Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Vrijheid van drukpers
Persvrijheid oftewel de vrijheid van drukpers is het grondrecht om gevoelens en gedachten openbaar te maken. Een democratische samenleving kan alleen goed functioneren als de persvrijheid - als een van de voornaamste voorwaarden - goed geregeld is.
Nederland
In Nederland is de persvrijheid vastgelegd in artikel 7 van de Nederlandse grondwet :
Artikel 7
- Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
- De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending.
- Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
- De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.
Hoewel dus nooit vooraf toestemming nodig is voor enige publicatie, moet de auteur wel rekening houden dat hij achteraf kan worden aangeklaagd als zijn publicatie bijvoorbeeld smadelijk, lasterlijk of discriminerend is, of aanzet tot haat. Dit is wat met het in artikel 7 van de grondwet genoemde "behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet" wordt bedoeld. Persvrijheid neemt dus niet de verantwoordelijkheid voor hetgeen gepubliceerd wordt weg.
België
In België bepaalt artikel 25 van de gecoördineerde Grondwet van 7 februari 1831 : ‘De drukpers is vrij; de censuur kan nooit worden ingevoerd; geen borgstelling kan worden geëist van de schrijvers, uitgevers of drukkers. Wanneer de schrijver bekend is en zijn woonplaats in België heeft, kan de uitgever, de drukker of de verspreider niet worden vervolgd.’
Daarnaast wordt uitdrukkelijk de vrijheid van meningsuiting gestipuleerd in artikel 19 : ‘De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd.’
De ergernis omwille van de media censuur en de heffing van zegelrechten op onder meer dagbladpublicaties vóór 1830, droegen sterk bij aan het ontstaan van België.
Beknotting van de persvrijheid
Beknotting van de persvrijheid kan op vele manieren gebeuren. In veel landen vindt dit plaats door censuur vanuit de overheid waarbij controleurs bij kranten etc. toestemming moeten geven voordat artikelen geplaatst mogen worden. Dit was bijvoorbeeld het geval in de voormalige Sovjet-Unie waar alle voorgenomen publicaties door de KGB gekeurd moesten worden. Een veel subtielere manier om de persvrijheid te beknotten zoals die nog steeds veel voorkomt, is te zien als de gedrukte media, televisiekanalen etc. in handen zijn van de overheid. Formeel is er dan geen controle maar feitelijk wel omdat de hoofdredactie zich altijd zal schikken naar de wensen van de overheid, de geldverstrekker. Ook als er sprake is van belangenverstrengeling tussen overheid of bedrijfsleven enerzijds en media anderzijds kan er sprake zijn van informele inperking van de persvrijheid. Minder subtiele manieren om de persvrijheid te onderdrukken zijn mishandeling, ontvoering, bedreiging of zelfs moord op journalisten of redacteuren die onwelgevallige artikelen schrijven of willen schrijven.
De Nederlandse stichting Free Voice helpt mensen in ontwikkelingslanden om onafhankelijke mediaorganisaties op te zetten. Free Voice vindt het belangrijk om deze mensen te steunen omdat zij anders geen eigen stem hebben. Door onafhankelijke mediaorganisaties op te zetten kunnen de mensen in ontwikkelingslanden zelf kiezen wat ze uitzenden en zo komt de bevolking te weten wat de overheid nietwil zeggen.
In Nederland worden veel televisieprogramma's mede betaald door voorlichtingsdiensten van ministeries of gesubsidieerd in het kader van overheidsprojecten. Bedrijven hebben dikwijls belangen en invloed door middel van onmisbare reclamegelden.
Een andere veel gebruikte methode om de persvrijheid te beknotten is (dreigen met) aanspannen van ongefundeerde rechtszaken wegens smaad en laster wanneer publicaties de overheid (of overheidsfunctionarissen) onwelgezind zijn. Dit komt nog regelmatig voor in veel landen in de wereld.
Een organisatie die waakt over persvrijheid is Verslaggevers Zonder Grenzen. Elk jaar publiceren zij een lijst van landen met de mate van persvrijheid in die landen. Volgens de lijst van 2005 staat Nederland bovenaan qua persvrijheid, een plaats die het deelt met zeven andere landen. Volgens de lijst is er in Noord-Korea het minste persvrijheid, gevolgd door Eritrea en Turkmenistan. Opvallend was dat een aantal zeer arme landen (Benin, Mali, Bolivia) toch betrekkelijk hoog scoorden. Sterke dalers ten opzichte van 2004 zijn de Filipijnen, de Verenigde Staten, Mexico, Azerbeidzjan en Egypte.
Een belangrijke testcase voor de persvrijheid was het proces van Scientology tegen Karin Spaink. Daarbij publiceerde de journaliste Karin Spaink interne documenten van Scientology, werd door de sekte aangeklaagd en tenslotte tot aan de Hoge Raad toe vrijgesproken, wegens het publieke belang dat met de publicatie gemoeid was.
In 2007 daalde Nederland naar de twaalfde plaats omdat twee journalisten van de Telegraaf twee dagen lang werden vastgehouden, omdat ze weigerden om hun bronnen aan de gerechtelijke autoriteiten prijs te geven.[1]
Dag van de Persvrijheid
In 1993 riepen de Verenigde Naties de datum 3 mei uit tot de jaarlijkse Internationale Dag van de Persvrijheid om de beginselen van de persvrijheid onder de aandacht van het publiek en regeringsleiders te brengen en deze wereldwijd te bevorderen. Nog veel journalisten worden immers om hun uitingen bedreigd, mishandeld, vermoord of in gevangenschap genomen. Het idee voor deze Internationale Dag van de Persvrijheid was afkomstig van de Algemene Conferentie van de UNESCO van 1991. Daar werd erkend dat een vrije, pluriforme en onafhankelijke pers een essentiëel onderdeel is van elke democratische samenleving.