Vakbond
Een vakbond (ook wel: vakvereniging, werknemersvereniging, vakorganisatie of syndicaat) is een organisatie die de individuele en collectieve belangen behartigt van aangesloten werknemers en andere leden.
Geschiedenis van de vakbeweging
![]() |
De eerste vakbonden ontstonden ten tijde van de industriële revolutie.
In België ontstond de allereerste vakbond in 1842: de ALCIT was een vereniging van typografen in Brussel. De ambachtslui in drukkerijen hadden een lange traditie van onderlinge bijstand. Tot het einde van de 18de eeuw werden die verenigingen "kapellen" genoemd. Begin van de 19de eeuw geeft de industrialisatie een enorme impuls aan het kapitalisme. De arbeiders werken voor minimumlonen en leven in ellendige omstandigheden. Uitbetaling van loon gaat in België tot 1887 meestal volgens het trucksysteem; de werkgevers betalen een gedeelte in natura. In Nederland is tot in de 20ste eeuw in de venerijen en de schoenindustrie gedwongen winkelnering schering en inslag. Stilaan vormen zich meer vakbonden, dikwijls in de vorm van bijstandskassen (mutualiteiten). Deze arbeidersorganisaties bestonden dikwijls op de rand van de legaliteit, maar in 1866 werd het toenmalige coalitieverbod (art. 415/416) vervangen. Vakbondsorganisatie werd vanaf dan mogelijk, hoewel stakingen nog steeds bestraft werden. Werkgevers maakten bijvoorbeeld zwarte lijsten met namen van voortrekkers van de vakbond. Wie op deze lijst stond, kon elders moeilijk nog werk vinden.
De eerste vakvereniging in Nederland was de Bredase vereniging van drukkersknechten Door Eendragt t' Zaam Verbonden (D.E.t'z.V.), opgericht in 1837[1].
De eerste vakbonden lagen aan de basis van het socialisme. Karl Marx en Friedrich Engels organiseerden vanuit Brussel een netwerk van arbeidersorganisaties die leidde tot de stichting van de Eerste Internationale.
Activiteiten
De vakbond onderhandelt namens de leden met de werkgever of daarvoor aangewezen partij, zoals de werkgeversvereniging, over collectieve arbeidsvoorwaarden. Dit kunnen bijvoorbeeld zijn: loon, vergoedingen, werktijden en rusttijden. Daarnaast kan de vakbond met de (vertegenwoordiger van) werkgevers onderhandelen over de werkomstandigheden en meer in het algemeen de rechten en plichten van de werknemers. Ook treedt de vakbond op om de belangen van leden te behartigen bij bijvoorbeeld ontslag en reorganisatie, en kunnen vakbonden (arbeids)juridische bijstand en advies geven aan hun leden. Ook komt de vakbond meer in het algemeen op voor de verdediging van de geldende maatschappelijke waarden en normen ten aanzien van mens en arbeid.
Kritiek
Sommige economen zijn fel gekant tegen de verplichte organisatie van werknemers binnen een vakbeweging of tegen vakbonden in hun algemeenheid. Dit omdat de vakbonden een minimum prijs voor arbeid kunnen afdwingen voor hun leden. Hierdoor zullen producenten minder werknemers aannemen, en wordt de productiviteit aangetast. Die werknemers die buitenboord vallen moeten hun heil zoeken in een andere sector (waar ze minder zullen verdienen) of worden werkloos.
Wat de verplichte organisatie van werknemers binnen een vakbeweging betreft, is er in België de wet van 24 mei 1921 op de verenigingsvrijheid, die expliciet de negatieve verenigingsvrijheid beschermt, dus de vrijheid om niet lid te worden van een vakbond.
CAO-expert en publicist Harry Vogels uitte in zijn boek CAO Compact kritiek op de gebrekkige verantwoording van het geld dat op grond van CAO-afspraken door werkgevers en werknemers in CAO-fondsen moet worden gestort. Deze fondsen dienen voor scholingsprojecten en dergelijke en worden door werkgeversorganisaties en vakbonden beheerd. Volgens Vogels wordt dit geld gebruikt om de vakbondsorganisatie te financieren.[2] Volgens een persbericht van 9 april 2004 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vloeit 10% van de CAO-fondsen naar de vakbonden en werkgeversorganisatie voor de uitvoering van bepaalde activiteiten. Van 3% van het geld dat de sociale partners in dit kader ontvangen was onduidelijk waar het aan besteed is.
Anderen zijn van mening dat vakbonden werkgevers chanteren door te staken of te dreigen met staking. Door te staken wordt immers het bedrijf schade toegebracht. Bij sommige stakingen wordt zelfs het openbare leven verstoord, denk aan stakingen waarbij het openbaar vervoer wordt platgelegd, snelwegen geblokkeerd worden of industriezones met wegblokkeringen afgezet worden. Vooral bij publieksonvriendelijke acties door diensten als de brandweer kan de verontwaardiging bij het publiek groot zijn, vooral als hierdoor ongelukken worden veroorzaakt.
Werknemers die niet willen staken worden soms door de stakers gedwongen het werk toch neer te leggen.
Ook een veelgehoorde kritiek op vakbonden is dat zij soms proberen op de stoel van de ondernemer te gaan zitten, door zich verregaand te bemoeien met de bedrijfsvoering.
Vakbeweging wereldwijd
In vele landen waren vakbonden lange tijd illegaal en werd het opzetten van een vakbond streng bestraft.
Met name in Zuid-Amerika kan het vakbondslidmaatschap van oudsher levensgevaarlijk zijn. Er worden daar volgens cijfers uit 2003 jaarlijks nog steeds meer dan 100 vakbondsleden vanwege hun lidmaatschap vermoord. Desondanks kwamen vakbonden ook daar tot stand en kregen politieke macht, wat leidde tot arbeidswetgeving die niet alleen het recht op het vormen van vakbonden erkende, maar ook de relatie tussen werkgevers en vakbonden vastlegde.
Huidige positie
De syndicalisatiegraad in België bedraagt 54% (in de leeftijd 15-64 jaar), wat een van de hoogste percentages ter wereld is. Alleen Scandinavische landen scoren systematisch hoger.
In 2001 was 25% van de Nederlandse werknemers (in de leeftijd 15-64 jaar) aangesloten bij een vakbond ("georganiseerd"). In 2010 waren circa 1.870.000 personen lid van een Nederlandse vakvereniging.
Rechtsvorm
Vakbonden hebben over het algemeen de rechtsvorm van een vereniging. In België zijn vakbonden echter bij bijzondere bepaling géén rechtspersoon.
Vakbonden in diverse landen
Vakbonden in België
Vakbonden in Nederland
Vakbonden in Spanje
Europese vakbonden
Internationale vakbonden
Historische internationale vakbonden
- IVVV - Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen (IVVV)
- IWW - Industrial Workers of the World (IWW)
- WVA - Wereldverbond van de Arbeid (WVA)
Zie ook
Externe links
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Trade unionism op Wikimedia Commons.
Bronnen, noten en/of referenties
|
Belgische sociale partners (erkend door de overheid) |
---|
<templatestyles src="Sjabloon:Navigatie/Tabel/styles.css" />
Sociaal overleg · Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) · Interprofessioneel akkoord (IPA) |