Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed
Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Mond
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Mond kan verwijzen naar: |
- Mond (orgaan), het menselijk orgaan dat de structuren rondom de mondholte bevat.
- (Uit)monding, de plaats waar een rivier in zee, een meer of rivier uitmondt.
- Drentse Monden, de afwateringskanalen en dorpen in het Drentse veenkoloniaal gebied.
- Mond van Sauron, een dienaar van Sauron in het werk van JRR Tolkien.
- Modified Newtonian Dynamics (MOND), een door Mordehai Milgrom in 1983 voorgestelde variant op de gravitatiewet van Newton.
Uitdrukkingen :
- "De (of : zijn) mond houden of geen mond open doen" : Zwijgen.
- "Maar houd je mond hoor !" : Maar zwijgen !
- "Ieder heeft er de mond vol van" : Spreekt er voortdurend over.
- "Zijn mond voorbij praten" : Teveel zeggen.
- "Zijn mond ergens insteken" : Ongevraagd meepraten.
- "Dat is een hele mond vol" : Een heel lang woord.
- "Dat gaat jouw mond voorbij / Jij mag er je mond naar likken" : Van dat lekkers krijg je niets.
- "Dat is de mond tergen" : Gezegd van een klein hapje van iets heel lekkers.
- "De ruiter hinderde het paard in de mond" : Deed het pijn door te strak inhouden van de teugels.
- "Het paard is zacht in de mond" : Reageert zeer snel op de teugel.
- "Hij is erg los in de mond" : Flapte er alles uit.
- "Iemand de beten in de mond tellen" : Hem geen eten gunnen.
- "Het water kwam mij in de mond" : Ik watertandde ervan.
- "Als uit één mond" : Tegelijk en eenstemmig gesproken.
- "Het viel me uit de mond" : Ik versprak me.
- "Ze had het uit haar eigen mond gespaard" : Ze had zich daarvoor eten onthouden.
- "Iets tussen neus en mond zeggen" : Langs zijn neus weg.
- "Met open mond staan kijken" : Met verbazing.
- "Met twee monden spreken" : Dubbelhartig zijn.
- "Tien monden moeten openhouden" : Aan tien (kinderen) de kost moeten geven.
- "De mond snoeren (of : stoppen)" : Het zwijgen opleggen.
- "Zijn mond staat nooit stil / Zijn mondje (of : de mond) roeren" : Zich laten gelden, opkomen voor eigen belangen, zich wel laten horen.
- "Een aardig mondje meespreken" : Een stem in het kapittel hebben.
- "Een aardig mondje Frans spreken" : Behoorlijk Frans spreken.
- "Naar de (of : zijn) mond praten" : Spreken zoals iemand het graag hoort, vleien.
- "Geen blad voor de mond nemen" : Precies zeggen zoals men het meent.
- "Ze is niet op haar mondje gevallen" : Kan goed haar woord doen of van zich afbijten.
- "Een groot woord hebben / opzetten tegen iemand" : Brutaal zijn.
- "Iemand iets in de mond geven" : Iemand iets zo te verstaan geven dat hij gemakkelijk kan raden wat men bedoelt. /
- Een vraag zo inkleden dat het antwoord er reeds in opgesloten ligt.
- "Bij monde van" : Gezegd of voorgelezen door.
- "Mondain(iteit)" : Werelds(gezind)(heid), van (of : als van) de uitgaande grote wereld.
- "Mondbehoeften / Mondkost" : Levensmiddelen.
- "Iemand monddood maken" (Duits : mundtot) : De mond snoeren.
- "Mondeling" : Met de mond, in gesproken woorden uitgedrukt (niet schriftelijk).
- "Monden" : Wel smaken, bekken / Behagen, bevallen.
- "Mondig" : Handelingsbekwaam, meerderjarig / Tot zelfbestuur in staat.
- "Mondjegauw" : Inzake jeugd : iemand die gauw klaar staat om iets te antwoorden of te zeggen (ook : handjegauw).
- "Mondjesmaat" : Schraal afgemeten, nauwelijks voldoende hoeveelheid.
- "Mondjevol" : Hapje, beetje.
- "Mondstopper" : Een middel (bijvoorbeeld geld) om iemand te doen zwijgen.
Zie ook
- Apertura (mollusken), de opening van de schelp van een slak of ander weekdier (ook : mondopening genoemd).
- Mondarts, tandarts.
- Monddouche, elektrische mondspoeler of elektrisch waterstraalapparaat.
- Mond- en klauwzeer, een besmettelijke ziekte aan bek en klauwen onder het rundvee.
- Mondharmonika, een plat muziekinstrument dat langs de mond heen-en-weer bewogen wordt (ook : mondorgel).
- Mondharp (mondtrommel), een metalen muziekinstrumentje in de vorm van een hoefijzer met twee uitstekende, parallel lopende pootjes, uiteinden.
- Mondhygiënist(e), gediplomeerde tandheelkundige hulpkracht, die bevoegd is onder leiding van een tandarts bepaalde hygiënische en preventieve handelingen te verrichten aan gebitten.
- Mondiaal, wereld- of over de gehele wereld genomen.
- Mondingsvuur, de vlam bij het afvuren van geschut, ontstaan doordat de op het projectiel volgende, sterk verhitte gassen ontbranden.
- Mondklem, krampachtige samenklemming van de kaken (van een paard).
- Mond-op-mondbeademing (mondbeademing), een methode om bij een bewusteloze die niet ademt de ademhaling weer op gang te krijgen.
- Ook : mond-op-neusbeademing
- Mond-op-mondreclame (mondreclame), een mondeling doorgegeven aanprijzing.
- Mondstuk (doorverwijzing).
- Mondvoorraad, proviand.
- Mondwater, (mond)spoelsel ter verfrissing of genezing.
Dit is een doorverwijspagina, bedoeld om onderscheid te maken tussen de verschillende betekenissen en gebruiken van de term Mond. Op deze pagina staat een uitleg van de verschillende betekenissen van Mond en verwijzingen naar de betreffende artikelen.
Bekijk alle artikelen waarvan de titel begint met Mond, waarvan de titel Mond bevat of waarvan de titel of inhoud de term Mond bevat. |