Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Nederlandse gulden: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{| class="toccolours" style="float:right; width:300px; margin-left: 1em; margin-bottem: 1em; font-size: 85%;" | {| class="toccolours" style="float:right; width:300px; margin-left: 1em; margin-bottem: 1em; font-size: 85%;" | ||
|+<big><center>'''Nederlandse gulden''' <br> [[Afbeelding:800px-Guldens.jpg|300px|thumb|center|[[Nederlandse gulden]]s ([[1980]], [[koningin Beatrix]], [[1968]], [[koningin Juliana]], <br>en een latere 'gulden' van koningin Beatrix).]] </center></big> | |+<big><center>'''Nederlandse gulden''' <br> [[Afbeelding:800px-Guldens.jpg|300px|thumb|center|[[Nederlandse gulden]]s ([[1980]], [[koningin Beatrix]], <br>[[1968]], [[koningin Juliana]], <br>en een latere 'gulden' van koningin Beatrix).]] </center></big> | ||
|----- | |----- | ||
! bgcolor="#00FF00" colspan="2" | Munteenheid | ! bgcolor="#00FF00" colspan="2" | Munteenheid | ||
Regel 8: | Regel 8: | ||
|----- | |----- | ||
| land | | land | ||
| | | '''NL''' tot [[2002]], '''BE''' tot [[1832]], '''AN''' tot [[1940]], '''AW''' tot 1940 en '''SR''' tot [[1962]] | ||
|----- | |----- | ||
| verdeling | | verdeling | ||
Regel 142: | Regel 142: | ||
{{reflist}} | {{reflist}} | ||
{{commons|Dutch | {{commons|Dutch gulden}} | ||
{| class="toccolours" style="float:right; width:950px; margin-left: 1em; margin-bottem: 1em; font-size: 85%;" | {| class="toccolours" style="float:right; width:950px; margin-left: 1em; margin-bottem: 1em; font-size: 85%;" |
Huidige versie van 1 okt 2009 om 06:57
Munteenheid | |
---|---|
naam | Gulden |
land | NL tot 2002, BE tot 1832, AN tot 1940, AW tot 1940 en SR tot 1962 |
verdeling | 100 cent, 160 duiten tot 1816 |
ISOcode | NLG |
afkorting | ƒ |
wisselkoers | EUR 1 = NLG 2,20371 |
De gulden was vanaf de Middeleeuwen tot januari 2002, een Nederlandse munteenheid en wettig betaalmiddel. Op 1 januari 2002 werd de gulden vervangen door de munteenheid van de EU, de euro. De waarde van de gulden was 0.453780216 euro.
Het muntgeld (dubbeltjes, kwartjes, vijfjes, etc.) verloor op 1 januari 2007 alle waarde. Na de invoering van de euro kon het oude muntgeld worden ingeleverd bij de banken, gedurende een periode van 5 jaar. Papiergeld in guldens blijft nog tot 1 januari 2032 inwisselbaar bij De Nederlandsche Bank.
Geschiedenis
De benaming gulden komt van gulden florijn (gouden florijn) genoemd naar de Florentijnse munt fiorino d'oro. Daarmee is ook de herkomst verklaard van het altijd gebruikte ƒ-teken voor de gulden. In 1378 kwam de Hollandse gulden van graaf Willem V in omloop. Daarna voerden verschillende vorsten en heersende edellieden hun eigen gulden in. De naar keizer Karel V genoemde munt werd de carolus genoemd. Na de gouden carolus van 1521 kwam in 1582 de zilveren carolus, die tot 1680 gold als (eerste) eenheidsmunt voor de Zeventien Provinciën. Deze munt was de eerste met een 'kop' (van de keizer). In 1694 kwam de generaliteitsgulden in omloop, met de Nederlandse maagd-met-lans.
Vanaf 1818 (koning Willem I) heeft elke Nederlandse vorst of vorstin één of meer 'eigen' guldens gekregen, met kop, omcirkeld door de tekst 'koning(in) der Nederlanden'. Ook werd in 1818 het kantschrift God zij met ons ingevoerd.
- (Zie ook : geschiedenis van de Nederlandse gulden)
Zie voor het verloop van de waarde van de gulden van 1450 tot heden de externe link.
(Voormalige) koloniën
Nederlands-Indië had zijn eigen gulden. Deze bestond tot 1949. In dat jaar werd de Nederlands-Indische gulden door de Indonesische roepia vervangen. Op 30 maart 1950 werd de Nederlands Nieuw-Guineese gulden ingevoerd. De Nederlandse Antillen en Aruba hebben ook eigen munteenheden: Antilliaanse gulden en Arubaanse gulden. Deze munteenheden bestaan nog steeds. In Suriname bestond de Surinaamse gulden tot 1 januari 2004. Sinds de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 verminderde de waarde van de Surinaamse gulden sterk. Daarom besloot de Surinaamse regering de Surinaamse gulden door de Surinaamse dollar te vervangen.
Devaluatie van de gulden
- (Zie ook :Devaluatie van de gulden)
In 1949 besloot minister Piet Lieftinck de Nederlandse gulden met dertig procent te devalueren.
Papiergeld
De gulden verscheen als muntgeld, muntbiljetten en bankbiljetten. Het 25-guldenbiljet van 1860 (tot 1923) was geel van kleur, en werd daarom al snel het geeltje genoemd. Die bijnaam is tot 2002 in zwang gebleven, ondanks anders gekleurde ontwerpen. Ook de bijnaam 'rooie' of 'rooie rug' voor een biljet van duizend gulden vindt zijn oorsprong in de 19e eeuw, toen deze biljetten een rode achterzijde hadden. Bekende ontwerpers van het naoorlogs Nederlandse bankpapier zijn R. Oxenaar (de eerste felgekleurde biljetten) en Jaap Drupsteen. De meeste bankbiljetten droegen portretten van historisch bekende Nederlanders, zoals Baruch Despinoza (1000 gulden, 1973-2002), de componist Jan Pieterszoon Sweelinck (25 gulden 1971-1995), schilder Frans Hals (10 gulden, 1971-2002) en Joost van den Vondel (5 gulden, 1976-1988).
- (Zie ook : Geschiedenis van de Nederlandse bankbiljetten)
Muntgeld
De cent werd in 1817 voor het eerst geslagen en in 1980 officieel afgeschaft, maar was tot 1983 in omloop. De overige munten die vanaf 1945 circuleerden, waren de stuiver (5 cent), het dubbeltje (10 cent), het kwartje (25 cent), de gulden (100 cent) en de rijksdaalder (twee en een halve gulden, ook wel riks of knaak genoemd). In 1988 werd het vijf-guldenbiljet van 1973 vervangen door een munt met dezelfde waarde. De laatste gulden, ontworpen door de destijds twaalfjarige Tim van Melis, beleefde van 21 juli t/m 31 december 2001 nog een kort bestaan.
Vóór de rijksdaalder bestond er ook een "gewone" daalder en die was geen ƒ 2,50 maar ƒ 1,50 waard. De daalder was vooral bekend van de reclameslogan: "Op de markt daar is je gulden een daalder waard".
Aan de gulden gerelateerd muntgeld
In de loop van de eeuwen is de gulden regelmatig opnieuw onderverdeeld in verschillende muntstukken. Het decimale stelsel werd in Nederland op 18 september 1816 ingevoerd.
Hier volgt een opsomming, waarbij de stuiver steeds als referentie is gebruikt:
Voor 1816:
- 10 gulden-munt = (200 stuivers)
- tot 2002: 5 gulden-munt = (100 stuivers)
- 1 goudgulden = 65 stuivers
- 1816 - 1840: 3 gulden-munt = (60 stuivers)
- tot 2002: 1 rijksdaalder = 50 stuivers
- tot 1816: 1 daalder = 30 stuivers
- 1601 - 1846: 1 zilveren florijn = 28 stuivers
- tot 2002: 1 gulden = 20 stuivers
- 1 halve gulden = 1/2 gulden = (10 stuivers)
- 1 schelling = 6 stuivers
- tot 2002: 1 kwartje = 1/4 gulden = (5 stuivers)
- tot 2002: 1 dubbeltje = 2 stuivers
- tot 2002: 1 stuiver = (1/20 gulden)
- 1 halve stuiver = 1/2 stuiver (2 1/2 cent-munt of vierduitenstuk)
- 1 oort = 1/4 stuiver
- tot 1816: 1 duit = 1/8 stuiver
Nederlandse munten 1817-2002 | ||||
---|---|---|---|---|
Decimaal stelsel: 1 gulden = 100 cent | ||||
Informatie | ||||
Waarde (gulden) | waarde (cent) | Naam | in omloop van | in omloop tot |
ƒ 0,005 | 0,5 | Halfje | 1818 | 1948 |
ƒ 0,01 | 1 | Cent | 1817 | 1983 |
ƒ 0,025 | 2,5 | 2½ Cent Halve stuiver |
1877 | 1948 |
ƒ 0,05 | 5 | Stuiver | 1818 | 2002 |
ƒ 0,10 | 10 | Dubbeltje | 1818 | 2002 |
ƒ 0,25 | 25 | Kwartje | 1817 | 2002 |
ƒ 0,50 | 50 | Halve gulden | 1818 | 1948 |
ƒ 1 | 100 | Gulden | 1818 | 2002 |
ƒ 2,50 | 250 | Rijksdaalder | 1840 | 2002 |
ƒ 3 | 300 | Drie gulden | 1817 | 1839 |
ƒ 5 | 500 | Vijfje | 1826 | 1912 |
1988 | 2002 | |||
ƒ 10 | 1000 | Gouden tientje | 1818 | 1933 |
Zilveren tientje | 1970 | 2002 | ||
ƒ 50 | 5000 | Vijftig gulden | 1982 | 2002 |
Opmerking: de naoorlogse 10 en 50 gulden munten waren speciale uitgiften die wel wettig betaalmiddel waren, maar nauwelijks in omloop waren.
Volksnamen van de munten en bankbiljetten
De munten en bankbiljetten van de gulden hebben volkse namen gekend, die met de komst van de euro grotendeels zijn verdwenen. Alleen de termen dubbeltje en stuiver worden tegenwoordig ook gebruikt voor de munten van 10 en 5 eurocent.
- stuiver (5-centmunt)
- dubbeltje (duppie) (10-centmunt)
- kwartje (maffie[1], heitje (waarnaar de uitspraak: heitje voor 'n karweitje)) (25-centmunt)
- gulden (piek, pegel, pop) (Nederlandse 1 gulden)
- rijksdaalder (knaak, riks, achterwiel) (2½-guldenmunt)
- vijfje (5-guldenmunt)
- vijfje (5-guldenbiljet)
- tientje, joetje (10-guldenbiljet)
- geeltje (25-guldenbiljet; een eerdere versie van 1861-1909 had een gele kleur)
- zonnebloem, bram, brammetje (50-guldenbiljet)
- meier, mutje, snip, bank(ie)/bankje (100-guldenbiljet)
- vuurtoren (250-guldenbiljet, met een afbeelding van een vuurtoren)
- rooie rug of rug (1000-guldenbiljet, dat later echter groen werd)
Externe links
Vrije mediabestanden over Dutch gulden op Wikimedia Commons