Nonchalance

Nonchalance oftewel nonchalant zijn betekent dat iemand slordig, achteloos en/of nalatig is inzake z'n handelingen. Dit kan bewust danwel onbewust tot stand komen doordat wat vereist of nodig is niet gedaan of voldaan wordt. In onbewuste gevallen is het meestal een gevolg van onwetendheid en in bewuste gevallen meestal een gevolg van het ontbreken van de wil ertoe of desinteresse.

Men kan nonchalant zijn in het werk of in z'n gedragingen, waar een ander (bijvoorbeeld een werkgever of collega) dan de dupe van kan worden, doordat het-één-en-ander niet-goed gedaan wordt of de veiligheid op het spel gezet wordt, wat veelal onaanvaardbaar is. Vooral mannen willen ook wel nonchalant doen (overkomen) om zo stoer te doen of ogenschijnlijk iets met gemak te kunnen doen. Ook kan er een reden toe zijn die later of daarna gedaan moet worden, waardoor men haastig de handelingen afraffelt.

Bij sommige beroepen is nonchalance een doodzonde om überhaupt trachten te doen, vanwege dat er bijvoorbeeld mensenlevens van afhankelijk kunnen zijn of dat het een explosie zo niet een grotere ramp teweeg zou kunnen brengen. In dergelijke situaties zijn er meestal strikte regels welke de manier van handelen bepalen om elk risico zo veel mogelijk uit te sluiten. Ook kan men voorzorgsmaatregelen treffen inzake infectieziekten, waarbij het eveneens onaanvaardbaar is nonchalant te handelen, temeer wanneer het een onbekend virus betreft en een mogelijke pandemie. Medici mogen ook absoluut niet nonchalant zijn vanwege dat het de gezondheid of mogelijk de dood van mensen aangaat.