Biographisch Woordenboek van Nederlandsche Godgeleerden]'' deel 3, ’s Hertogenbosch, 1856, blz. 524-526.</ref> Wel drukte van Vloten zich vrijer uit dan men gewoon was. De theologische faculteit van [[Leiden]] gaf haar approbatie aan de eerste negen delen van het werk, maar vanaf het tiende deel niet meer.<ref name=Sepp>{{Aut|Christiaan Sepp}}, [http://books.google.com/books?id=DBAaAAAAYAAJ&pg=PR3&dq=Proeve+eener+pragmatische+geschiedenis+der+theologie+hier+te+lande ''Proeve eener pragmatische geschiedenis der theologie hier te lande''], in: ''Verhandelingen rakende de natuurlyke en geopenbaarde Godsdienst'', Teyler’s Godgeleerd Genootschap, Deel XXXVI, Haarlem, „by de erven François Bohn”, 1860, blz. 120</ref> Om dergelijke moeilijkheden voortaan te vermijden, zei van Vloten zijn lidmaatschap bij de [[Nederlandse Hervormde Kerk|hervormde kerk]] op en sloot zich voortaan aan bij een groep Doopsgezinden rond de predikant [[Allard Hulshoff]].<ref name=Sepp /> Hij bleef, op eigen kosten, werken over de Bijbel publiceren.


===Andere werken===
===Andere werken===
Regel 70: Regel 70:
{{DEFAULTSORT:Vloten, Willem Antony van}}
{{DEFAULTSORT:Vloten, Willem Antony van}}
[[Categorie: Nederlands vertaler]]
[[Categorie: Nederlands vertaler]]
[[Categorie: Bijbelvertaler]]
[[Categorie: Bijbelvertaler naar het Nederlands]]
[[Categorie: Nederlands schrijver]]
[[Categorie: Nederlands schrijver]]
[[Categorie: Nederlands theoloog]]
[[Categorie: Nederlands theoloog]]
[[Categorie: Geboren in 1750]]
[[Categorie: Geboren in 1750]]
[[Categorie: Overleden in 1809]]
[[Categorie: Overleden in 1809]]

Huidige versie van 3 sep 2018 om 18:30

rel=nofollow

Willem Antony van Vloten (Utrecht, juni 1740[2]Amsterdam, 11 maart 1809) was een Nederlandse godsdienstleraar, predikant en bijbelvertaler.

Biografie

Van Vloten werd in 1740 geboren als zoon van de Utrechtse notaris Wernard van Vloten[3] en van Cornelia van Beest.

Hij studeerde theologie aan de Universiteit Utrecht, en was van 1767 tot 1770 godsdienstleraar en hervormd predikant te Waddinxveen. Om gezondheidsredenen kon hij zijn ambt niet langer uitoefenen. Later woonde hij achtereenvolgens in Utrecht, Gouda,[4] Leiden en tenslotte in Amsterdam.

Nadat hij een aantal politieke brochures had geschreven, werkte hij vooral aan theologische geschriften. Het eerste hiervan was zijn Verhandeling over den invloed van den christen godsdienst.

Van Vlotens Bijbelvertaling

Sinds ongeveer 1775 werkte hij aan een nieuwe Bijbelvertaling, die hij op eigen kosten uitgaf[5] onder de naam De Bijbel vertaald, omschreven en door aanmerkingen opgehelderd. Deze vertaling met parafrase en uitvoerige tekstverklaring verscheen in 13 lijvige delen. Het eerste deel ervan kwam uit in 1789 en het laatste deel, van de brief aan de Hebreeën tot en met Openbaring, in 1796. Waar mogelijk, probeerde hij eenzelfde Hebreeuws of Grieks woord steeds door eenzelfde Nederlands woord te vertalen. In zijn voorrede schreef hij: „Ik schrijf voor geene Geleerden, maar voor onbevooroordeelde Bijbelminnaaren.

Het werd een omvangrijk werk, omdat hij bij elk vers een parafrase of een kleine verklarende uitleg gaf. Van Vloten achtte een parafrase van de tekst noodzakelijk omdat hij met zijn vertaling zo dicht mogelijk bij de grondtekst wilde blijven en hij besefte dat dat niet kon zonder dat dit afbreuk zou doen aan de begrijpelijkheid van de vertaling. De kerk gaf geen officiële goedkeuring aan dit werk, omdat men „nieuwigheden in zijnen arbeid meende te zien”, die volgens de kerkhistoricus B. Glasius echter „meest in schijn bestonden”.[6] Wel drukte van Vloten zich vrijer uit dan men gewoon was. De theologische faculteit van Leiden gaf haar approbatie aan de eerste negen delen van het werk, maar vanaf het tiende deel niet meer.[7] Om dergelijke moeilijkheden voortaan te vermijden, zei van Vloten zijn lidmaatschap bij de hervormde kerk op en sloot zich voortaan aan bij een groep Doopsgezinden rond de predikant Allard Hulshoff.[7] Hij bleef, op eigen kosten, werken over de Bijbel publiceren.

Andere werken

De verdeeldheid onder christenen stoorde hem zeer. Hierover schreef hij een Verhandeling over den zorgelijken toestand der onderscheidene Godsdienstige Gezindheden, in den tegenwoordigen tijd, verdeeld in Neölogen of Heterodoxen, en Obscuranten of Orthodoxen. Met uitvoerige opgave van het eenig middel, ter vermijding van de uitersten, waarin deze beiden anders noodwendig vervallen moeten. (Amsterdam, 1805) Hij wees hierin op de noodzaak om de Bijbel onpartijdig te onderzoeken als enig middel om tot de kennis van de waarheid te komen. Deze en een Tweede verhandeling, den middelweg aanwijzende tusschen de uitersten van den tegenwoordigen tijd (Amsterdam, 1806), werden nadien samen uitgegeven in één band: De Bijbel als opvoedingsboek beschouwd voor elk. Verder verscheen o.a. een Verhandeling over de tegenwoordige laauwheid en onverschilligheid in de godsdienst, derzelver oorzaken en geneesmiddelen (Leiden, 1808).

Reacties

Sommigen zwaaiden hem lof toe: „’s Mans arbeid levert dus den Ongeletterden, die zich op de beoefening der Heiligen Schriften ernstig toelegt, een zeer nuttig handboek, waer van zy zich, ten beteren verstande der Bybelbladeren, en tot een leerzaem stichtelyk gebruik van dezelven, met vrucht kunnen bedienen.”[8] Anderen vonden „dat de slechtheid van taal en stijl in deze Overzetting met de gemeenheid en het profane der omschrijving en uitlegging hand aan hand gaat.”[9]

Van Vloten zelf klaagde: „ik heb geschreven voor het publiek zonder aanmoediging; ik ondervond gestadig het tegendeel; in plaats van toejuiching, berisping, in plaats van gematigde goedkeuring, steile veroordeling en vervolging.”[10]

Een kernachtige samenvatting vindt men in de biografie door Glasius: „Bezield met vurige lust om den Bijbel te onderzoeken en te doen kennen, wijdde hij daaraan al zijne krachten. Het is echter te bejammeren dat hij minder helder en duidelijk, soms zelfs duister in zijn wijze van uitdrukking en voorstelling was.”[6] Hij verwees hiermee naar de Van Vlotens lange verhandelingen van wel honderden bladzijden zonder enige indeling in alinea’s of hoofdstukken.

Door conflicten met de kerkelijke censuur verhuisde hij uiteindelijk van Leiden naar Amsterdam. Daar zou hij met W. A. Ockerse, zijn academievriend, in 1798 een handel in effecten zijn begonnen.[11][12] Van Vloten overleed in maart 1809 op 68-jarige leeftijd te Amsterdam. Hij werd op 16 maart 1809 in Muiderberg begraven. Op zijn grafzerk stond de tekst: „Hier ontving de Aarde het Hare van WILLEM ANTHONIJ VAN VLOTEN. Geb. 1740. Gest. 1809”.[13]

Werken

  • 1784: (Anoniem verschenen:) Redevoering aan de gewapende burgerij in Nederland, Utrecht.
  • 1786: (Anoniem verschenen:) Verhandeling over den invloed van den Christen godsdienst, Amsterdam.
  • 1789-1796: (Gedeeltelijk anoniem verschenen:) De Bijbel, vertaald, omschreven en door aanmerkingen opgehelderd, 13 delen, Utrecht, Amsterdam.
  • 1802: De praktijk des bijbels, of het zedekundig onderwijs der gewijde schriften, 6 delen, Amsterdam.
  • 1803/1804: De theologie des bijbels of de voornaamste waarheden der gewijde schriften, aaneengeschakeld beschouwd, 2 delen, Amsterdam.
  • 1806: Verhandeling over den zorgelijken toestand der godsdienstige gezindheden in den tegenwoordigen tijd, verdeeld in Neologen of Heterodoxen en obscuranten of orthodoxen, Amsterdam.
  • 1806: Tweede verhandeling, den middelweg aanwijzende tusschen de uitersten van den tegenwoordigen tijd, Amsterdam.
  • 1806: De bijbel als opvoedingsboek beschouwd voor elk, Amsterdam. (Gezamenlijke uitgave van bovenstaande twee verhandelingen)
  • 1808: Verhandeling over de tegenwoordige laauwheid en onverschilligheid in de godsdienst, derzelver oorzaken en geneesmiddelen, Leiden.
  • 1809-1812: Het hoog bewind der Godheid over het geheel menschdom, 4 delen, Amsterdam.
  • 1811: Het leven van Waarmond en Vrolijkhard, eene bijdrage tot de volkslektuur, Hoorn.

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen

Noten

  1. º Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie. Blijkbaar de doopdatum (zie volgende noot).
  2. 2,0 2,1 „Gedoopt te Utrecht in de Catharijnekerk 21 Juni 1740: Willem Anthonij, zoon v[an] WERNARD VAN VLOOTEN en CORNELIA VAN BEEST, E[chte]L[ieden] ledematen won[ende] in de Minre-broeder-straat” —Wapenheraut, 1907, p. 305.
  3. º Wernard van Vloten was van 1720 tot 1765 notaris te Utrecht. Hij woonde in de Minnebroederstraat (ook Minrebroederstraat) en kocht in 1724 een huis aan de Nieuwegracht bij de Plompetoren. —Wapenheraut, 1907, p. 301.
  4. º In Gouda woonde hij tien jaar op de door hem gehuurde buitenplaats BurghvlietWapenheraut, 1907, p. 306.
  5. º A. Heringa, De bijbel in de huiskamer. De bijbelvertaling van 1789 tot 1830, in: A. W. G. Jaakke en E. W. Tuinstra (red.), Om een verstaanbare bijbel. Nederlandse bijbelvertalingen na de Statenbijbel (Haarlem/Brussel: Nederlands Bijbelgenootschap/Belgisch Bijbelgenootschap, 1990), p. 153-182, 166.
  6. 6,0 6,1 Barend Glasius, Godgeleerd Nederland – Biographisch Woordenboek van Nederlandsche Godgeleerden deel 3, ’s Hertogenbosch, 1856, blz. 524-526.
  7. 7,0 7,1 Christiaan Sepp, Proeve eener pragmatische geschiedenis der theologie hier te lande, in: Verhandelingen rakende de natuurlyke en geopenbaarde Godsdienst, Teyler’s Godgeleerd Genootschap, Deel XXXVI, Haarlem, „by de erven François Bohn”, 1860, blz. 120
  8. º A. van der Kroe en J. Yntema, Vaderlandsche Letteroefeningen, „Vierde Deels, Eerste Stuk”, Amsterdam, 1789, blz. 352
  9. º Nederlandsche stemmen over godsdienst, Amsterdam, Vijfde Deel, bij G. van Peursem, 1837, blz. 219
  10. º Willem Antony van Vloten, Praktijk des Bijbels, of het zedekundig onderwijs der gewijde schriften, Deel 4, Amsterdam, 1798-1802, blz. 1.
  11. º Nijland, J. Aleida, Leven en werken van Jacobus Bellamy (1757-1786), uitg. Boekhandel en Drukkerij voorheen E. J. Brill, Leiden, 1917, deel II, blz. XCI
  12. º P. C. Molhuysen en P. J. Blok (red.), Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2. A.W. Sijthoff, Leiden 1912. Lemma: Ockerse, Willem Antony
  13. º Wapenheraut, 1907, p. 306
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow