Rudolph Willem van Lynden (1913)

Rudolph Willem graaf van Lynden (1913-2006) was schout-bij-nacht bij de Koninklijke Marine en daarna permanente vertegenwoordiger van Nederland bij de NAVO.

Van Lynden werd op 13 januari 1913 in Zwolle geboren als oudste zoon van mr dr Rudolph Willem van Lynden (1886-1965) en Jkvr. Helena Maria Calkoen . Zijn ouders woonden later op Huis Berkenbosch in Oostkapelle. Hij werd als baron geboren en kreeg op 10 september 1965 de grafelijke titel.

In 1932 werd Van Lynden adelborst.

Carrière

• 17 augustus 1935: luitenant ter zee 3e klasse (S.Lt.)
• 17 augustus 1937: luitenant ter zee 2e klasse (Lt.)
• 16 augustus 1945: luitenant ter zee 1e klasse (Lt.Cdr.)
• 1 mei 1955: kapitein-luitenant ter zee (Cdr.)
• 1 april 1960: kapitein ter zee (Capt.)
• 1 juni 1965: schout-bij-nacht (Rear-Admiral)

Voor de oorlog

In 1936 werd hij door de Kota Pinang naar Soerabaja gebracht. Hij werd aan boord van de HMS Sumatra geplaatst. In december 1936 werd hij overgeplaatst naar de onderzeedienst. Kerst heeft hij vrij, hij viert het met vrienden in Tjilaket. Na het slagen voor zijn OZD-examens werd hij op de onderzeeboot K-XVII geplaatst, waar toen ook Francis Steinmetz en Piet de Jong dienden. Op 25 januari 1937 vertrok de K-XVII voor een maand via Borneo en de Kleine Paternoster eilanden naar Celebes.
In juni 1937 werd hij overgeplaatst naar de K-X. Op koninginnedag, 31 augustus, liggen ze in Priok. Die avond ging hij per trein naar Soerabaja, want hij was overgeplaatst naar de K-XVIII. Toen deze in onderhoud ging, werd Van Lynden weer overgeplaatst naar de K-XVII.
Koninginnedag 1938 werd met een vlootschouw in Soerabaja gevierd omdat er een malaria-epidemie in Batavia heerste. Er werden veel oefeningen gedaan, met duiken, met springgranaten op stalen platen etc. Begin 1939 werd hij overgeplaatst naar de K-X, een varende stationsboot. Hier kreeg hij een echte hut, er waren douches en er mocht geborreld worden, allemaal luxe na het leven op een onderzeeboot, maar toch vond hij het leven op een onderzeeboot prettiger.
Op 1 spril werd hij weer teruggeplaatst op de K-XVIII. Maandag 24 april 1945 voer hij vanuit Sambo de Zuid-Chinese Zee in om nog meer oefeningen te doen. Daarna weer terug naar Soerabaja. Op 1 mei werden de K-XVIII en de K-XI met spoed naar zee gestuurd. Er waren onderzeeeboten gesignaleerd die niet van de Nederlandse dienst waren. Tijdens die verkenningsdagen voeren ze over de kraterrand van de Krakatau heen.

Oorlogsjaren

Van 1 oktober 1944 tot 12 september 1945 voer hij op de O 15. vanwege de internationale spanningen kreeg niemand meer verlof. Op 22 november arriveerde de O 15 in Dundee samen met de HMS Zeehond en de HMS Cadtlenau. Daar kreeg het schip een grote onderhoudsbeurt. Daarna werd de O 15 gebruikt voor trainingen van Nederlandse bemanningen. Ook werden in de eerste maanden van 1945 aanvallen op zee getraind, onder meer met de O 23, de ORP Dzik, de HMS Zeehond (6x) en de HMS Dolfijn (2x).

Op 27 juni vertrok Van Lynden met de O 15 naar Rotterdam, waar hij op 30 juni aankwam. Op 23 juli ging hij weer terug naar Dundee. Daar werd hij op 12 september 1945 eervol ontslagen.

Na de oorlog

Op 15 augustus 1961 volgde hij A. van Es op als 14de commandant van de Karel Doorman. Daarmee ging hij onder meer van 7-10 februari 1962 op vlootbezoek naar Paramaribo en van 16 februari-4 maart naar Willemstad. Daarna ging de Karel Doorman met de HMS Limburg nog op bezoek aan Oranjestad. Op 3 augustus 1962 werd hij opgevolgd door J.B.M.J. Maas.

Onderscheiden

• Bronzen Kruis, KB 5 van 23 april 1942
• Oorlogsherinneringskruis
• Orde van de Nederlandsche Leeuw (NL.3)
• Orde van Oranje-Nassau
• Ereridder Johanniter Orde
• Ereteken voor Orde en Vrede

Bronnen, noten en/of referenties