Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Sonatevorm
De sonatevorm (in het Nederlands ook wel hoofdvorm genoemd) is een vormtype uit de muziek, dat onder andere in het eerste deel van een symfonie voorkomt.
De sonatevorm kenmerkt zich door haar driedelige opbouw: expositie - doorwerking - reprise, als een verhaal met een opening, een uitwerking en een recapitulerend slot. De reprise wordt ook vaak re-expositie genoemd.
Schematische weergave van de sonatevorm
- Expositie (wordt dikwijls een keer herhaald):
- hoofdthemagroep { Ia - Ib } (in hoofdtoonsoort)
- overgangsgroep of -zin (moduleert)
- neventhemagroep { IIa-IIb-IIc (codetta) } (in dominant of paralleltoonsoort)
- hoofdthemagroep { Ia - Ib } (in hoofdtoonsoort)
- Doorwerking: materiaal uit expositie, harmonische spanningsopbouw
- Reprise:
- hoofdthemagroep { Ia - Ib } (soms verkort) (in hoofdtoonsoort)
- verbindingsgroep of -zin (soms verkort) (moduleert niet)
- neventhemagroep { IIa-IIb-IIc (codetta) } (soms verkort) (in hoofdtoonsoort)
- hoofdthemagroep { Ia - Ib } (soms verkort) (in hoofdtoonsoort)
- (Coda)
Uitleg
Typerend voor de sonatevorm is de spanningsopbouw en de dialectische uiteenzetting door middel van twee (soms zelfs drie) thema's of themagroepen. De thema's zijn doorgaans contrasterend, bijvoorbeeld de één een duidelijk statement, en de ander meer zoekend, peinzend. De thema's hebben in de expositie ook altijd contrasterende toonsoorten: het eerste in de hoofdtoonsoort, het tweede in de dominanttoonsoort
In mineur is het gebruikelijk dat het tweede thema in de majeur paralleltoonsoort klinkt. Om van toonaard of toonsoort te veranderen wordt tussen beide thema's vaak een brug (de overgangsgroep of overgangszin, in de reprise de verbindingsgroep op -zin) geplaatst. Na de expositie komt vaak de zogenaamde codetta: een kleine staart. Hierin wordt de expositie afgesloten, vaak met een stukje muziek dat in de coda (zie verderop) ook wordt gebruikt. In de doorwerking zijn delen van de beide thema's in vele toonsoorten te horen, en wordt meestal naar een synthese van beide thema's gestreefd. Hierin is een verwantschap met de Hegeliaanse dialectiek te vinden: these - antithese - synthese. In de muziek zijn het eerste en tweede thema: these en antithese.
De synthese is als proces in de doorwerking, als resultaat in de reprise hoorbaar, omdat daar beide thema's in de hoofdtoonsoort te horen zijn. In de doorwerking worden ook vaak de brug en de codetta verwerkt, of kan zelfs nog nieuw thematisch materiaal opduiken. Na de re-expositie (de reprise) bevindt zich vaak een coda of staart, die het stuk afsluit.
De sonatevorm wordt niet altijd zoals hierboven beschreven gebruikt; er zijn vele variaties mogelijk. Dit is slechts een basisvorm.