Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Wilfried Wouters
René Wilfried Wouters (Ramsel 24 januari 1913 - gevangenis Plötzensee 7 september 1943) was een Belgische communist.[1][2]
Levensloop
Hij groeide op in een flamingant milieu. Hij maakte zijn middelbare school niet af en begon te werken in een drukkerij. In 1931 werd Wouters lid van de Kommunistische Jeugd. In 1932 werd hij tot drie maanden gevangenisstraf omdat hij de politie zou hebben aangevallen bij rellen tussen communisten en Vlaams-nationalisten. Hij werd hierop ontslagen en bleef een jaar werkloos.
In 1933 ging hij bij het leger waar hij opklom tot reserve-sergeant. Nadien werd hij corrector bij de liberale krant Le Matin. In die periode werd hij lid van het Centraal Comité van de Communistische jeugd. In de herfst van 1935 werd hij door de Kommunistische Partij van België naar Moskou gezonden om les te volgen aan de Leninschool. Zijn kandidatuur werd echter niet aanvaard door de Russen, waarna hij op 11 november 1935 Moskou verliet en terug naar Antwerpen trok.[3]
Wouters was één van de eerste Belgische communisten die (in oktober 1936) tijdens de Spaanse Burgeroorlog naar Spanje om toe te treden tot de Internationale Brigades.
Hij was in Spanje met Willy De Coninck correspondent voor De Rode Vaan en nadien voor Het Vlaamse Volk. In het voorjaar van 1937 werd hij politiek secretaris van de Vlaamse sectie in de XIe brigade (Edgar André-bataljon). In 1937 werd hij luitenant.
Wouters was hoofdauteur van de Vlaamsgezinde brochure “Vlamingen in de strijd voor de vrijheid". Op 11 juli 1937 gaf hij een Nederlandstalige toespraak voor Radio Madrid.
Wouters werd in 138 in Madrid en later in Parijs opgeleid om sabotage te plegen in een zogeheten Wollweber-groep. Wouters in juni 1938 terug naar België, waar hij eerst verbleef in Elsene, in afwachting dat hij zou worden ingezet. Hij nam in februari 1939 de leiding over van de plaatselijke Antwerpse afdeling van Alfons Fictels.
De Antwerpse Wollweber-groep pleegde verschillende aanslagen waaronder een bomaanslag in juni 1938 in Het Kanaal tegen het Japanse schip Kasij Maru. De aanslagen werden allen nog opgezet onder Fictels, maar vermoedelijk reeds met medeweten van Wouters. Fictels was echter onderzoek van een onderzoek van het Belgische gerecht en nam daarop afstand van het voorzitterschap om daardoor gewild terug naar de achtergrond te verdwijnen. Onder Wouters stopten de aanslagen, maar voornamelijk omdat de havenarbeiders niet meer mee wensten te werken aan sabotage, en later door het Molotov-Ribbentroppact.[4] Wouters zelf verklaarde wel dat hij in het voorjaar in Parijs een meeting had met Ernst Lambert en Joseph Rimbertus Schaap waarin hij de aanslagen tegen fascistische schepen in vraag stelde omdat de Republikeinen op dat ogenblik de facto de Spaanse Burgeroorlog reeds verloren hadden (de oorlog eindigde officieel op 1 april 1939). Hij stelde voor om in de plaats daarvan Belgische ministers te vermoorden, maar dit voorstel werd afgewezen.
In september 1939 werd Wouters opgeroepen voor dienstplicht in het Belgische leger, hoewel hij op dat ogenblik gevolgd werd door de Belgische geheime diensten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Wouters krijgsgevangen genomen. De Duitsers arresteerden tijdens de oorlog alle leden van de Antwerpse Wollweber-groep nadat Alfons Fictels brak tijdens de ondervragingen (mogelijks om het leven van zijn broer te sparen). Wouters werd hierop op 20 december 1940 gearresteerd in een krijgsgevangenkamp. Alle gearresteerden werden opgesloten in Fuhlsbüttel en door de Gestapo ondervraagd in Hamburg. Nadien werden de betrokkenen verspreid overgeplaatst naar concentratiekampen, Wouters belandde in Sachsenhausen.
Op 20 augustus 1942 werden de betrokkenen aangeklaagd. Met uitzondering van Frans Van Welde werden alle gearresteerden op 11 november 1942 in Berlijn door het Volksgerichtshof ter dood veroordeeld, hoewel Wouters zelf geen aanslagen had gepleegd. De rechtbank stelde voor Wouters wel voor de doodstraf wel om te zetten in levenslang, o.m. omdat zijn familie Duitsgezind was en zijn broer stierf aan het Oostfront. Het Reichssicherheitshauptamt verzette zich tegen de omzetting, waarna de doodstraf werd bevestigd.
Om onbekende redenen besloot Wouters, die tot dan alle folteringen had doorstaan, om in het voorjaar van 1943 bekentenissen af te leggen nadat zijn broer Hugo Wouters aan het Oostfront was overleden. Hugo heeft Wilfried Wouters bezocht in het concentratiekamp voor hij naar het Oostfront trok. Wouters verklaarde dat hij door de dood van zijn broer een andere kijk had gekregen op het communisme. Dit veranderde echter niets aan het standpunt van de Duitsers. Wilfried Wouters werd met 5 anderen op 7 september 1943 geëxecuteerd in de gevangenis van Plötzensee.
De Belgische overheid weigerde na de oorlog de erkenning van Wouters als politieke gevangene omdat de aanslagen tegen fascistische doelwitten plaatsvonden voor de oorlog en ze op dat ogenblik een misdrijf waren tegen het Belgische strafrecht.
Bronnen, noten en/of referenties
|