Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Leander van Eß: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Proeflezen vertaling, aanpassing)
(toevoeging en andere sortering)
 
(8 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Leander van Eß''' (burgerlijke naam '''Johann Heinrich van Eß'''; Warburg in het Prinsdom Paderborn, [[15 februari]] [[1772]] – Affolterbach, Odenwald, [[13 oktober]] [[1847]]) was een katholiek theoloog en auteur van een vertaling van de Bijbel in het Duits.
'''Leander van Eß''' (ook geschreven als '''van Ess'''; burgerlijke naam '''Johann Heinrich van Eß'''; Warburg in het Prinsdom Paderborn, [[15 februari]] [[1772]] – Affolterbach, [[Odenwald]], [[13 oktober]] [[1847]]) was een katholiek theoloog en auteur van een vertaling van de Bijbel in het Duits.


==Leven==
==Leven==
Van Eß ging naar school aan het Gymnasium Marianum in Warburg. In 1790 ging hij in het [[benedictijn]]enklooster in Marienmünster bij Paderborn, waar hij de kloosternaam Leander aannam. In 1796 werd hij tot priester gewijd. Nadat het klooster in 1802 werd gesloten, verhuisde hij naar Schwalenberg (Lippe) en werd daar pastoor. Vanaf 1812 was hij hoogleraar aan de universiteit van Marburg, een mededirecteur van het plaatselijke seminarie voor leraren en pastoor van de parochie van Marburg. Hij nam in 1822 ontslag uit al zijn ambten en vestigde zich als privé-geleerde in Darmstadt en vanaf 1835 in Alzey. Hij verzamelde op grote schaal manuscripten en oude gedrukte boeken. Hij werkte vooral aan een Duitse bijbelvertaling en de verspreiding van de Bijbel onder het volk, waardoor hij een voorloper was van de katholieke Bijbelbeweging van de 19e eeuw.
Van Eß ging naar school aan het Gymnasium Marianum in Warburg – een [[dominicanen|dominicaanse]] school. In 1790 werden hij en zijn neef [[Karl van Eß]] beiden als novice opgenomen in het [[benedictijnen]]klooster in Marienmünster in het bisdom Paderborn. Johann Heinrich nam de kloosternaam Leander aan. In 1796 werd hij tot priester gewijd. Nadat het klooster in 1802 werd gesloten, verhuisde hij naar Schwalenberg (Lippe) en werd daar pastoor. Hij behield zijn kloosternaam ’Leander’.


Samen met zijn neef Karl van Eß vertaalde hij het Nieuwe Testament, dat in 1807 in Braunschweig werd uitgegeven toen hij nog pastoor was. Detekstuele basis voor deze vertaling was de [[Vulgaat]], en een uitgebreid voetnotenapparaat wees op verschillen met de Griekse tekst. In 1827 werkte Leander van Eß aan een eigen Bijbeluitgave, een combinatie van de Complutenzische Polyglot en de Griekse tekst van [[Desiderius Erasmus|Erasmus]].
Leander van Eß vertaalde het [[Nieuwe Testament]], met enige medewerking van zijn neef Karl. Dit werd uitgegeven in 1807 in [[Braunschweig]] toen hij nog pastoor was. De tekstuele basis voor deze vertaling was de [[Vulgaat]]; een uitgebreid voetnotenapparaat wees op verschillen met de Griekse tekst. Omdat de kerkelijke hiërarchie ertegen was dat deze vertaling werd verspreid, schreef hij een verdediging van het [[Bijbellezen]] op basis van verwijzingen en citaten van de [[kerkvaders]] en kerkleraars van de Katholieke Kerk. (''Auszüge aus den heiligen Vätern und anderen Lehrern der katholischen Kirche über das nothwendige und nützliche Bibellesen''), uitgegeven in 1808. Een verbeterde versie van deze verhandeling verscheen in 1816 met de titel ''Gedanken über Bibel und Bibellehre''. Dat jaar verscheen ook ''Wat was de Bijbel voor de eerste christenen?'' (''Was war die Bibel den ersten Christen?'').


Tussen 1807 en 1821 keurden verschillende bisdommen en theologische faculteiten de vertaling. De Katholieke Kerk had echter bemerkingen op Omdat Van Eß in het openbaar persoonlijke meningen over leerstellingen van de Katholieke Kerk had geventileerd, werd zijn vertaling van het Nieuwe Testament op 19 december 1821 op de [[Index Librorum Prohibitorum]] geplaatst. Nadat de vertaling op verschillende plaatsen was aangepast, verklaarde de katholieke theologische faculteit van de universiteit van Tübingen in 1822 dat de vertaling conform was met de leer van de Katholieke Kerk en beval de nieuwe uitgaven ter goedkeuring aan. In 1826 werd dit ook bevestigd door de diocesane administratie<!--vicariaat-generaal--> te Bruchsal.
Vanaf 1812 was hij hoogleraar aan de universiteit van Marburg, een mededirecteur van het plaatselijke seminarie voor leraren en pastoor van de parochie van Marburg.


In zijn eentje werkte Van Eß aan de vertaling van het Oude Testament uit het Hebreeuws en Aramees. Hiervan verscheen een eerste deel in 1822 en een tweede deel in 1836. Samen met Heinrich Joseph Wetzer publiceerde hij in 1840 eindelijk een driedelige volledige uitgave van zijn werk. Door de vertaling uit het Hebreeuws volgt de nummering van de psalmen de indeling van [[Robert Estiennes]], en verschilt dus van die van de Vulgaat en andere vroege katholieke bijbelvertalingen. Een ander bijzonder kenmerk van de vroege edities is het doorlopende [[tetragrammaton|tetragram]] in de vorm [[JHWH|Jehova]].
Tussen 1807 en 1821 beoordeelden verschillende bisdommen en theologische faculteiten de vertaling. Aangezien Van Eß in het openbaar persoonlijke meningen over leerstellingen van de Katholieke Kerk had geventileerd, werd zijn vertaling van het Nieuwe Testament op 19 december 1821 op de [[Index librorum prohibitorum]] geplaatst. Nadat de vertaling op verschillende plaatsen was aangepast, verklaarde de katholieke theologische faculteit van de universiteit van Tübingen in 1822 dat de vertaling conform was met de leer van de Katholieke Kerk en beval de nieuwe uitgaven ter goedkeuring aan. De kerkelijke goedkeuring werd in 1826 bevestigd door de diocesane administratie (het ’vicariaat-generaal’) te Bruchsal.
 
Na 1816 was Karl van Eß niet meer betrokken bij het vertaalwerk. Leander van Eß werkte ook aan de vertaling van het Oude Testament uit het Hebreeuws en Aramees, met de stille hulp van [[Heinrich Joseph Wetzer]], de latere theologieprofessor, die in zijn studententijd bij Van Eß inwoonde. Hiervan verscheen een eerste deel in 1822 en een tweede deel in 1836.
 
In 1822 nam Leander van Eß ontslag uit al zijn ambten in Marburg en vestigde zich als privé-geleerde in [[Darmstadt]], een overwegend protestantse stad, om zich vollediger te kunnen toeleggen op het verdedigen van zijn zienswijze over het lezen van de Bijbel door het volk en om de Bijbel in Duitse vertaling in omloop te brengen. Hij werkte vooral aan een Duitse Bijbelvertaling en de verspreiding van de Bijbel onder het volk, en was zo een voorloper van de katholieke Bijbelbeweging van de 19e eeuw.
 
In 1827 werkte Leander van Eß aan een Bijbeluitgave, een combinatie van de [[Complutenzer polyglot]] en de Griekse tekst van [[Desiderius Erasmus|Erasmus]].
 
Vanaf 1835 woonde hij in een boerderij in Alzey.
 
In 1840 verscheen eindelijk een driedelige volledige uitgave van zijn werk. Omdat hij uit het [[Hebreeuws]] en [[Aramees]] vertaalde, volgt de nummering van de psalmen de indeling van [[Robert Estiennes]], en verschilt die dus van die in de Vulgaat en andere vroege katholieke Bijbelvertalingen. Een ander bijzonder kenmerk van de vroege uitgaven van de vertaling van Van Eß is het doorlopende gebruik van de naam [[JHWH|Jehova]] als weergave van het [[tetragrammaton|tetragram]]. Hij kreeg de steun van het [[Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap]] voor zijn verspreiding van de Bijbel, maar later distantieerde hij zich van dit Bijbelgenootschap omdat hij erop stond de katholieke Bijbelcanon (met [[deuterocanonieke boeken]]) te gebruiken. Hij verzamelde ook op grote schaal manuscripten en oude gedrukte boeken.
 
==Erkenningen==
* 1818: eredoctoraat in de theologie, Universiteit van Freiburg im Breisgau.
 
==Weblinks==
* [http://www.bibelarchiv-vegelahn.de/bibel_e.html#Ess_Leander_van Bijbeluitgaven en biografie van Leander van Eß]
* [http://archiv.twoday.net/stories/235476976/ Index van Van Eß’ collecties]
* {{en}} Milton McC. Gatch, ''Leander van Ess'', http://www.miltongatch.us/leander_van_ess.html
{{authority control|TYPE=p|GND=11943881X|LCCN=no/92/13806|VIAF=34580474 |Wikidata=Q1810643}}
{{DEFAULTSORT:Ess, Leander van}}
[[Categorie: Duits rooms-katholiek priester]]
[[Categorie: rooms-katholiek theoloog]]
[[Categorie: benedictijn]]
[[Categorie: Bijbelvertaler naar het Duits]]
[[Categorie: Duits hoogleraar]]
[[Categorie: Duits theoloog]]
[[Categorie: Geboren in 1772]]
[[Categorie: Overleden in 1847]]
{{groei}}

Huidige versie van 15 nov 2024 om 07:10

Leander van Eß (ook geschreven als van Ess; burgerlijke naam Johann Heinrich van Eß; Warburg in het Prinsdom Paderborn, 15 februari 1772 – Affolterbach, Odenwald, 13 oktober 1847) was een katholiek theoloog en auteur van een vertaling van de Bijbel in het Duits.

Leven

Van Eß ging naar school aan het Gymnasium Marianum in Warburg – een dominicaanse school. In 1790 werden hij en zijn neef Karl van Eß beiden als novice opgenomen in het benedictijnenklooster in Marienmünster in het bisdom Paderborn. Johann Heinrich nam de kloosternaam Leander aan. In 1796 werd hij tot priester gewijd. Nadat het klooster in 1802 werd gesloten, verhuisde hij naar Schwalenberg (Lippe) en werd daar pastoor. Hij behield zijn kloosternaam ’Leander’.

Leander van Eß vertaalde het Nieuwe Testament, met enige medewerking van zijn neef Karl. Dit werd uitgegeven in 1807 in Braunschweig toen hij nog pastoor was. De tekstuele basis voor deze vertaling was de Vulgaat; een uitgebreid voetnotenapparaat wees op verschillen met de Griekse tekst. Omdat de kerkelijke hiërarchie ertegen was dat deze vertaling werd verspreid, schreef hij een verdediging van het Bijbellezen op basis van verwijzingen en citaten van de kerkvaders en kerkleraars van de Katholieke Kerk. (Auszüge aus den heiligen Vätern und anderen Lehrern der katholischen Kirche über das nothwendige und nützliche Bibellesen), uitgegeven in 1808. Een verbeterde versie van deze verhandeling verscheen in 1816 met de titel Gedanken über Bibel und Bibellehre. Dat jaar verscheen ook Wat was de Bijbel voor de eerste christenen? (Was war die Bibel den ersten Christen?).

Vanaf 1812 was hij hoogleraar aan de universiteit van Marburg, een mededirecteur van het plaatselijke seminarie voor leraren en pastoor van de parochie van Marburg.

Tussen 1807 en 1821 beoordeelden verschillende bisdommen en theologische faculteiten de vertaling. Aangezien Van Eß in het openbaar persoonlijke meningen over leerstellingen van de Katholieke Kerk had geventileerd, werd zijn vertaling van het Nieuwe Testament op 19 december 1821 op de Index librorum prohibitorum geplaatst. Nadat de vertaling op verschillende plaatsen was aangepast, verklaarde de katholieke theologische faculteit van de universiteit van Tübingen in 1822 dat de vertaling conform was met de leer van de Katholieke Kerk en beval de nieuwe uitgaven ter goedkeuring aan. De kerkelijke goedkeuring werd in 1826 bevestigd door de diocesane administratie (het ’vicariaat-generaal’) te Bruchsal.

Na 1816 was Karl van Eß niet meer betrokken bij het vertaalwerk. Leander van Eß werkte ook aan de vertaling van het Oude Testament uit het Hebreeuws en Aramees, met de stille hulp van Heinrich Joseph Wetzer, de latere theologieprofessor, die in zijn studententijd bij Van Eß inwoonde. Hiervan verscheen een eerste deel in 1822 en een tweede deel in 1836.

In 1822 nam Leander van Eß ontslag uit al zijn ambten in Marburg en vestigde zich als privé-geleerde in Darmstadt, een overwegend protestantse stad, om zich vollediger te kunnen toeleggen op het verdedigen van zijn zienswijze over het lezen van de Bijbel door het volk en om de Bijbel in Duitse vertaling in omloop te brengen. Hij werkte vooral aan een Duitse Bijbelvertaling en de verspreiding van de Bijbel onder het volk, en was zo een voorloper van de katholieke Bijbelbeweging van de 19e eeuw.

In 1827 werkte Leander van Eß aan een Bijbeluitgave, een combinatie van de Complutenzer polyglot en de Griekse tekst van Erasmus.

Vanaf 1835 woonde hij in een boerderij in Alzey.

In 1840 verscheen eindelijk een driedelige volledige uitgave van zijn werk. Omdat hij uit het Hebreeuws en Aramees vertaalde, volgt de nummering van de psalmen de indeling van Robert Estiennes, en verschilt die dus van die in de Vulgaat en andere vroege katholieke Bijbelvertalingen. Een ander bijzonder kenmerk van de vroege uitgaven van de vertaling van Van Eß is het doorlopende gebruik van de naam Jehova als weergave van het tetragram. Hij kreeg de steun van het Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap voor zijn verspreiding van de Bijbel, maar later distantieerde hij zich van dit Bijbelgenootschap omdat hij erop stond de katholieke Bijbelcanon (met deuterocanonieke boeken) te gebruiken. Hij verzamelde ook op grote schaal manuscripten en oude gedrukte boeken.

Erkenningen

  • 1818: eredoctoraat in de theologie, Universiteit van Freiburg im Breisgau.

Weblinks

rel=nofollow
 
rel=nofollow