Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Toeankoe Noerradin

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Toeankoe Noerradin (geboren ca. 1889), ook wel Toeankoe Manja of Toeankoe Noerradén genoemd, was een telg van de sultansfamilie van Atjeh en lid van het verzet te Groot-Atjeh en Pidië tegen de Nederlanders in de Atjehoorlog. Hij was de zoon de beruchte zeerover Toeankoe Abdomadjit. Zijn zuster Tengkoe Poetroeë was getrouwd met de pretendent sultan en werd op 26 november 1902 door de Nederlanders gevangengenomen. Eind oktober 1904 trouwde hij met de dochter van Teukoe Meulajoe.

Reeds vanaf zijn jonge kinderjaren trok hij met verzetsgroepen rond, het nomadenleven was hem dus met de paplepel ingebracht. Na de onderwerping van de pretendent sultan (5 januari 1903) en van Panglima Polèm II (6 september 1903) kwam ook de 15 jarige Toeankoe Noerradin zich in januari 1904 te Padang Tidji melden, doch liep in augustus van hetzelfde jaar opnieuw naar de verzetspartij over, waar hij zich aansloot bij de bendeleider Pang Andah in Biheue.

De dood van luitenant J.J. Burger, 2 november 1904

Op een bericht, dat Toeankoe Noerradin in gampong Bloeë Wakeueh gesignaleerd was, vertrok in de middag van 1 november 1904 luitenant J.J. Burger met zijn 3 brigades marechaussees om dit belangrijke hoofd te vangen. De duisternis was reeds lang ingetreden, toen de woning, waarin Noerradin zich moest bevinden, door een brigade omsingeld werd. Na de gebruikelijke sommaties traden vrouwen en kinderen naar beneden. Toeankoe Noerradin vertoonde zich voor de deuringang en verzocht de patrouillecommandant of hij met zijn volgelingen eerst mocht beraadslagen alvorens zich over te geven. Waarschijnlijk uit piëteitsoverwegingen om zo min mogelijk bloed te vergieten werd zijn verzoek tot zelfs twee maal toe door Burger ingewilligd. Nadat de toegekende tijd van beraadslaging verstreken was, sommeerde Burger de sultanstelg persoonlijk voor de laatste maal om zich over te geven. Deze sommatie werd echter vanuit de woning met geweervuur beantwoordt, waardoor luitenant Burger dodelijk getroffen werd. De hierdoor ontstane verwarring wist de handige Toeankoe Noerradin te benutten om te ontsnappen. Van zijn bende in de woning werden vier leden doodgeschoten, terwijl er twee gevangengenomen werden. De buit bestond uit drie beaumontgeweren, een revolver en blanke wapens. De kogel van Toeankoe Noerradin had Burger dwars door het hart getroffen.


Dat de berichtgeving in de diverse media mogelijk niet altijd juist was blijkt uit het volgende bericht in de Nieuwe Tilburgse Courant van 17 december 1904, waarin werd gemeld dat Toeankoe Noerradin was gedood:

Plotseling verscheen Toeankoe Noerradin in de deurpost met een geweer in zijn hand, waarop hij aan Burger vroeg, wie hem kwam halen, de Toean Besar of Toean Oberst, de Gouverneur of de overste van der Maaten? Hierop antwoordde Burger: ik ben het slechts. Hierop zou de Noerradin gezegd hebben dan wil je zeker mijn geweer ook hebben? Vervolgens was hij op Burger toegetreden en schoot hem plotseling dood. Tegelijkertijd werd het vuur van beide zijden geopend, met als gevolg dat Toeankoe Noerradin met 4 volgelingen sneuvelde, terwijl 2 anderen gearresteerd werden. Aan Nederlandse zijde werden een marechaussee en een brigade-commandant, de Europees sergeant Stomp (Algemeen Stamboek nummer 47605), levensgevaarlijk gewond. Beiden zouden later aan hun verwondingen overlijden. Uit wraak werd het huis door de marechaussee in brand gestoken. Als bijzonderheid werd nog vermeld dat enkele soldaten, die Atjehs konden verstaan, beweerden te hebben gehoord dat Toeankoe Noerradin tot de vrouwen bij het verlaten van de woning gezegd zou hebben: wij zien elkaar in het hiernamaals weer. Het opmerkelijke was dat Burger, die de Atjehse taal bijzonder goed machtig was, dit niet gehoord heeft en achterdocht had gekregen.

Uit het gedenkboek van het Korps Marechaussee blijkt echter dat Toeankoe Noerradin gedurende de verwarring die ontstond tijdens het vuurgevecht handig wist te ontsnappen en pas op 18 februari 1905 door een patrouille onder leiding van J.J. Boreel te Loewakiadjoe gevangen werd genomen. Hierbij vielen zes doden, waaronder Panglima Meussingit Raja van Sangeue. Buitgemaakt werden twee beaumont-geweren, twee revolvers, blanke wapens en munitie. Aan Nederlandse zijde werd een amboinees marechaussee lichtgewond.

Portaal KNIL

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • 1904: Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, 03-11-1904. Betreft de dood van Toeankoe Noerradin.
  • 1904: Nieuwe Tilburge Courant, 17-12-1904. Betreft de dood va Toeankoe Noerradin.
  • 1905: Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, 21-02-1905. Betreft de gevangeneming van Toeankoe Noeradin.
  • 1939: Moed, Beleid en Trouw Verzameling van Dagorders, Reproductiebedrijf Batavia.
  • 1940: 50 jarig bestaan Korps Marechaussee van Atjeh, Deli Drukkerij Medan. Blz. 179, 290-291
rel=nofollow
rel=nofollow