Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Predicaat Koninklijk

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zie ook : koninklijk (doorverwijzing), voor andere betekenissen van "koninklijk".

Koninklijk is een predicaat of loffelijke bijvoeging, gebruikt in een titel of eretitel.

  • In Nederland wordt het toegekend aan grote ondernemingen of verenigingen. Dit predicaat is geïntroduceerd door de eerste koning van Nederland, Lodewijk Napoleon[1], die het in 1807 toekende aan culturele instellingen.
  • In België wordt het predicaat in hoofdzaak toegekend aan verenigingen die er de aanvraag voor doen en aan de voorwaarden voldoen. Ook enkele officiële instanties, meestal daterende uit de eerste jaren van het Belgisch koninkrijk, dragen het predicaat. Het wordt ook nog in enkele bijzondere hierna gemelde gevallen aangewend.

Situatie in Nederland

Hare Majesteit de Koningin kan een bedrijf, vereniging of instelling het recht geven om het predicaat Koninklijk te voeren. Om in aanmerking te komen, moet een organisatie:

  • een zeer belangrijke plaats innemen in het vakgebied
  • van landelijke betekenis zijn
  • (in principe) ten minste honderd jaar bestaan

In de regel onderscheidt de Koningin niet meer dan één organisatie per branche. Medische en financiële instellingen komen niet in aanmerking, evenals organisaties met een politieke en/of religieuze doelstelling.

Om in Nederland in aanmerking te komen voor het predicaat Koninklijk kan een onderneming, vereniging of instelling een verzoek indienen bij de burgemeester van de plaats van vestiging. Deze zal vervolgens informatie verzamelen bij de Commissaris van de Koningin, ministeries en de Kamer van Koophandel. Wanneer de aanvraag wordt goedgekeurd, dient de onderneming of vereniging zich te verbinden aan de 'Bepalingen betreffende het predicaat Koninklijk'. De belangrijkste verplichting is dat de gerechtigde alles na zal laten wat zijn reputatie zal schaden. Daarnaast verplicht de onderneming of vereniging zich tot het zorgvuldig bewaren van de bij de verlening uitgereikte documenten (het afschrift van de Koninklijke Beschikking, de oorkonde en het exemplaar van deze bepalingen). Daar staat tegenover dat de onderneming of vereniging 'Koninklijk' mag toevoegen aan de naam van de organisatie en de Koninklijke Kroon of een gestileerde versie van die kroon in het logo mag opnemen.

De Duitse bezetter verbood tijdens de bezetting het gebruik van het predicaat "Koninklijk". Zo werd in oktober 1940 de Medaille voor trouwe dienst van de Koninklijke Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen ingesteld door de Koninklijke Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen. Bij de medaille en de opmaak van het besluit werd het predicaat weggelaten, na de bevrijding werd het in ere hersteld.

Er was al eerder een medaille ingesteld, de Medaille van den Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Maatschappij, later[2] de "Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Maatschappij" werd sinds 1840 door het bestuur van deze vereniging die zich richtte op het redden van schipbreukelingen uitgereikt.

Het predicaat wordt alleen toegekend bij een bijzonder jubileum (bijvoorbeeld bij het 100-, 125- of 150-jarig bestaan). De organisatie dient van onbesproken gedrag en financieel solide te zijn. Tot aan de regering van Beatrix waren er geen of weinig formaliteiten. Koningin Beatrix heeft strenge regels en procedures laten opstellen. Zo werd in het jaar 2000 geopperd om de voetbalclub AFC Ajax bij haar 100-jarig bestaan het koninklijk predicaat te geven, echter dit was niet mogelijk omdat de overkoepelende voetbalbond KNVB al tot koninklijk was benoemd (en daarnaast zou het wellicht tot boze gezichten kunnen leiden bij supporters van andere voetbalclubs).

Een koninklijk predicaat wordt in principe voor 25 jaar toegekend, waarna bestendiging kan worden aangevraagd. Het kan ook tussentijds worden ontnomen, al komt dat niet vaak voor. Koninklijke Ahold NV is een onderneming die het risico liep het predicaat te moeten inleveren vanwege een boekhoudschandaal. Op 24 juli 2006 heeft koningin Beatrix echter beslist dat Ahold het predicaat Koninklijk mag behouden.

In juli 2005 verloor Vendex KBB het predicaat als gevolg van een overname door een investeerders-consortium VDXK Acquisition BV.[3]

De toekenning van het predicaat staat op gespannen voet met het Nederlands staatsrecht omdat het niet onder ministeriële verantwoordelijkheid valt en in een Koninklijk Besluit geschiedt. Met name het ontnemen van het predicaat is staatsrechtelijk een probleem omdat hiervoor geen beroepsprocedure bestaat. Toen de Huisorde van Oranje door de Raad van State en de Hoge Raad van Adel werd besproken hebben de staatsrechtsgeleerden al opgemerkt dat de Koning zonder medewerking van zijn regering geen onderscheidingen zou mogen verlenen buiten zijn Koninklijk Huis of Hofhouding[4].

Situatie in België

Toen op 31 juli 1950 koning Leopold III besloot om zijn koninklijke prerogatieven af te staan aan zijn oudste zoon en op termijn troonsafstand te doen, aanvaardde prins Boudewijn het regentschap en werd hij bekleed met de nieuwbedachte titel van Koninklijke Prins - Prince Royal.

De titel en functie van 'koninklijk commissaris' wordt bij bepaalde gelegenheden gebruikt om iemand te benoemen in een quasi-ministeriële functie, met als hoofdzakelijk doel over een of andere nijpende kwestie het wetgevende werk voor te bereiden. Enkele voorbeelden:

  • Koninklijk commissaris voor de administratieve hervorming Louis Camu (ca. 1935)
  • Koninklijk commissaris voor de hervorming van de gerechtelijke instellingen Charles Van Reepinghen (1956-1964)
  • Koninklijk commissaris voor de herziening van het wetboek van strafvordering Herman Bekaert (1962-)
  • Koninklijk commissaris voor ontwikkelingssamenwerking Jef Van Bilsen (1965-1956) - ook Commissaris des konings genoemd
  • Koninklijk commissaris voor de hervorming van de ziekteverzekering (1975-1976) Jacques Petit
  • Koninklijk commissaris voor de codificering, harmonisering en vereenvoudiging van de sociale zekerheid Roger Dillemans (1980-1985)
  • Koninklijk commissaris voor de herstructurering van de nationale wetenschappelijke instellingen Herman Liebaers (1981-1983)
  • Koninklijk commissaris voor de hervorming van de strafwet Robert Legros (1983-)
  • Koninklijk commissaris voor het migrantenbeleid Paula D'Hondt (1989-1993)

Tijdens de moeilijke regeringsvormingen in de jaren 2007-2010 gaf het Paleis blijk van heel wat vindingrijkheid in het betitelen van personen die een taak kregen opgedragen die niet helemaal overeenstemde met de traditionele opdracht van een 'informateur', zoals:

In België dragen enkele eerbiedwaardige officiële instellingen, waaronder een aantal federale wetenschappelijke instellingen, het predicaat 'Koninklijk'. Het wordt ook van oudsher gebruikt door middelbare scholen in het gemeenschapsonderwijs (vroeger rijksonderwijs), meer bepaald als Koninklijk Atheneum of Koninklijk Lyceum, verder ook als Koninklijk Conservatorium.

Deze toekenningen dateren al van de eerste jaren van het koninkrijk België, in navolging trouwens van wat ook Willem I met milde hand toekende. Koning Leopold I gaf even mild die toekenningen, ook aan scholen of verzorgingsinstellingen waar hij een bezoek had aan gebracht en aan wie hij zijn steun wilde betonen. Tegenwoordig behoort de toekenning eerder tot de ministeriële bevoegdheden, hoewel uiteindelijk nog steeds het koninklijk huis over de toekenning beslist.

Elke vereniging kan de titel "Koninklijk" verkrijgen, met als eerste voorwaarde dat ze minstens 50 jaar bestaat. Er wordt daarnaast ook met andere criteria rekening gehouden (zoals: goed beheer, niet-winstgevende doel dat wordt nagestreefd, vitaliteit en bestendigheid van de vereniging). [5]

De eretitel wordt toegekend na een verkregen gunstig advies van de bevoegde minister en de provinciegouverneur en wordt over het algemeen met een plechtigheid bezegeld die wordt gehouden door de gouverneur van de provincie waar de vereniging haar zetel heeft.

Organisaties met het predicaat Koninklijk

  • In Nederland.

Zie de lijst van organisaties met het predicaat Koninklijk.

Zie de lijst van organisaties met het predicaat Koninklijk

Zie ook

Externe link

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º History of the Netherlands - 1806 - 1810
  2. º In 1949
  3. º Vendex KBB niet meer Koninklijk - De Telegraaf, 2 december 2005
  4. º J.A. van Zelm van Eldik in "Moed en Deugd", 2000
  5. º Hoe koninklijke titel aanvragen
rel=nofollow
rel=nofollow