Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Nutsbedrijf
Een nutsbedrijf is een bedrijf dat, vaak vanuit een monopoliepositie, opereert in een sector die beschouwd wordt zijnde van openbaar nut omdat het belangrijke producten of diensten levert die in het algemeen belang zijn. Om die reden zijn nutsbedrijven onderworpen aan strenge regels (zoals maximumprijzen). De geleverde voorzieningen worden nutsvoorzieningen genoemd.
Enkele basisvoorzieningen zijn:
- Elektriciteit, vaak ook stroom of licht genoemd.
- Aardgas, kortweg gas. Wegens het niet duurzame ervan wordt deze voorziening in o.m. Nederland geleidelijk afgeschaft, en dan vervangen door bijvoorbeeld warmtedistributie.
- Drinkwater.
De combinatie gas, water en licht wordt soms afgekort als GWL.
Verder hebben veel woningen als communicatievoorzieningen een vaste telefoonaansluiting (ook voor internet) en kabel (kabeltelevisie/kabelinternet}.
In ruimere zin omvat het begrip ook een deel van de communicatiesector: post en mobiele telefonie; en van de transportsector: het openbaar vervoer en het goederenvervoer per spoor.
In Nederland werd ook de sociale woningbouw lang als noodzakelijke nutsvoorziening gezien en ontwikkeld door gemeente, semi-overheidsbedrijven of verenigingen zonder winstoogmerk die subsidies van het Rijk of Gemeente kregen.
In België wordt de contractvrijheid van van openbarenutsbedrijven beperkt in die zin dat ze gehouden zijn te contracteren met partijen die hierom vragen, alsook voldoen aan de toetredingsvoorwaarden.
Vele nutsbedrijven werden in de negentiende en twintigste eeuw door de overheid opgericht om op die manier de voorziening van de betrokken goederen en diensten veilig te stellen én als instrument om een economische en sociale politiek te kunnen voeren in het kader van een gemengde economie.
In de Europese Unie worden de markten waarop deze nutsbedrijven opereren sinds de jaren tachtig langzamerhand gedeeltelijk of volledig opengesteld voor concurrentie wat de druk om ze (deels) te privatiseren doet toenemen.