Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Antithese (filosofie)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een antithese is een aan een these tegengestelde propositie. Het antwoord op - of beter - de weerlegging van een stelling (these) noemen we de antithese.

De antinomische antithese

De term "antithese" wordt in de moderne filosofie actueel door de toepassing ervan in de Kritik der reinen Vernunft van Immanuel Kant. Hij formuleert daarin een viertal transcendentale antinomieën, ofwel stellingen die niet alleen a priori bewezen worden, maar waarvan het tegendeel (de antithese) evenzeer bewezen wordt. Hij wilde hiermee aantonen dat metafysica geen zuivere wetenschap is die volgens dezelfde logica als die van de wiskunde geconstrueerd kan worden. Volgens hem ligt de oplossing van antinomieën in een Aufhebung, waarbij men niet probeert evenwel these of antithese te bewijzen, maar vaststelt dat de kwestieuze eigenschap niet aan het object toekomt. Voorbeeld: A stelt "dit stinkt", B stelt "dit is welriekend"; Aufhebung: "dit heeft geen geur".[1]

De dialectische antithese

De oplossing van de tegenstelling tussen these en antithese leidt tot de synthese, het besluit. Deze dialectiek van these en antithese staat centraal in het denken van de Duitse filosoof G.W.F. Hegel en zijn navolgers.

Bij Hegel zijn zowel het denken als de werkelijkheid gebonden aan de wetmatigheid van de dialectiek. Dialectiek is in zijn opvatting de beweging die aan alles ten grondslag ligt. Elk begrip verwijst naar het tegengestelde, maar is er ook van onderscheiden. Deze elementen worden these en antithese genoemd. Samen verwijzen zij, door hun samenhang, weer naar een derde begrip, de synthese, dat een nieuwe eenheid vertegenwoordigt. These en antithese verwekken als het ware de synthese. Deze nieuwe toestand bevindt zich op een hoger niveau (van denken of van werkelijkheid) en omvat de vorige inhouden. Hegel maakt van deze dialectiek ook gebruik in zijn geschiedfilosofie.

In het dialectisch materialisme is door Karl Marx deze theorie tot de essentiële drijfveer van de geschiedenis verklaard. In Marx' visie vormt het kapitalisme de these en de organisatie van het proletariaat in de communistische partijen de antithese. De dictatuur van het proletariaat vormt de synthese. In het marxisme-leninisme is deze dictatuur vervolgens tot eindpunt van de geschiedenis verklaard, voorbijgaand aan het filosofisch besef dat de synthese zijn eigen antithese oproept, wat wil zeggen dat er geen eindpunt in de geschiedenis is. Er kan dan ook in de strikte dialectiek geen sprake zijn van het eindpunt van de geschiedenis.

Voetnoten

  1. º Voorbeeld ontleend aan Kant (1787), KRV B531