Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Nicolas Notovitch

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nicolas Notovitch, (Nikolaj Aleksandrovitsj Notovitsj; Russisch: Николай Александрович Нотович, 13 augustusjuliaans/ 25 augustusgregoriaans 185818 maart 1941) was een Russische journalist en avonturier.

Hij is vooral bekend om zijn boek uit 1894 waarin hij beweert dat Jezus tijdens de onbekende jaren van zijn leven Galilea verliet om in India te gaan studeren bij boeddhistische en hindoeïstische leraren voor hij terugkeerde naar Judea. Volgens Notovitch’s beschrijving was deze zienswijze gebaseerd op een document dat hij zei gezien te hebben in het boeddhistische Hemisklooster toen hij daar verbleef. De consensus onder moderne geleerden is dat Notovitch’s boek over de rezen van Jezus een hoax is.[1]

Leven

Notovitch werd geboren als zoon van een rabbijn in Kertsj, een havenstad in de Krim. Zijn oudere broer was Osip Konstantinovitsj Notovitsj (1849-1914), later een doctor in de rechten. Over de kindertijd en jeugd van Nikolaj Notovitch bestaat geen door hemzelf of door anderen opgetekende informatie, maar het wordt aangenomen dat hij een hogere schoolopleiding heeft genoten omdat hij, in navolging van zijn oudere broer Osip, als jongeman naar de Universiteit van Sint-Petersburg ging.

In 1873/1874 begon zijn broer Osip te werken als redacteur van feuilletons voor de krant Novoje Vremja. Mogelijk door zijn studie van hedendaagse geschriften op het gebied van Russische geschiedenis en politiek, ontwikkelde Nikolai Notovitch een Pan-Slavistisch begrip van de geschiedenis, een vurige eerbied voor Rusland en een voorkeur voor een Russisch-Frans bondgenootschap. Aan de andere kant nam hij een negatieve houding aan ten opzichte van zijn Joodse afkomst en bekeerde zich waarschijnlijk net als zijn broer Osip tot de Russisch-orthodoxe kerk. Hij trok als vrijwilliger naar de Servisch-Ottomaanse oorlog en daarna naar de Russisch-Ottomaanse oorlog.

In 1883 kon Nicolas aan de slag als Oriënt-correspondent van de Novoje Vremja. In deze functie reisde hij door de Balkan, de Kaukasus, Centraal-Azië en Perzië. In 1887 ondernam hij een reis naar India. In 1889 reisde hij naar Parijs, waar hij onder andere schreef voor de kranten Le Figaro, Le Journal en La science française.

In 1893 haalde hij zich in verband met het Panamaschandaal de woede op de hals van de Russische ambassadeur, baron Arthur von Mohrenheim, omdat hij in een artikel in Le Figaro suggereerde dat de baron steekpenningen had ontvangen. In 1895 werd Notovitch tijdens een bezoek aan Sint-Petersburg gearresteerd en naar het Peter en Paul Fort gebracht. Vervolgens werd hij zonder proces, op grond van zijn „voor de staat en de samenleving gevaarlijke literaire werk”, in ballingschap gestuurd naar Siberië, waaruit hij in 1897 mocht terugkeren. In 1897 reisde hij van Parijs naar Egypte. Vanaf 1898 was hij redacteur van het tweewekelijkse tijdschrift La Russie in Parijs, waarin hij ook zijn eigen artikelen publiceerde. In 1899 werd hij toegelaten tot de prestigieuze Société d’Histoire Diplomatique in Parijs, waarvan hij tot 1904 lid was. Er is bewijs van een verblijf in Londen in 1903, dat Notovitch mogelijk bewoonde tot 1906. Als ’Russische agent’ verschafte hij de Franse minister van Buitenlandse Zaken Théophile Delcassé en de paleiscommandant van Sint-Petersburg, generaal Peter Pavlovich Hesse, nauwkeurige details over het Doggersbank-incident in december 1904. Notovitch werd tot 1916 vermeld als redacteur en uitgever van verschillende kranten in Sint-Petersburg, waarna de sporen onduidelijk worden.

La vie inconnue de Jésus-Christ

In 1894 zorgde Notovitch internationaal voor opschudding door de uitgave van zijn boek La vie inconnue de Jésus-Christ (Het onbekende leven van Jezus Christus), dat eerst in het Frans werd gepubliceerd en spoedig daarop in andere talen werd vertaald. Notovitch verspreidde hierin het verhaal dat Jezus van Nazareth in zijn jeugd Galilea zou hebben verlaten en lange tijd in India zou hebben gewoond. Daar bestudeerde hij het boeddhisme en hindoeïsme met Indiase geleerden, vóór zijn latere werk in Judea. Notovitch stelde dat dit verhaal afkomstig was van een tekst in „twee dikke boeken, gebonden in karton”, die hij had leren kennen en lezen van een lama in het boeddhistische klooster van Hemis (Ladakh) tijdens zijn reis naar India in 1887. Hij publiceerde deze tekst, verdeeld in hoofdstukken en verzen, als onderdeel van zijn schrijven in het Frans onder de titel La vie de Saint Issa (Het leven van Sint Issa).

De publicatie lokte felle reacties uit, de meeste negatief. Een Engelse vrouw, die vervolgens het klooster van Hemis bezocht, informeerde naar de waarheid van Notovitch’ beweringen. Friedrich Max Müller, een vooraanstaand linguïst en godsdienstwetenschapper aan de universiteit van Oxford, werd door haar in een brief van 29 juni 1894 op de hoogte gesteld van het feit dat Notovitch en de manuscripten waarnaar hij verwees daar volledig onbekend waren. Een Rus of iemand met de kenmerken van Notovitch zou helemaal niet in het klooster hebben verbleven. Deze informatie werd ook ontvangen door J. Archibald Douglas, professor Engels en Geschiedenis aan het Government College Agra, die in 1895 het Hemis-klooster bezocht. Later zou Notovitch hebben toegegeven dat hij het verhaal had verzonnen.[2] Dit wordt tegengesproken door een andere bezoeker van het klooster, de Indiase monnik Swami Abhedananda (1866-1939), die beweerde dat hij het manuscript ook had gezien. Zijn kopie was een stuk korter dan die van Notovitch, maar bepaalde passages zijn vrijwel identiek.

Het boek van Notovitch werd door de rooms-katholieke kerk op de Index Librorum Prohibitorum gezet. In esoterische en theosofische lectuur (Nicholas Roerich, Elizabeth Clare Prophet, Holger Kersten), in sommige hindoekringen en in de Ahmadiyyabeweging (Mirza Ghulam Ahmad) staat het werk hoog aangeschreven.

Verwijzingen

rel=nofollow

Bronnen

  • Chaitanya, Brahmachari Bhairab, Swami Abhedananda’s Journey into Kashmir and Tibet, Rendered into English by Ansupati Daspupta and Kunja Bihari Kundi, Ramakrishna Vedanta Math, Calcutta, 1987
  • Hooper, Richard, Jesus, Buddha, Krishna, and Lao Tzu, 2012

Meer lezen

  • Douglas, J. Archibald (1896). The Chief Lama of Himis on the Alleged 'Unknown Life of Christ. Nineteenth Century 39: 667–678.
  • Fader, H. Louis, The Issa Tale That Will Not Die: Nicholas Notovich and His Fraudulent Gospel (University Press of America, 2003). ISBN 978-0-7618-2657-6
  • Müller, Max (1894). The Alleged Sojourn of Christ in India. Nineteenth Century 36.
  • Notovitch, Nicolas, The Unknown Life of Jesus Christ: By the Discoverer of the Manuscript, Translated by J. H. Connelly and L. Landsberg, Murine Press, 2006
  • Paratico, Angelo, The Karma Killers, New York, 2009. Een novelle, gebaseerd op het verhaal van Notovitch, in moderne tijden met flashbacks naar de tijd van Jezus en de Tweede Wereldoorlog. Veel speelt zich af in Hong Kong en Tibet. Voor het eerst gedrukt in Italië met als titel Gli Assassini del Karma, Rome 2003.

Weblinks

rel=nofollow