Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Lijst van voortijdig vertrokken Nederlandse kabinetsleden
Deze lijst is incompleet. U wordt uitgenodigd op bewerken te klikken om de lijst uit te breiden. |
Dit is een lijst van voortijdig vertrokken Nederlandse kabinetsleden gerangschikt per kabinet. Het betreft een selectie van politici die functioneerden als minister of staatssecretaris in een Nederlands kabinet.
Legenda
██ Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) ██ Christen-Democratisch Appèl (CDA) |
Kabinetten
Drees-Van Schaik
Zie ook Kabinet-Drees-Van Schaik |
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
W.H. (Wim) Fockema Andreae | mr. W.H. (Wim) Fockema Andreae (1909–1996) |
Staatssecretaris van Defensie |
1 mei 1949 – 27 november 1950 |
Drees–Van Schaik | Op eigen initiatief afgetreden nadat dat Andreae concludeerde dat hij onvoldoende vertrouwen van de Kamer bleek te bezitten.[1] |
De Quay
Zie ook Kabinet-De Quay |
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
S.J. (Sidney) van den Bergh | S.J. (Sidney) van den Bergh (1898–1977) |
Minister van Defensie |
19 mei 1959 – 1 augustus 1959 |
De Quay | Hij moest reeds na enkele maanden aftreden vanwege allerlei perikelen rond zijn relatie met een nog niet gescheiden vrouw. |
Biesheuvel II
Zie ook Kabinet-Biesheuvel II |
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
H.J.L. (Henk) Vonhoff | H.J.L. (Henk) Vonhoff (1931–2010) |
Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk |
28 juli 1971 – 23 april 1973 |
Biesheuvel I | ||
Biesheuvel II | Trad af drie maanden na de verkiezingen om kamerlid te kunnen blijven |
Den Uyl
Zie ook Kabinet-Den Uyl |
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
J.F. (Jan) Glastra van Loon | mr.dr. J.F. (Jan) Glastra van Loon (1920–2001) |
Staatssecretaris voor Justitie |
13 juni 1973 – 27 mei 1975 |
Den Uyl | Hij kwam als staatssecretaris van Justitie in het kabinet-Den Uyl in conflict met de ambtelijke top van het ministerie, meer in het bijzonder secretaris-generaal dr. Albert Mulder, waarna minister Van Agt hem dwong af te treden. | |
L.J. (Laurens Jan) Brinkhorst | mr. L.J. (Laurens Jan) Brinkhorst (1937) |
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken |
11 mei 1973 – 8 september 1977 |
Den Uyl | Op grond van de Grondwettelijke bepalingen moesten Zeevalking en Brinkhorst kiezen tussen het ministerschap en het Tweede Kamerlidmaatschap. Hierna volgde hun aftreding. | |
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij |
9 juni 1999 – 22 juli 2002 |
Kok II | ||||
Minister van Economische Zaken |
27 mei 2003 – 3 juli 2006 |
Balkenende II | ||||
Vicepremier | 31 maart 2005 – 3 juli 2006 | |||||
H.J. (Henk) Zeevalking | mr. H.J. (Henk) Zeevalking (1922–2005) |
Staatssecretaris voor Justitie |
6 juni 1975 – 8 september 1977 |
Den Uyl | ||
Minister van Verkeer en Waterstaat |
11 september 1981 – 4 november 1982 |
Van Agt II | ||||
Van Agt III |
Lubbers I
Zie ook Kabinet-Lubbers I |
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
J.G. (Koos) Rietkerk | mr. J.G. (Koos) Rietkerk (1927–1986) |
Staatssecretaris van Sociale Zaken |
28 juli 1971 – 23 april 1973 |
Biesheuvel I | Koos Rietkerk overleed, 58 jaar oud, tijdens een werkbespreking op zijn ministerie aan een acute hartstilstand. | |
Biesheuvel II | ||||||
Minister van Binnenlandse Zaken |
4 november 1982 – 20 februari 1986 |
Lubbers I |
Lubbers II
Zie ook Kabinet-Lubbers II |
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
W.F. (Wim) van Eekelen | dr. W.F. (Wim) van Eekelen (1931) |
Staatssecretaris van Defensie |
20 januari 1978 – 11 september 1981 |
Van Agt I | In 1988 trad hij af als minister van Defensie in het kabinet-Lubbers II vanwege zijn eerdere verantwoordelijkheid in de paspoortaffaire. | |
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken |
4 november 1982 – 14 juli 1986 |
Lubbers I | ||||
Minister van Defensie |
14 juli 1986 – 6 september 1988 |
Lubbers II | ||||
A.J. (Albert-Jan) Evenhuis | A.J. (Albert-Jan) Evenhuis (1941–2011) |
Staatssecretaris van Economische Zaken |
14 juli 1986 – 30 juni 1989 |
Lubbers II | Evenhuis moest aftreden na publicaties in NRC Handelsblad over een dubieuze lening. Omdat het bedrijf waarvan Evenhuis geleend had (Giethoorn Beheer BV) in 1987 een investeringssubsidie had gekregen ontstond de indruk van belangenverstrengeling. Evenhuis was de eerste demissionaire bewindsman die moest aftreden in de Nederlandse politieke geschiedenis. |
Kok I
Zie ook Kabinet-Kok I |
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
R.L.O. (Robin) Linschoten | R.L.O. (Robin) Linschoten (1956) |
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
22 augustus 1994 – 28 juni 1996 |
Kok I | Linschoten trad af als staatssecretaris op 28 juni 1996 omdat hij onvoldoende vertrouwen kreeg van de Tweede Kamer in een debat over een rapport van de commissie-Van Zijl over het Ctsv (College van Toezicht Sociale Verzekeringen). De Kamer hield Linschoten verantwoordelijk voor de bestuurlijke problemen bij dit College. |
Kok II
Zie ook Kabinet-Kok II |
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
H.H. (Hayo) Apotheker | drs. H.H. (Hayo) Apotheker (1950) |
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij |
3 augustus 1998 – 7 juni 1999 |
Kok II | Apotheker liep vast in de Haagse politiek (volgens zijn toenmalige woordvoerder en latere VVD-spindoctor Henri Kruithof "omdat hij er echt geen hout van kon"). Apotheker verliet het kabinet vanwege onvoldoende steun voor alternatieven van de varkenswet van VVD-voorganger Jozias van Aartsen en over de rechtmatigheid daarvan. De kabinetscrisis van mei zette hem hiertoe aan het denken. Hij stapte na tien maanden op. |
Balkenende I
Zie ook Kabinet-Balkenende I |
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
R.R.Ph. (Philomena) Bijlhout | R.R.Ph. (Philomena) Bijlhout (1957) |
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
22 juli 2002 – 24 juli 2002 |
Balkenende I | Enkele uren na haar beëdiging trad zij af, nadat RTL Nieuws foto's van haar (in militie-uniform) had getoond, waaruit bleek dat ze in 1983 (dus na de Decembermoorden van 1982) actief was geweest in de burgermilities van het regime-Bouterse. Eerder had zij verklaard dat zij de milities al in 1981 had verlaten, waarbij ze letterlijk had gezegd: "Er zijn geen foto's van Philomena in uniform." Hiermee is ze de kortstzittende staatssecretaris in de Nederlandse politieke geschiedenis. | |
E.J. (Eduard) Bomhoff | dr. E.J. (Eduard) Bomhoff (1944) |
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
22 juli 2002 – 16 oktober 2002 |
Balkenende I | Op 16 oktober 2002 ontstond de kabinetscrisis over de LPF, waarbij achtereenvolgens Bomhoff, Heinsbroek en tenslotte het voltallige kabinet aftraden. | |
Vicepremier | ||||||
H.Ph.J.B. (Herman) Heinsbroek | mr. H.Ph.J.B. (Herman) Heinsbroek (1951) |
Minister van Economische Zaken |
22 juli 2002 – 16 oktober 2002 |
Balkenende I | ||
A.H. (Benk) Korthals | mr. A.H. (Benk) Korthals (1944) |
Minister van Justitie |
3 augustus 1998 - 22 juli 2002 |
Kok II | Korthals trad af als minister van Defensie op de dag dat het rapport van de enquêtecommissie bouwfraude verscheen - 12 december 2002. Korthals had te kennen gegeven dat hij op zou stappen mocht de commissie harde conclusies over hem vellen, hij wilde niet 'mank' als minister functioneren terwijl er een grote reorganisatie van Defensie op komst was. De commissie verweet Korthals dat hij als minister van Justitie de Tweede Kamer onjuist had geïnformeerd. Korthals had de Kamer rond de bouwfraude verzekerd dat hij niet op de hoogte was van een schikking rond de Schipholtunnel - de Schipholtunnel was een van de onderwerpen in de bouwfraudezaak. Uit de openbare verhoren bleek dat de minister wel op de hoogte was, zelfs al vanaf juli 2001. Het onjuist informeren van de Tweede Kamer is een van de zwaarste politieke oordelen die kan worden geveld. Naast de Schipholtunnelaffaire lag de minister ook onder vuur in de discussie over de beveiliging van Pim Fortuyn. Voor Korthals was dit reden om op te stappen. | |
Minister van Defensie |
22 juli 2002 – 12 december 2002 |
Balkenende I |
Balkenende II
Zie ook Kabinet-Balkenende II |
Het Kabinet-Balkenende II trad aan op 27 mei 2003 en viel op 30 juni 2006. Het kabinet was slechts 7 dagen demissionair tot 7 juli 2006.[2]
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
J.G. (Jaap) de Hoop Scheffer | mr. J.G. (Jaap) de Hoop Scheffer (1948) |
Minister van Buitenlandse Zaken |
22 juli 2002 – 3 december 2003 |
Balkenende I | Afgetreden na benoeming tot secretaris-generaal van de NAVO.[3] | |
Balkenende II | ||||||
A.D.S.M. (Annette) Nijs | drs. A.D.S.M. (Annette) Nijs (1961) |
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
22 juli 2002 – 9 juni 2004 |
Balkenende I | Op 9 juni 2004 trad Nijs af en bood zij haar ontslag aan bij de koningin. Dit was de dag na een spoeddebat in de Tweede Kamer over een interview met het weekblad Nieuwe Revu, waarin ze aarzelingen uitte over het vertrouwen van de minister in haar staatssecretaris en de ruimte om eigen beleid te kunnen voeren.[4] | |
Balkenende II | ||||||
Th.C. (Thom) de Graaf | mr. Th.C. (Thom) de Graaf (1957) |
Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties |
27 mei 2003 – 23 maart 2005 |
Balkenende II | Op 23 maart 2005 trad De Graaf af, nadat zijn plannen om de gekozen burgemeester mogelijk te maken, niet de vereiste tweederdemeerderheid haalden in de Eerste Kamer.[5] | |
Vicepremier | ||||||
M. (Mark) Rutte | drs. M. (Mark) Rutte (1967) |
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
22 juli 2002 – 17 juni 2004 |
Balkenende I | Op 27 juni 2006 nam Rutte ontslag als staatssecretaris op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, omdat de algemene opinie onder alle (of in ieder geval de meeste) politieke partijen was, dat hij als lijsttrekker beter geen deel meer kon uitmaken van het kabinet. De dag erna werd hij beëdigd als Kamerlid en weer een dag later werd hij voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de VVD. | |
Balkenende II | ||||||
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
17 juni 2004 – 27 juni 2006 | |||||
Minister-president | 14 oktober 2010 – heden |
Rutte I | ||||
Rutte II | ||||||
Rutte III | ||||||
A. (Alexander) Pechtold | drs. A. (Alexander) Pechtold (1965) |
Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties |
31 maart 2005 – 3 juli 2006 |
Balkenende II | Op 29 juni 2006 trok de Tweede Kamerfractie van D66 de steun aan het kabinet in, door haar blijvende onvrede met het vreemdelingenbeleid van minister Verdonk, culminerend in de affaire over de verblijfsstatus en nationaliteit van Ayaan Hirsi Ali. Koningin Beatrix verleende Pechtold op 3 juli 2006 op de meest eervolle wijze ontslag, nadat hij samen met de andere twee bewindslieden van D66, minister Laurens Jan Brinkhorst en staatssecretaris Medy van der Laan daartoe een verzoek had ingediend.[6] | |
M.C. (Medy) van der Laan | mr . M.C. (Medy) van der Laan (1968) |
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
27 mei 2003 – 3 juli 2006 |
Balkenende II | ||
L.J. (Laurens Jan) Brinkhorst | mr. L.J. (Laurens Jan) Brinkhorst (1937) |
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken |
11 mei 1973 – 8 september 1977 |
Den Uyl | ||
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij |
9 juni 1999 – 22 juli 2002 |
Kok II | ||||
Minister van Economische Zaken |
27 mei 2003 – 3 juli 2006 |
Balkenende II | ||||
Vicepremier | 31 maart 2005 – 3 juli 2006 |
Balkenende III
Zie ook Kabinet-Balkenende III |
Het Kabinet-Balkenende III is als rompkabinet aangetreden op 7 juli 2006, maar was van 22 november 2006 tot 22 februari 2007 demissionair.[7]
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
S.M. (Sybilla) Dekker | S.M. (Sybilla) Dekker (1942) |
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer |
23 mei 2003 – 21 september 2006 |
Balkenende II | Op 21 september 2006 werd Dekker samen met minister Donner aangewezen als de verantwoordelijken van het overheidsfalen bij de Schipholbrand 2005, waarna de beide ministers aftraden.[8] | |
Balkenende III | ||||||
J.P.H. (Piet Hein) Donner | mr. J.P.H. (Piet Hein) Donner (1948) |
Minister van Justitie |
22 juli 2002 - 21 september 2006 |
Balkenende I | Op 21 september 2006 trad Donner af na de presentatie van het eindrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de Schipholbrand. De hoofdverantwoordelijke voor de brandveiligheid was volgens de raad de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), die onder de verantwoordelijkheid van de minister van Justitie valt.[9] | |
Balkenende II | ||||||
Balkenende III | ||||||
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
22 februari 2007 - 14 oktober 2010 |
Balkenende IV | ||||
Minister van Binnenlandse Zaken |
14 oktober 2010 - 16 december 2011 |
Rutte I |
Balkenende IV
Zie ook Kabinet-Balkenende IV |
Het Kabinet-Balkenende IV trad aan op 22 februari 2007 en viel op 20 februari 2010. Het kabinet werd pas ontslagen op 14 oktober 2010.[10]
Rutte I
Zie ook Kabinet-Rutte I |
Het Kabinet-Rutte I is aangetreden op 14 oktober 2010, maar was echter van korte duur nadat de PVV haar gedoogsteun voor dit kabinet introk naar aanleiding van de kabinetscrisis over de begroting voor 2013. Hierdoor was dit kabinet demissionair van 23 april 2012 tot 5 november 2012.[16]
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
J.P.H. (Piet Hein) Donner | mr. J.P.H. (Piet Hein) Donner (1948) |
Minister van Justitie |
22 juli 2002 - 27 mei 2003 |
Balkenende I | Kabinet-Rutte I droeg Piet Hein Donner voor als vicepresident van de Raad van State.[17] | |
27 mei 2003 - 21 september 2006 |
Balkenende II | |||||
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
22 februari 2007 - 14 oktober 2010 |
Balkenende IV | ||||
Minister van Binnenlandse Zaken |
14 oktober 2010 - 16 december 2011 |
Rutte I |
Rutte II
Zie ook Kabinet-Rutte II |
Het Kabinet-Rutte II is aangetreden op 5 november 2012 en was demissionair sinds 14 maart 2017 na de Tweede Kamerverkiezingen. Op 26 november 2017 is het kabinet officieel ontslagen.[18]
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
J.C. (Co) Verdaas | dr. J.C. (Co) Verdaas (1966) |
Staatssecretaris van Economische Zaken |
5 november 2012 – 6 december 2012 |
Rutte II | Hij was eerder in opspraak geraakt door onjuiste reiskostendeclaraties inzake zijn woon-werkverkeer als gedeputeerde van Gelderland, door een andere dan de feitelijke woonplaats op te geven. Onder meer door een artikel in de Volkskrant kwam de kwestie opnieuw onder de aandacht en leidde het op landelijk niveau alsnog tot een politieke consequentie.[19] | |
F.H.H. (Frans) Weekers | mr.drs. F.H.H. (Frans) Weekers (1967) |
Staatssecretaris van Financiën |
5 november 2012 – 30 januari 2014 |
Rutte II | Weekers zou onvoldoende inzicht hebben in de zaken waarmee de Belastingdienst achterloopt. Om een in aantocht zijnde motie van wantrouwen die door 50Plus werd voorbereid en die door de voltallige oppositie zou zijn aanvaard voor te zijn, besloot Weekers vervolgens de eer aan zichzelf te houden en de koning op 30 januari 2014 zijn ontslag aan te bieden, hetgeen hem diezelfde dag nog eervol verleend werd.[20] | |
F.C.G.M. (Frans) Timmermans | drs. F.C.G.M (Frans) Timmermans (1961) |
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken |
22 februari 2007 - 23 februari 2010 |
Balkenende IV | Afgetreden na benoeming tot eurocommissaris.[21] | |
Minister van Buitenlandse Zaken |
5 november 2012 - 17 oktober 2014 |
Rutte II | ||||
I.W. (Ivo) Opstelten | mr. I.W. (Ivo) Opstelten (1944) |
Minister van Veiligheid en Justitie |
14 oktober 2010 – 10 maart 2015 |
Rutte I | In 2014 kwam Opstelten onder vuur te liggen omdat hij mogelijk de Tweede Kamer onjuist had geïnformeerd over een overeenkomst in 2001 van het Openbaar Ministerie met crimineel Cees H., de zogenaamde in de Teevendeal. Nadat bleek dat hij inderdaad een onjuist bedrag had genoemd, trad Opstelten op 9 maart 2015 af, evenals staatssecretaris Fred Teeven. Teeven was zelf jaren eerder als officier van justitie betrokken geweest bij deze overeenkomst.[22] | |
Rutte II | ||||||
F. (Fred) Teeven | mr. F. (Fred) Teeven (1958) |
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie |
14 oktober 2010 – 10 maart 2015 |
Rutte I | Op 9 maart 2015 diende Fred Teeven (samen met minister van Justitie Ivo Opstelten) zijn ontslag in, nadat was gebleken dat Opstelten de Tweede Kamer onjuist had geïnformeerd over een deal in 2001 tussen Justitie en de crimineel Cees H. Teeven, die indertijd als officier van justitie de deal had beklonken, vond dat hij niet geloofwaardig kon blijven zitten terwijl minister Opstelten op dat onderwerp aftrad. Teeven gaf aan dat zijn aftreden niet had te maken met de inhoud van de deal: 'Met de deal is overigens helemaal niets mis'.[23] | |
Rutte II | ||||||
W.J. (Wilma) Mansveld | W.J. (Wilma) Mansveld (1962) |
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu |
5 november 2012 – 28 oktober 2015 |
Rutte II | Eind september 2015 kwam Mansveld in het nauw door grote financiële problemen bij spoorbeheerder ProRail, die leidden tot een verworpen motie van wantrouwen in de Tweede Kamer. Op dat moment liep naar een andere affaire omtrent het spoor, de Fyra, al een parlementaire enquête. Op 28 oktober 2015 diende zij haar ontslag in, nadat die dag in het eindrapport van deze enquête was geconcludeerd dat zij de Tweede Kamer onjuist en onvolledig had ingelicht. Volgens haar eigen woorden ook omdat zij politiek verantwoordelijk was voor onjuist gebleken beleidsbeslissingen van vorige bewindslieden.[24] | |
G.A. (Ard) van der Steur | mr. G.A. (Ard) van der Steur (1969) |
Minister van Veiligheid en Justitie |
20 maart 2015 – 27 januari 2017 |
Rutte II | In januari 2017 kwam Van der Steur in opspraak naar aanleiding van de Teevendeal. Nieuwsuur-verslaggever Bas Haan onthulde een e-mail uit maart 2015, waaruit bleek dat Van der Steur als Kamerlid wist van de bedragen in de Teevendeal. Volgens de oppositie bleek uit de e-mail tevens dat hij aan toenmalig minister Opstelten adviseerde deze bedragen niet kenbaar te maken aan de Tweede Kamer. Van der Steur ontkende dit en wees de Kamer erop dat hij de Kamer al in een eerder debat had geïnformeerd over wat hij op welk moment wel en niet wist. Tijdens een Tweede Kamerdebat op 26 januari 2017 maakte hij bekend zijn ontslag aan te bieden aan de koning.[25] | |
M.H.P. (Martijn) van Dam | ir. M.H.P. (Martijn) van Dam (1978) |
Staatssecretaris van Economische Zaken |
3 november 2015 – 1 september 2017 |
Rutte II | Dam kreeg te maken met chaos die ontstond rondom de invoering van fosfaatrechten. De onzekerheid die dit met zich meebracht is zo groot dat banken de financieringen hebben bevroren. De onzekerheid wordt vergroot door de opeenstapeling van regels: verplichte mestverwerking, grondgebonden groei en invoering van fosfaatrechten. | |
J.A. (Jeanine) Hennis-Plasschaert | J.A. (Jeanine) Hennis-Plasschaert (1973) |
Minister van Defensie |
5 november 2012 – 4 oktober 2017 |
Rutte II | Op 3 oktober 2017 vond met de demissionair-minister een Kamerdebat plaats vanwege een kritisch rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar aanleiding van een ongeluk met een mortier op 6 juli 2016 tijdens de militaire missie MINUSMA in Mali, hierbij kwamen twee Nederlandse militairen om het leven en geraakte een derde zwaargewond. Tijdens dit debat maakte zij bekend dat zij de koning zal verzoeken om haar ontslag te verlenen. Het ontslag werd een dag later verleend.[26] |
Rutte III
Zie ook Kabinet-Rutte III |
Het Kabinet-Rutte III is aangetreden op 26 oktober 2017 en sinds 15 januari 2021 demissionair vanwege de toeslagenaffaire.[27]
Ambtsbekleders | Functie(s) | Periode | Kabinetten | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|---|
H. (Halbe) Zijlstra | drs. H. (Halbe) Zijlstra (1969) |
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
14 oktober 2010 – 5 november 2012 |
Rutte I | In februari 2018 kwam Zijlstra in opspraak. Hij had in een toespraak in 2016 en bij andere gelegenheden gemeld dat hij in 2006 aanwezig was bij een bijeenkomst in de datsja, het buitenhuis van de Russische president Vladimir Poetin, waarbij deze gesproken zou hebben over zijn ambitie voor een "Groot-Rusland": een uitbreiding van Rusland met Wit-Rusland, Oekraïne, de Baltische staten en eventueel Kazachstan. Na mediavragen hierover bekende Zijlstra dat hij niet bij deze bijeenkomst was geweest. Aan het begin van een debat over deze zaak in de Tweede Kamer, deelde Zijlstra op 13 februari 2018 mee bij de koning zijn ontslag aan te vragen als minister van Buitenlandse Zaken; dit werd hem per die dag verleend.[28] | |
Minister van Buitenlandse Zaken |
26 oktober 2017 – 13 februari 2018 |
Rutte III | ||||
M.G.J. (Mark) Harbers | M.G.J. (Mark) Harbers (1969) |
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid |
26 oktober 2017 – 21 mei 2019 |
Rutte III | Staatssecretaris Harbers stapt op omdat hij de Kamer verkeerd informeerde over criminaliteit onder asielzoekers.[29] | |
B.J. (Bruno) Bruins | mr.drs. B.J. (Bruno) Bruins (1963) |
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
29 juni 2006 – 22 februari 2007 |
Balkenende II | Tijdens een langdurig debat in de Tweede Kamer over de coronapandemie op 18 maart 2020 kreeg Bruins last van een flauwte, die werd toegeschreven aan oververmoeidheid. Een dag later verleende de koning hem op eigen verzoek eervol ontslag.[30] | |
Balkenende III | ||||||
Minister voor Medische Zorg |
26 oktober 2017 – 19 maart 2020 |
Rutte III | ||||
E.D. (Eric) Wiebes | ir. E.D. (Eric) Wiebes (1963) |
Staatssecretaris van Financiën |
4 februari 2014 – 26 oktober 2017 |
Rutte II | Op 15 januari 2021 trad hij af vanwege zijn betrokkenheid als verantwoordelijk staatssecretaris en later minister in de toeslagenaffaire.[31] | |
Minister van Economische Zaken en Klimaat |
26 oktober 2017 – 15 januari 2021 |
Rutte III | ||||
Bestand:Netherlands politic personality icon.svg | B. (Bas) van 't Wout (1979) |
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
9 juli 2020 – 15 januari 2021 |
Rutte III | Vanwege een burn-out trad hij op 24 mei 2021 tijdelijk terug als minister van Economische Zaken. Zijn ministerie werd waargenomen door Stef Blok, maar vanwege de hoge werkdruk werd ook Dilan Yeşilgöz-Zegerius benoemd als tweede staatssecretaris van het ministerie. Op 2 juni werd hij ook tijdelijk vervangen door Jan Klink als Tweede Kamerlid. De Rijksvoorlichtingsdienst maakte op 9 juli bekend dat Van 't Wout niet meer zou terugkeren als minister.[bron?] | |
Minister van Economische Zaken en Klimaat |
15 januari 2021 – 25 mei 2021 | |||||
M. (Menno) Snel | drs. M. (Menno) Snel (1970) |
Staatssecretaris van Financiën |
26 oktober 2017 – 18 december 2019 |
Rutte III | Ontslag volgde op eigen initiatief na een debat over de toeslagenaffaire.[32] | |
S. (Stientje) van Veldhoven | drs. S. (Stientje) van Veldhoven (1973) |
Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat |
26 oktober 2017 – 1 november 2019 |
Rutte III | Ze kondigde per 19 juli 2021 haar afscheid uit de politiek aan om vanaf 1 september van dat jaar vicepresident/directeur Europa van het World Resources Institute te worden.[33] | |
14 april 2020 19 juli 2021 | ||||||
Minister voor Milieu en Wonen |
1 november 2019 – 14 april 2020 | |||||
C. (Cora) van Nieuwenhuizen | drs. C. (Cora) van Nieuwenhuizen (1963) |
Minister van Infrastructuur en Waterstaat |
26 October 2017 – 31 augustus 2021 |
Rutte III | Op 31 augustus 2021 trad Van Nieuwenhuizen af als minister, omdat ze per 1 oktober aan de slag zou gaan bij Vereniging Energie-Nederland, de brancheorganisatie van energiebedrijven in Nederland.[34] | |
T. (Tamara) van Ark | drs. T. (Tamara) van Ark (1974) |
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
26 oktober 2017 – 9 juli 2020 |
Rutte III | Op 3 september 2021 trad Van Ark af vanwege nekklachten.[35] | |
Minister voor Medische Zorg |
9 juli 2020 – 3 september 2021 | |||||
S.A.M. (Sigrid) Kaag | S.A.M. (Sigrid) Kaag (1961) |
Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking |
26 oktober 2017 – 16 september 2021 |
Rutte III | Op 16 september 2021 steunde de Tweede Kamer een motie van afkeuring tegen haar. Een meerderheid verweet haar dat er in Afghanistan te laat was overgegaan tot de evacuatie van Nederlanders en van personen in dat land die werkzaam waren geweest voor Nederland. In reactie op de aanname van de motie van afkeuring kondigde Kaag aan ontslag aan te vragen als minister. De koning heeft haar op 17 september ontslag verleend.[36] | |
A.T.B (Ank) Bijleveld | A.T.B (Ank) Bijleveld (1962) |
Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken |
22 februari 2007 - 14 oktober 2010 |
Balkenende IV | In navolging van Sigrid Kaag bood Bijleveld op 17 september 2021 haar ontslag aan als minister, na het met een krappe meerderheid door de Tweede Kamer aannemen van een motie van afkeuring omtrent de evacuatie van Afghanen in Afghanistan. Het ontslag werd nog dezelfde dag door de koning verleend.[37] | |
Minister van Defensie |
26 oktober 2017 – 17 september 2021 |
Rutte III | ||||
M.C.G. (Mona) Keijzer | M.C.G. (Mona) Keijzer (1968) |
Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat |
26 oktober 2017 - 25 september 2021 |
Rutte III | In een interview in De Telegraaf wees Keijzer op de hoge vaccinatiegraad. Volgens haar is het "moeilijk uit te leggen" dat mensen een coronatoegangsbewijs moeten laten zien waarin staat dat ze gevaccineerd of getest zijn om een café of restaurant te bezoeken. De uitspraak is opvallend omdat het kabinet met één mond hoort te spreken. Keijzer is kort na het interview ontslagen.[38] | |
W. (Wouter) Koolmees | drs. W. (Wouter) Koolmees (1977) |
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
26 oktober 2017 – heden |
Rutte III | Op 5 oktober 2021 legde Wouter Koolmees zijn taken als demissionair minister neer bij zijn benoeming tot informateur.[39] | |
Vicepremier | 1 november 2019 – 14 mei 2020 |
Externe links
- Aftredende bewindslieden op Parlement.com