Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Luikse tram
Tramway de Liège | ||
Bestand:CAF Urbos in Liège, 2020.jpg | ||
Basisgegevens | ||
Locatie | Luik, België | |
Vervoerssysteem | Tram | |
Startdatum | januari 2025 (lijn 1) | |
Lengte | 11,7 km | |
Aantal lijnen | 1 | |
Aantal stations | 23 (lijn 1) | |
Uitvoerder(s) | TEC | |
Operationele gegevens | ||
Gem. snelheid | 20 km/u |
De Luikse tram is een project waarbij een of twee tramlijnen aangelegd zullen worden om belangrijke kernen binnen de Luikse agglomeratie te verbinden. Lijn 1 is aangelegd en zal na een verlenging het busstation van Jemeppe-sur-Meuse verbinden met de commerciële zone van Basse-Campagne in Herstal, via het Luikse hoofdstation Luik-Guillemins en de Place Saint-Lambert. De lijn zal uitgebaat worden via een PPS-contract. De aanleg van een tweede lijn is optioneel, deze is voorzien tussen Ans en Vaux-sous-Chèvremont bij Chaudfontaine.
Geschiedenis
De eerste trams
De eerste trams in Luik waren paardentrams uit 1871. Elektrificatie van de lijnen vond plaats in 1893, een primeur voor België. Gedurende de volgende tien jaar breidde het net sterk uit. Nieuwe lijnen werden zowel naar het zuiden als het noorden van de stad aangelegd. In 1899 bereikte een lijn de pont de Wandre, in 1897 verbond een andere Luik met de stad Chênée en in 1905 werd de stad Angleur eveneens bediend door trams. Voor de wereldtentoonstelling van 1905 werd een vierde lijn aangelegd. Er waren vele elkaar concurrerende trammaatschappijen die uiteindelijk fuseerden in drie grote trammaatschappijen: RELSE (Railways Economiques de Liège-Seraing et Extensions), TULE (Tramways Unifies de Liège et Extensions) en de Buurtspoorwegen van de provincie Luik met zijn lokale stadslijnen. Deze lijnen werden na de Tweede Wereldoorlog stukje bij beetje ingekort tot november 1967, toen de laatste tram buiten dienst werd gesteld. De tram werd uit dienst genomen vanwege het feit dat het materieel verouderd was en het te duur zou zijn om deze te vervangen. Moderne bussen zouden winstgevender zijn.[1]
Enkele oude trams zijn bewaard gebleven in het Museum voor het Openbaar Vervoer van Wallonië.
-
Paardentram van de TL (Luik)
-
Tram van de RELSE (Luik - Seraing)
-
Stadstram van de SNCV (Luik)
-
TAU-treinstel (Luik)
Het geschrapte metroproject
Zie TAU (metro) voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Aan het einde van de jaren 70 van de 20e eeuw werd de aanleg van een metro voorzien. Er werd al een tunnel aangelegd onder de kaaien van Saint-Léonard en la Batte. De metro zag echter nooit het licht en de tunnel ging de geschiedenis in als een van de grote nutteloze werken van het land.
Herintroductie van de tram
Sinds 2008 bestond er een consensus bij de burgemeesters van het Waalse Gewest en bij de OTW over de terugkeer van de tram. Enerzijds moet het stijgende autoverkeer in de Luikse agglomeratie teruggedrongen worden,[2] anderzijds zijn bepaalde assen nu al verzadigd, vooral in de Maasvallei.
Een eerste lijn van Seraing naar Herstal is in aanbouw; een tweede lijn van Ans naar Chênée, of Vaux-sous-Chèvremont wordt overwogen. Enkelen onderstrepen het belang van het voorzien van een centrale ringlijn die min of meer het traject van de huidige Luikse buslijn 4 zou overnemen.[3]
De kosten voor de aanleg van de eerste lijn worden geschat op 500 miljoen euro; voor de tweede lijn zou dit 300 tot 700 miljoen bedragen.[4] De ingebruikname van de eerste lijn was gewenst voor 2015,[5] maar in 2009 werd het najaar van 2018 voorzien voor de eerste ingebruikname. Met een lengte van 17,5 km, zal deze lijn 25 haltes tellen, waarvan 7 intermodale punten met een overstapmogelijkheid op de bus.[5]
Op 21 oktober 2011 legde de Waalse regering het definitieve tracé van lijn 1 vast.[6] Op 22 december 2011 werd de Waalse regering het eens over de realisatie van de eerste fase van lijn 1, tussen Sclessin en Coronmeuse. Deze sectie zou oorspronkelijk opgeleverd worden in 2017.[7][8] Vanwege Europese kritiek op de wijze waarop het project werd opgenomen in de begroting, liep het dossier vertraging op. In 2018 werd ervan uitgegaan dat de lijn in 2022 in bedrijf genomen zou kunnen worden.
Testen
Sinds eind 2023 worden de stellen getest op het tracé. Vanaf 20 augustus 2024 rijden trams als test in het stadscentrum, na een afwezigheid van bijna 60 jaar.[9]
Toekomstplannen
De volwaardige ingebruikname is gepland voor januari 2025.
Daarna is doortrekking van de lijn voorzien, in het zuiden naar het busstation van Jemeppe (aan station Pont-de-Seraing) en in het noorden naar Herstal. In 2024 verklaarde de nieuwe Waalse regering echter te wachten vooraleer te beslissen over deze uitbreiding, gezien de impact van deze investering.
In een latere fase zou de lijn nog verder verlengd worden naar Basse Campagne (Herstal).[10]
Het nieuwe net
Tracé
De lengte van lijn 1 zal uiteindelijk 19,061 kilometer bedragen: 17,799 kilometer van Seraing naar Herstal en 1,262 kilometer voor de aftakking naar Bressoux. Daarvan wordt voorlopig alleen de centrale sectie Sclessin – Coronmeuse aangelegd. Deze sectie zal circa 11,7 kilometer lang zijn en 23 haltes tellen, gemiddeld om de 450 meter.[10] De kosten werden in 2011 geraamd op 360 miljoen euro.[11][12]
Het tracé volgt over het algemeen de linkeroever van de Maas. De lijn zal langs de esplanade voor het station Luik-Guillemins passeren, alsook langs de boulevard d'Avroy en de boulevard de la Sauvenière. Ter hoogte van de rue Féronstrée en van de kaai la Batte, splitst de tramlijn. De tram vervolgt zijn route langs de kaaien van Saint-Léonard tot Coronmeuse.
Zoals vaak bij de herintroductie van een tramlijn volgt de nieuwe route grotendeels de oude route, en erkend daarmee als het ware dat de opheffing destijds een vergissing was. Destijds waren het routes van twee bedrijven, en die twee worden nu gecombineerd.
Werken
De aanbesteding van de tramaanleg verliep moeizaam, mede doordat Eurostat in 2015-2016 tot driemaal toe een negatief advies gaf over het financiële dossier. In 2018 werd de aanbesteding toegewezen aan het tijdelijke consortium Tram'Ardent, een consortium van Colas, CAF en de financiële groep DIF. Naast Tram'Ardent was ook Mobiliège 2.0 (waar onder meer Alstom deel van uitmaakte) als laatste kandidaat overgebleven.
De aanleg van de eerste fase van lijn 1, tussen Sclessin en Coronmeuse, was gepland van 2019 tot 2023.[13] De bouw liep echter vertraging op als gevolg van het stilleggen van de werf aan het begin van de Coronapandemie, waardoor de openingsdatum een jaar verschoven is.
Langs het tracé worden ongeveer 500 bomen geplant. Verwacht wordt dat door het verdwijnen van parkeerplaatsen voor auto's meer ruimte voor fietsers en voetgangers zal ontstaan.[10]
Rollend materieel
De aanbesteding werd toegewezen aan het consortium Tram'Ardent waar het Spaanse CAF deel van uitmaakt. CAF zal 20 trams van het type Urbos leveren, uitgerust met batterij omdat een deel van het tracé zonder bovenleiding zal zijn.[14]
Van 5 tot 13 oktober 2019 werd op het Tivoliplein een maquette op ware grootte van de toekomstige trams tentoongesteld. Later verhuisde de maquette naar het Museum voor het Openbaar Vervoer van Wallonië.[15]
Externe link
- (fr) Le Tram, projectwebsite
Openbaar vervoer in België |
---|