Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Charles Clement Musch

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Leeswaarschuwing   Onderstaande tekst is gebaseerd op bronnen uit de 19de eeuw. (Publieke domein)
De tekst geeft hierdoor de zienswijzen van die tijd weer.


rel=nofollow

Charles Clement Musch (Bandoeng, 19 januari 1869Bandoeng, 7 juni 1945) was een Nederlands generaal-majoor der infanterie van het Indische leger, directeur van de Topografische Dienst en ridder in de Militaire Willems-Orde en in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Loopbaan

Musch volgde de Koninklijke Militaire Academie en werd op 25 juli 1889 benoemd tot tweede luitenant bij het wapen der infanterie in Indië. Hij vertrok in maart 1890 met het stoomschip Bromo vanaf Marseille daarheen en werd geplaatst in de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo, waar hij tot eind 1891 te Bandjermasin in garnizoen bleef. Hij werd vervolgens overgeplaatst naar Moeara Teweh (zelfde afdeling). Na twintig maanden op deze post vertrok Musch via Bandjermasin naar Java, waar hij werd geplaatst bij het tiende bataljon te Batavia. Hij werd in augustus 1893 bevorderd tot eerste luitenant.

Toen Musch hoorde dat er een expeditie naar Lombok zou worden gezonden vroeg hij overplaatsing aan bij het negende bataljon infanterie (het zogenaamde marsbataljon), waarmee hij deelnam aan de Lombok-expeditie. Commandant van het negende bataljon was luitenant-kolonel P. van Lawick van Pabst en Musch werd in juni 1894 geplaatst bij de vierde compagnie onder kapitein Christan.

De Lombok-expeditie

De overvalling

Bestand:De vorst van Lombok geeft zich over aan majoor Segov.jpg
De vorst van Lombok geeft zich over tijdens de Lombok-expeditie

Het was kwart voor vier toen Tjakra-Negara bereikt werd. De drie meter hoge poort (aan de oostkant) was gedeeltelijk afgesloten door een bamboedoeri-afsluiting, die reeds was aangebracht bij het vertrek van de colonne naar het binnenland. Niets verdachts deed zich voor en zonder enig onraad te vermoeden trok de troep de poort binnen. Zij dachten hier overige Nederlandse troepen te vinden, maar die waren al eerder overvallen. Na de spits, onder sergeant Demmeni, volgde de vóórtroep, onder luitenant Kalff, vervolgens de genie, onder luitenant F.W.C. van der Staay, de bergartillerie, onder luitenant Vis, en daarachter één sectie Europeanen, onder Musch; het geheel stond onder commando van kapitein Christan. De hoofdtroep, waarbij overste Van Lawick van Pabst en luitenant-adjudant Hildering, bestond uit het overige gedeelte der Europeanen, een sectie inlanders van de tweede compagnie, onder luitenant Broekman, de ambulance, onder Uljaki en de trein, onder luitenant der artillerie Van der Plank. De drie overige secties van de tweede compagnie vormden de achterhoede, onder kapitein Lindgreen.

De vijand overviel deze troep met een goed onderhouden vuur door de schietgaten en er vielen tientallen doden onder de Nederlandse officieren en manschappen. Luitenant de Graaff liet zijn manschappen naar beide kanten front maken, om Uljaki de gelegenheid te geven de geblesseerden te doen opnemen en de zwaarst gewonden te verbinden. Vlak bij de ingang werd luitenant van der Staay dodelijk getroffen; door enige mineurs ondersteund en op het pleintje gebracht, overleed hij spoedig daarop. Gedurende de opmars daarheen waren de kapiteins Willemstijn en Christian met één sectie, onder Musch, op verkenning uitgegaan, en kwamen tot de ontdekking dat het bivak te Tjakra-Negara verlaten was. Bij die verkenning, die wegens het geweldig vuur niet verder doorgezet kon worden, werd Musch door twee kogels aan de arm gewond. Inmiddels had op genoemd pleintje ook de artillerie dekking gezocht en voegden zich aldaar luitenant-adjudant Hildering en een sectie van de inlandse compagnie, onder Broekman, die de tijding bracht van het sneuvelen van overste van Lawick van Pabst.

Tocht terug naar Ampenan

Bestand:Krijgsgevangen radja van Lombok weggebracht.jpg
De krijgsgevangen genomen radja wordt van Lombok afgevoerd tijdens de Lombok-expeditie

Aangezien de plaats, waar Christian zich bevond, door hoger staande muren beheerst werd, de munitie begon te minderen en van de overige troep niets te zien was, besloot hij, in overleg met kapitein Willemstijn, door het noordelijke gedeelte van Tjakra-Negara de sawah te bereiken, en zich, in het open veld, desnoods met de bajonet, een doortocht te banen. Intussen was luitenant Kalff gesneuveld en werden velen zwaargewond. De sawah werd in noordelijke richting overgetrokken en daarna de mars westwaarts voortgezet over rivieren, door ravijnen en tal van andere hindernissen. Twee gewonden moesten gedurende die vermoeiende tocht achtergelaten worden; beiden waren door bloedverlies dermate verzwakt, dat zij zich niet meer op de paarden konden houden.

Het was half zeven ’s avonds toen de troep 1.000 meter ten noorden van Ampenan de kust bereikte. Niet wetend hoe het te Ampenan gesteld was, liet Christian met de vinger aan de trekker van het geweer marcheren en aanhoudend het signaal 9de bataljon, 4de compagnie en voor de dokter blazen. Eindelijk werd dit signaal herhaald door een sloep van de Emma, waardoor Christian in de waan gebracht werd, dat de troepen op de schepen waren teruggetrokken. Nadat de gewonden met de sloep naar de Maetsuijcker waren gebracht, marcheerden de anderen naar Ampenan, waar hun signalen eveneens gehoord en beantwoord werden. Majoor Rost van Tonningen haalde de troep in. Ondanks de moeilijke tocht werd bij appel, dat direct na aankomst gehouden werd, bevonden, dat slechts 25 man mankeerden, wat te danken was aan het beleidvol ageren van kapitein Christian.

Activiteiten te Atjeh

Bestand:Kerkje te Kota Radja, Pantej Perak.jpg
Kerkje te Kota Radja

Musch werd bij Koninklijk Besluit van 8 februari 1896 nummer 10 eervol vermeld voor zijn aan den lande bewezen buitengewone diensten te Lombok verleend. Hij verkreeg in november 1894 een verlof van twee maanden tot herstel van zijn gezondheid naar Soekaboemi. Hiervan teruggekeerd werd hij geplaatst bij het subsistentenkader te Batavia en in maart 1896 overgeplaatst als adjudant bij de directie van de Topografische Dienst. In juli 1898 werd Musch overgeplaatst naar de opleidingsbrigade te Banjoemas en in februari 1900 werd hij, als lid van de opleidingsbrigade te Poerworedjo, gedetacheerd naar Atjeh en belast met opnemings- en karteringswerkzaamheden.[1] Tijdens de expeditie naar Samalanga in 1901 was hij chef van de Topografische Dienst (bevelhebber van deze expeditie was luitenant-generaal J.B. van Heutsz).

Activiteiten tijdens de expeditie

Bestand:Kampong aan de oever van een rivier.jpg
Atjehnese Kampong aan de oever van de rivier

In januari en februari 1901 werd door twee bataljons infanterie (het derde en het zevende) en de marinelandingsdivisie met hulpwapens opgetrokken tegen Samalanga en aldaar tegen de door de pretendent-sultan Toeankoe Mohammed Daoed en Panglima Polèm aangelegde versterkingen. Op 20 januari werd overzee naar Nanggroë opgerukt, de Glé Nanggroë met marinegeschut bezet, terwijl de Tromp, de Assahan en de Edi voor Meureudoe en Samalanga lagen. Op 29 januari werd voorbereidend vuur afgegeven op de sterke heuvelstelling Tanah Mirah, die echter door de vijand zonder verdediging werd opgegeven. Op 3 februari had de aanval op de sterke heuvelstelling Glé Batoe Iliq plaats, waarbij de vijand vijf versterkingen prijsgaf. Alleen het oude Batoe Iliq, waar generaal Van der Heijden in 1880 enige malen was teruggeslagen, werd hardnekkig verdedigd en door de Nederlandse troepen genomen, waarbij vijf man sneuvelden en 27 gewond raakten. Hiermee was het verzet gebroken en de Kasam Kambingstelling werd door de Atjehnezen prijsgegeven, waarop de vrijgekomen divisie marechaussee van Groot-Atjeh bestemd werd voor de drie landschappen Meureudoe, Samalanga en Peusangan. De expeditie werd mede een succes omdat kon worden beschikt over een door Musch vervaardigde kaart van het terrein van actie, waarop nauwkeurig de vijandelijke stellingen waren aangegeven.

Bestand:Het afbranden van het voorterrein.jpg
Afbranden van het terrein te Atjeh ten behoeve van het vrije schootsveld

Voor de samenstelling van deze kaart waren uitgebreide voorbereidende verkenningen nodig geweest, gedurende welke Musch herhaaldelijk door de vijand onder vuur was genomen.[2] Bij Koninklijk Besluit van 23 oktober 1901 nummer 60 werd hij benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde voor zijn verdiensten tijdens genoemde expeditie naar Samalanga en Pensangan van 29 januari tot 22 februari 1901. Op 5 april 1902 werd deze aan Musch uitgereikt op het Generaalsplein binnen de Kraton. Bij deze gelegenheid werd tevens een parade gehouden. Nadat de gebruikelijke eed was afgelegd werd door kolonel Van der Dussen (militair commandant van Atjeh) aan de troepen gezegd het voorbeeld van Musch te volgen, waarna besloten werd met een driewerf Hoera! voor Koningin en Vaderland.[3]

Werkzaamheden bij de Topografische Dienst

Bestand:Musch, CC..jpg
Musch als tweede luitenant

Musch werd in in juli 1902 gedetacheerd van Atjeh naar de triangulatiebrigade te Batavia (hij bleef ingedeeld bij de tweede opnemingsbrigade te Buitenzorg) en gerepatriëerd van Atjeh per stoomschip Coen. Diezelfde maand werd hij bevorderd tot kapitein. In februari 1903 werd hij benoemd tot chef van de opnemingsbrigade te Poerworedjo. Hij vroeg en verkreeg, nog steeds werkzaam in deze functie maar dan verplaatst naar Salatiga, in juli 1907 wegens langdurige dienst een verlof van een jaar en vertrok naar Nederland met de Willis. Op 13 juni 1908 keerde Musch per Koning Willem III terug naar Indië. Aldaar werd hij geplaatst bij de Topografische Dienst en in verband daarmee à la suite van zijn wapen gevoerd en tijdelijk te werk gesteld bij het hoofdbureau.[4]

Per 1 mei 1909 werd Musch eervol ontheven als chef van de opnemingsbrigade en tijdelijk belast met de waarneming der betrekking van chef van de Topografische Dienst en tevens aangesteld als chef der IXde afdeling van het Department van Oorlog (en in verband daarmee à la suite van zijn wapen gevoerd).[5] Hij werd in augustus 1910 bevorderd tot majoor, met de bepaling dat hij ook in zijn nieuwe rang in zijn functie bij de Topografische Dienst gehandhaafd bleef.[6] In september 1913 werd hij bevorderd tot luitenant-kolonel (met dezelfde bepaling). Hij werd bevorderd tot kolonel en benoemd tot hoofd van de Topografische Dienst. Uit deze functie vroeg en verkreeg hij op 2 augustus 1920 eervol ontslag wegens volbrachte diensttijd. Bij Koninklijk Besluit van datzelfde jaar werd hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

In 1936 werd ter gelegenheid van zijn 35-jarig ridderschap der Militaire Willems-Orde een groot feest gegeven en de divisie-commandant had opdracht gegeven dat van alle militaire gebouwen te Batavia de vlaggen zouden worden uitgestoken.[7] Musch verkreeg in 1939 bij Koninklijk Besluit de titulaire rang van generaal-majoor ter gelegenheid van het jubileum van de Topografische Dienst.[8] Zijn lijfspreuk was: fais bien, laisse dire.[9]

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Het Nieuws van de Dag (20-02-1900)
  2. º Kolonel C.C. Musch 35 jaar ridder in de Militaire Willems-Orde. Het nieuws van de Dag voor Nederlands-Indië (23-10-1936)
  3. º De Sumatra Post (21-04-1902)
  4. º Het nieuws van de Dag voor Nederlands-Indië (22-05-1908)
  5. º Het nieuws van de Dag voor Nederlands-Indië (30-04-1909)
  6. º Het nieuws van de Dag voor Nederlands-Indië (10-08-1910)
  7. º Een 35-jarig ridderschap. Het nieuws van de Dag voor Nederlands-Indië (23-10-1936)
  8. º Uitreiking van onderscheidingen Het nieuws van de Dag voor Nederlands-Indië (25-02-1939)
  9. º Afscheid van kolonel Musch. Het nieuws van de Dag voor Nederlands-Indië (03-08-1920)
rel=nofollow
  • 1895. J.P. Schoemaker. Het verraad van Lombok. W.P. van Stockum. Den Haag.
  • 1896. W. Cool met illustraties van G.B. Hooijer. De Lombok Expeditie. Uitgifte G. Kolff & Co Batavia - 's-Gravenhage.
  • 1936. C.C. Musch De Sumatra Post. (26-10-1936)
  • 1940. G.C.E. Köffler. De Militaire Willemsorde 1815-1940. Algemene Landsdrukkerij. Den Haag.

Q3215296 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
rel=nofollow