Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Rudolph Pabus Cleveringa (1887-1972): verschil tussen versies
(-/-) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(2 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Zie artikel|Zie het artikel [[Rudolph Pabus Cleveringa]] voor de voormalige Leidse hoogleraar Rechten, later lid van de Raad van State.}} | {{Zie artikel|Zie het artikel [[Rudolph Pabus Cleveringa (1894-1980)|Rudolph Pabus Cleveringa (1894-1980)]] voor de voormalige Leidse hoogleraar Rechten, later lid van de Raad van State.}} | ||
'''Rudolph Pabus Cleveringa''' (Pzn) ([[Leek (Groningen) | '''Rudolph Pabus Cleveringa''' (Pzn) ([[Leek (Groningen)]], [[27 juli]] [[1887]] – [[Tietjerksteradeel]], [[11 januari]] [[1972]]) was president van het [[Gerechtshof (Nederland)|Gerechtshof]] te [[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]]. | ||
was president van het [[Gerechtshof (Nederland)|Gerechtshof]] te [[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]]. | |||
==Jeugd en opleiding== | ==Jeugd en opleiding== | ||
Rudolf was de zoon van Petrus Cleveringa, [[advocaat (beroep)|advocaat]] en [[notaris]], en Swaantina Jacoba Waalkens. Hij | Rudolf was de zoon van Petrus Cleveringa, [[advocaat (beroep)|advocaat]] en [[notaris]] te Leek, vanaf 1889 te [[Groningen (stad)|Groningen]], en Swaantina Jacoba Waalkens. Hij behaalde in 1907 het [[gymnasium]]diploma aan het [[Praedinius Gymnasium|Stedelijk Gymnasium]] te Groningen. Cleveringa studeerde aan de [[Rijksuniversiteit Groningen]] en [[wetenschappelijke promotie|promoveerde]] daar op [[Stelling (proefschrift)|stellingen]] in 1912. Vervolgens vestigde hij zich als [[advocaat (beroep)|advocaat]] en [[Procureur (Nederland)|procureur]] te [[Middelburg (Zeeland)|Middelburg]]. Hij huwde op 9 maart 1914 met Titia Meta Johanne Niemeijer. Uit dit huwelijk werden twee zoons en een dochter geboren. | ||
== Werk en verzet == | == Werk en verzet == | ||
Regel 12: | Regel 11: | ||
Kort na de [[bevrijding]], op 1 september 1945, werd hij alsnog tot president van het Gerechtshof te Leeuwarden benoemd. Deze functie bekleedde hij tot 1957. Cleveringa hield zich voornamelijk bezig met de rechtshistorie van het oude recht in de provinciën [[Groningen (provincie)|Groningen]] en [[Friesland]]. Zo publiceerde hij naast talrijke artikelen en enige monografieën een uitvoerige beschrijving van de ontwikkelingsgang en de bevoegdheden der oude Groninger rechtscolleges. In 1954 werd hij lid van de [[Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen]]. Van het [[Provinciaal Friesch Genootschap ter Beoefening van Friesche Geschied-, Oudheid- en Taalkunde|Fries genootschap]] werd hij in 1932 penningmeester en was hij van 1951-1957 voorzitter. | Kort na de [[bevrijding]], op 1 september 1945, werd hij alsnog tot president van het Gerechtshof te Leeuwarden benoemd. Deze functie bekleedde hij tot 1957. Cleveringa hield zich voornamelijk bezig met de rechtshistorie van het oude recht in de provinciën [[Groningen (provincie)|Groningen]] en [[Friesland]]. Zo publiceerde hij naast talrijke artikelen en enige monografieën een uitvoerige beschrijving van de ontwikkelingsgang en de bevoegdheden der oude Groninger rechtscolleges. In 1954 werd hij lid van de [[Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen]]. Van het [[Provinciaal Friesch Genootschap ter Beoefening van Friesche Geschied-, Oudheid- en Taalkunde|Fries genootschap]] werd hij in 1932 penningmeester en was hij van 1951-1957 voorzitter. | ||
== Publicaties == | |||
*''Eenige beschouwingen over het recht van beklemming naar aanleiding van een recent vonnis'', in Themis 79 (1918) 186-218 | *''Eenige beschouwingen over het recht van beklemming naar aanleiding van een recent vonnis'', in Themis 79 (1918) 186-218 | ||
*''Drieërlei gewoonterecht'' in Themis 82 (1921) 32-60 | *''Drieërlei gewoonterecht'' in Themis 82 (1921) 32-60 | ||
Regel 19: | Regel 17: | ||
*''Rechtspraak van de Hoofdmannenkamer over huur en beklemming aan het einde der 16e eeuw'', in ''Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis 10'' (1930) 321-411 | *''Rechtspraak van de Hoofdmannenkamer over huur en beklemming aan het einde der 16e eeuw'', in ''Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis 10'' (1930) 321-411 | ||
*''Gemeene Landswarf en Hoofdmannenkamer te Groningen tot 1601'' (Groningen, 1934) | *''Gemeene Landswarf en Hoofdmannenkamer te Groningen tot 1601'' (Groningen, 1934) | ||
*''Overrechters in Stad en Lande'' (Groningen [enz.], 1941) | *''Overrechters in Stad en Lande'' (Groningen [enz.], 1941) | ||
*''Revisie en beroep te Groningen'' (Groningen, 1949). | |||
*''Het oud-Friese [[Kestigia]], 1959, Verhandeling der [[KNAW]], N.V. Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Amsterdam. | *''Het oud-Friese [[Kestigia]], 1959, Verhandeling der [[KNAW]], N.V. Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Amsterdam. | ||
{{DEFAULTSORT:Cleveringa, Rudolph}} | {{Bron|bronvermelding= | ||
L.E. van Holk, [http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn1/cleveringa Cleveringa (Pzn.), Rudolph Pabus (1887-1972)], in het Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (1979). Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. (12-11-2013) [http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/4.0/nl/legalcode Creative Commons]-[[Bestand:Cc-cc.png|link=|12px]][[Bestand:Cc-by-new.png|link=|12px]][[Bestand:Cc-nc.png|link=|12px]][[Bestand:Cc-sa.png|link=|12px]] | |||
{{References}} {{Wikidata|}}}} | |||
{{DEFAULTSORT:Cleveringa Pzn., Rudolph}} | |||
[[Categorie:Nederlands rechtsgeleerde]] | [[Categorie:Nederlands rechtsgeleerde]] | ||
[[Categorie:Nederlands verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog]] | [[Categorie:Nederlands verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog]] | ||
[[Categorie:Lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen]] |
Huidige versie van 27 mei 2016 om 14:47
Rudolph Pabus Cleveringa (Pzn) (Leek (Groningen), 27 juli 1887 – Tietjerksteradeel, 11 januari 1972) was president van het Gerechtshof te Leeuwarden.
Jeugd en opleiding
Rudolf was de zoon van Petrus Cleveringa, advocaat en notaris te Leek, vanaf 1889 te Groningen, en Swaantina Jacoba Waalkens. Hij behaalde in 1907 het gymnasiumdiploma aan het Stedelijk Gymnasium te Groningen. Cleveringa studeerde aan de Rijksuniversiteit Groningen en promoveerde daar op stellingen in 1912. Vervolgens vestigde hij zich als advocaat en procureur te Middelburg. Hij huwde op 9 maart 1914 met Titia Meta Johanne Niemeijer. Uit dit huwelijk werden twee zoons en een dochter geboren.
Werk en verzet
In 1918 werd hij benoemd tot rechter-plaatsvervanger te Leeuwarden. In 1923 volgde zijn benoeming tot rechter te Groningen. In 1931 ging hij terug naar Leeuwarden als raadsheer in het Gerechtshof. Toen op 1 april 1941 de functie van president in dat Hof vacant kwam wilde Cleveringa, die voor de benoeming genomineerd was, dit ambt niet uit handen van de bezetter aanvaarden. Waarschijnlijk daarom werd hij in juli 1942 door de Duitse politie gearresteerd en tot 18 december 1942 in het Gijzelaarskamp Haaren vastgehouden.
Na de oorlog en nalatenschap
Kort na de bevrijding, op 1 september 1945, werd hij alsnog tot president van het Gerechtshof te Leeuwarden benoemd. Deze functie bekleedde hij tot 1957. Cleveringa hield zich voornamelijk bezig met de rechtshistorie van het oude recht in de provinciën Groningen en Friesland. Zo publiceerde hij naast talrijke artikelen en enige monografieën een uitvoerige beschrijving van de ontwikkelingsgang en de bevoegdheden der oude Groninger rechtscolleges. In 1954 werd hij lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Van het Fries genootschap werd hij in 1932 penningmeester en was hij van 1951-1957 voorzitter.
Publicaties
- Eenige beschouwingen over het recht van beklemming naar aanleiding van een recent vonnis, in Themis 79 (1918) 186-218
- Drieërlei gewoonterecht in Themis 82 (1921) 32-60
- Ontwikkelingslijnen van het rechtsbestel der stad Appingedam in het bijzonder vóór de 18e eeuw (Groningen, 1927)
- Rechtspraak van de Hoofdmannenkamer over huur en beklemming aan het einde der 16e eeuw, in Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis 10 (1930) 321-411
- Gemeene Landswarf en Hoofdmannenkamer te Groningen tot 1601 (Groningen, 1934)
- Overrechters in Stad en Lande (Groningen [enz.], 1941)
- Revisie en beroep te Groningen (Groningen, 1949).
- Het oud-Friese Kestigia, 1959, Verhandeling der KNAW, N.V. Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Amsterdam.
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
L.E. van Holk, Cleveringa (Pzn.), Rudolph Pabus (1887-1972), in het Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (1979). Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. (12-11-2013) Creative Commons-