Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Studentencorps

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een studentencorps, of kortweg corps, (uitgesproken als koor, meervoud corpora, bijvoeglijk naamwoord corporeel of corporaal) is een studentenvereniging veelal verbonden aan een universiteit, een academie of hogeschool.

De Centraal-Europese traditie

In de oudere Centraal-Europese traditie van Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland is een corps evenwel net het omgekeerde van de jongere Nederlandse versie. Waar in Nederland het corps een aantal kleinere groeperingen verzamelt (zoals disputen en jaarclub), vormt het Centraal-Europese begrip corps net de kleinste cel, of individuele groep, verenigd in een Senioren Convent (SC) per stad, die op haar beurt weer ressorteert onder een koepel (Verband), dat grensoverschrijdend werkt, bijvoorbeeld het Kösener Senioren Conventverband (KSCV) of het Weinheimer Senioren Convent (WSC).

Deze Centraal-Europese corps (meervoud uitgesproken als ko-ors en dus niet corpora) vinden hun oorsprong in de Landsmannschaften en Studentenordes van de 17de en 18e eeuw. Het oudste nog bestaande corps is Corps Guestphalia Halle Münster in KSCV (1789).

Kenmerken van deze corpsvorm zijn: verplicht vechtend karakter (mensuur of studentenduel), (religieus en politiek) tolerantieprincipe, levensbond, academisch, kleurdragend, exclusief voor heren.

Aangezien al deze corpora (meervoud van corps) beschikken over een eigen huis en een zekere stijl aanhangen, wordt wel eens beweerd dat het elitaire clubs zou betreffen, hetgeen echter niet per se het geval is. Zo staat lidmaatschap veelal tevens open voor studenten die onderwijs aan een hogeschool genieten.

Dergelijke corpora zijn te vinden in (in totaal ca. 300) Vlaanderen, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Estland, Letland, Litouwen en de Verenigde Staten van Amerika.

De Nederlandse traditie

In Nederland is het corps over het algemeen de oudste (traditionele) studentenvereniging in een stad, gegrondvest op een liberale traditie. De traditionele door de ASV erkende corpora bevinden zich in Groningen, Leiden, Utrecht, Delft, Amsterdam, Wageningen en Rotterdam. Ook andere steden zoals Tilburg, Eindhoven, Enschede en Zwolle hebben verenigingen die zich corps noemen of dit graag willen zijn, maar deze worden niet als zodanig erkend door de koepelorganisatie, de Algemene Senaten Vergadering.

Streken

In de 18e eeuw was het studenten aan de verschillende academiae vaak verboden om een vereniging op te richten, mede naar aanleiding van de talloze vechtpartijen die er plaatsvonden. Toch gebeurde dit verenigen vaak, en de academische senaat kon er weinig tegen uitrichten. Studenten uit een bepaalde streek of een land, in de vorm van Nationes of Collegia Nationalia, ontmoetten elkaar in plaatselijke kroegen of deelden een Sociëteit met de burgerij. Dit streekgebonden samenkomen is in de tweede helft van de achttiende eeuw verdwenen, en daarmee ook de Nationes. In plaats daarvan vormden zich, vaak per faculteit, een of meerdere Groensenaten. Dat waren meestens speciaal voor de ontgroening geformeerde groepjes van ouderejaars die zich, getooid met academische senatoriale titels, ontfermden over de groenen en hen een ontgroeningsexamen afnamen. Vooral het 'lenen' van de academiale waardigheden was de academische senaat een doorn in het oog. Zo heeft de senaat van de Groningse academie in 1799 een edict uitgevaardigd tegen het ontgroenen; daarbij werden straffen gesteld op het voeren van academische senaatstitels.

Studenten Sociëteit

Reeds in de Acta Senatus van 9 december 1784 wordt door de Academische Senaat van Groningen gesproken van een studentensociëteit zonder meer. Over deze eerste sociëteit exclusief voor studenten toegankelijk is weinig meer bekend. Eerst in november 1808 werd in Groningen studentensociëteit Concordia Instaurata (vertaald uit het Latijn: Herstelde Eendracht) opgericht. De oudste en nog steeds bestaande studentensociëteit in Nederland is sociëteit Mutua Fides (vertaald uit het Latijn: Wederzijds Vertrouwen) te Groningen, opgericht op 3 maart 1815. Daarna volgde al snel studentensociëteit Placet hic Requiescere Musis (vertaald uit het Latijn: hier behaagt het de Muzen te rusten) te Utrecht, opgericht op 26 februari 1816 en weer een aantal jaar later, in 1819 sociëteit Minerva te Leiden.

Lichaam der studenten

Het corps, letterlijk "lichaam" (van studenten), was de vereniging en belangenbehartiging van alle studenten. De corpora organiseerden en reglementeerden eerst vooral de ontgroeningen, die in de jaren voor hun oprichting vaak chaotisch verliepen. Voor het ontstaan van deze alomvattende senaten waren er vaak wel al zogenaamde groensenaten actief. Ook waren aantastingen van buiten de studentenwereld op de goede naam, eer of zelfs op lijf en leden van studenten een impuls om zich te verenigen en de belangen te doen behartigen bij een centrale instelling.

Groningen

Het oudste corps in Nederland is het Groninger Studenten Corps 'Vindicat atque Polit' (vertaald uit het Latijn: (het) Handhaaft en Beschaaft) (4 februari 1815). In Groningen werden voor het eerst alle studenten vertegenwoordigd door de in 1815 opgerichte senaat. Alle faculteiten waren in deze senaat vertegenwoordigd en zo waren dus ook alle studenten aan de academie verenigd en vertegenwoordigd door deze senaat.

Leiden

In Leiden wordt in 1839 een soortgelijke beweging gezien: op 1 maart van dat jaar wordt door het Collegium Praesidum dat alle faculteitspraesides als lid kende, het Leidsch Studenten Corps 'Virtus Concordia Fides' (vertaald uit het Latijn: Deugd, Eendracht, Trouw) opgericht. Dit Collegium noemde zich vanaf dat moment van constitutie het 'Collegium Civitatis Academicae Lugduno Batavae Supremum' (vertaald uit het Latijn: Het hoogste college van de Leidse studenten). Het Leidse Corpswapen - een bundel van vijf pijlen - laat de verbondenheid van de toen vijf studentenfaculteiten zien.

Delft

In Delft werd op 22 maart 1848 het Delftsch Studenten Corps opgericht voor studenten aan de voorloper van de huidige Technische Universiteit. Oorspronkelijk was het lidmaatschap van de vereniging alleen open voor mannen. In 1976 werd een fusie aangegaan met de Delftsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (opgericht in 1900). De besloten sociëteit van het corps staat bekend onder de naam Delftsche Studenten Sociëteit Phoenix (spreek uit als "feunix", bijgenaamd "de zaak") en is opgericht op 1 maart 1847, ruim een jaar voor de oprichting van het Delftsch Studenten Corps. Het huidige pand aan de Phoenixstraat 30 in Delft werd in 1877 gebouwd.

Utrecht

In Utrecht werd op 22 mei 1848 het Utrechtsch Studenten Corps opgericht. Op deze dag verenigden twee tot dan toe aparte senaten (de in 1814 opgerichte Senatus Veteranorum en de in 1831 opgerichte Senatus Theologorum) zich tot Rector et Senatus Veteranorum met de zinspreuk van de Senatus Theologorum: 'Amicorum Consensus Virtutem Alit Gaudiumque' (=overeenstemming van vrienden voedt deugd en vreugd); de senaat die voortaan de belangen van alle Stichtse studenten (het lichaam der studenten, corps) zouden behartigden. Het USC zelf houdt het jaar 1816 aan als jaar van oprichting van het corps, met daarbij als oprichtingsdatum (dies) de oprichtingsdatum van het corps in 1848, 22 mei. De reden die het USC hiervoor heeft is dat Senatus Veteranorum in 1816 de Utrechtsche Studenten Sociëteit 'PhRM' oprichtte.

Amsterdam

In Amsterdam werd op 15 mei 1851 het Amsterdamsch Studenten Corps opgericht. Op deze dag besloten verscheidenen groensenaten, waaronder de in 1818 opgerichte groensenaat Ne Praeter Modum, over te gaan tot samenwerking. Hiervoor hieven zij zichzelf op en vormden de Illustrissimus Senatus Studiosorum Amstelodamensium (I.S.S.A.), wat het bestuur zou worden van de nieuwe studentenvereniging, het Amsterdamsch Studenten Corps (A.S.C.). In 1892 richten een drietal vrouwen de vereniging Dicendo Discentes Discimus (D.D.D.) op, dit zou de voorloper worden van de in 1902 opgerichte Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (A.V.S.V.). In 1971 fuseerde het ASC en AVSV tot het ASC/AVSV. Als sociëteit diende het op 11 november 1841 opgerichte Nos Iungit Amicitia, bijgenaamd "NIA". Het huidige pand (een oude drukkerij) aan de Warmoesstraat werd in 1994 betrokken.

Rotterdam

In Rotterdam werd op 11 december 1913 het Rotterdamsch Studenten Corps opgericht en is daarmee het jongste der Nederlandse door de Algemene Senaten Vergadering erkende corpora. Op 4 juli 1968 vond de officiële heropening plaats van Sociëteit 'Hermes' door Zijne Koninklijke Hoogheid Bernhard van Lippe-Biesterfeld, Prins der Nederlanden. Op 23 maart 1973 betrekt de Rotterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging een gedeelte van Sociëteit 'Hermes'. Tot een fusie tussen het Rotterdamsch Studenten Corps en de Rotterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging is het tot op heden echter niet gekomen.

Liberaal

In de eerste helft van de 19e eeuw was vrijwel iedere student lid van een corps. De enkeling die elk corpslidmaatschap weigerde, werd wel aangeduid met de term 'nihilist'. Het studentencorps staat in een liberale traditie. Daarom leidde de verzuiling aan het eind van de 19e eeuw tot het oprichten van katholieke en protestantse studentenverenigingen. In de ogen van de oude corpora zijn deze verenigingen op religieuze grondslag, of verbonden aan een religieuze universiteit als in Nijmegen en Tilburg, geen echte corpora. Desondanks werd het Nijmeegsch Studenten Corps tot medio jaren '50 in sommige Corpsalmanakken genoemd en werd met het Tilburgsch Studenten Corps Sint Olof en L.A.N.X./ Het studentencorps aan de Vrije Universiteit gesproken over toetreden tot de Algemene Senaten Vergadering. Dit was met name gelegen aan het feit dat tijdens de Tweede Wereldoorlog studenten in het verzet hadden samengewerkt tegen de bezetter. Dit waren studenten afkomstig uit de ASV steden maar ook uit Nijmegen, Tilburg en van de VU. Vlak na de oorlog leek een voortzetting van deze goede samenwerking onder één dak (de ASV) dan ook logisch. Hier is het om verschillende redenen echter niet van gekomen.

Tweede Wereldoorlog

In de Tweede Wereldoorlog eiste de Duitse bezetter dat de corpora hun Joodse leden royeerden en een loyaliteitsverklaring jegens de Duitsers tekenden. Omdat dat geweigerd werd, zijn alle corpora statutair opgeheven. In het geheim ging het verenigingsleven echter door. De corpora hebben een grote rol gespeeld bij het studentenverzet tegen de Duitse onderdrukking van Nederland. De rol van leden van de Leidse Studenten Vereniging "Minerva" (destijds 'Leidsch Studenten Corps'), met name die van Erik Hazelhoff Roelfzema, is verfilmd in 'Soldaat van Oranje'. Na de oorlog zijn de corpora, die gedurende het grootste deel van de bezetting juridisch een slapend bestaan leden, weer volledig opgebloeid.

Anciënniteit

Kenmerkend voor de corporale studentenverenigingen is de hiërarchie, ook wel anciënniteit genoemd. Met de jaren krijgen de leden rechten, zoals op het zitten op een stoel in plaats van op een bank, op het betreden van bepaalde ruimtes in het gebouw of zelfs het dragen van bepaalde kleding. Deze regels zijn per corps verschillend. Dat is niet altijd aangenaam voor de ouderejaars. Geldt bijvoorbeeld de regel dat je vanaf het vierde jaar je jas aan mag houden in het sociëteitsgebouw, dan draag je ook altijd je jas (men mocht eens denken dat je derdejaars bent...), al is het nog zo warm. Een kandidaatlid (phoet (=ongeboren baby), uitgesproken als 'feut') moet meestal eerst ontgroend worden om toe te mogen treden als volwaardig lid van een studentencorps. Deze regels zijn vastgelegd in de mores (ongeschreven regels; enkelvoud: mos) of in de Corpswet.

Vrouwelijke studenten

Toen er aan het eind van de 19de eeuw ook vrouwen begonnen te studeren, ontstond er ook bij hen de behoefte om zich te verenigen. Rond het einde van de 19e eeuw en aan het begin van de twintigste eeuw ontstonden er dan ook aparte studentenclubs voor vrouwen. Op 1 november 1898 werd de Groningsche Vrouwelijke Studenten Club 'Magna Pete' (Streef naar het Grote) opgericht, in 1899 richtten 13 van de toen 38 in Utrecht studerende vrouwen de Utrechtsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging op en ten slotte op 27 januari 1900 volgde de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden. Dat was noodzakelijk omdat de Corpora vrouwen het lidmaatschap weigerden. In de jaren '70 lieten de meeste Corpora ook HBO-studenten toe. De studentenverenigingen in Groningen, Leiden, Delft, Wageningen en Amsterdam fuseerden met hun vrouwelijke tegenhangers en kennen sindsdien ook vrouwelijke leden. In Utrecht en Rotterdam zijn de corpora echter nog steeds enkel toegankelijk voor mannelijke studenten.

ASV

De negen traditionele corpora aan de rijksuniversiteiten en hogescholen hebben zich verbonden in de Algemene Senaten Vergadering, sinds de oprichting voorgezeten door het dagelijks bestuur van de Leidse Studenten Vereniging 'Minerva' (LSV Minerva). De ASV erkent behalve de aangesloten corpora geen andere studentenverenigingen als corps.

Militairen

Militaire opleidingsinstituten als de Koninklijke Militaire Academie (KMA) te Breda en het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) te Den Helder hebben hun eigen traditionele corps. Op het KIM is dit sinds de uitreiking van een Vaandel op 14 september 1904 door Koningin Wilhelmina het Korps Adelborsten. Sinds deze officiële koninklijke militaire erkenning is corps veranderd in het militaire Korps. De KMA heeft nooit een officieel Vaandel mogen ontvangen.

Overig

L.A.N.X. (het Studentencorps aan de Vrije Universiteit), het Eindhovens Studenten Corps, de NSV Carolus Magnus en het Tilburgs Studenten Corps Sint Olof, alle vier verenigingen op een confessionele grondslag, zijn niet door de Algemene Senaten Vergadering erkend en hebben zich elders aangesloten (bij het Aller Heiligen Convent) of zijn onafhankelijk.

Tradities buiten Europa

In de VS heten corpora fraternities (voor mannen, maar steeds vaker ook voor vrouwen; fraternity = broederschap) en sororities (voor vrouwen; sorority = zusterschap) en hebben meestal een naam bestaand uit twee of drie Griekse letters. Om die reden wordt de verzameling van verenigingen of hun leden ook wel als 'Greeks' aangeduid.

Trivia

  • Het programma Jiskefet maakte een zeer populaire persiflage op het studentenleven binnen een corps.
  • Citaat van schrijver Harry Mulisch over de stereotype corpsstudent: "De corpsstudent speelt net zolang de man met de grote bek, tot hij het is."

Zie ook

Externe link

  • Corps.nl, website der Algemene Senaten Vergadering