Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Lijst van uitdrukkingen en gezegden F-J

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Spreekwoorden

A-E   F-J   K-O   P-U   V-Z

Uitdrukkingen en gezegden

A-E   F-J   K-O   P-U   V-Z


fiets

Op díe fiets
Op die manier

Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen?
Wat gebeurt er nu voor iets raars?

Geef mijn fiets terug
Grapje om Duitsers te wijzen op de Tweede Wereldoorlog, toen er veel fietsen geconfisqueerd werden.

Iets boven de tafel fietsen.
Open kaart spelen met bedoelingen.

De fiets aan de haak hangen.
Stoppen met wielrennen.
Op een oude fiets moet je het leren.
Lesmateriaal is zelden nieuw.
ook: oudere (getrouwde) vrouwen zijn goed om jonge mannen in de liefde in te wijden

Filistijnen

Naar de Filistijnen
Reddeloos verloren.

fijn

Het fijne ervan willen weten
Willen weten wat er precies aan de hand is

Fijnbesnaard.
Gevoelig.

Zo fijn als gemalen poppenstront.
Zeer streng rechtzinnig

fluit

Een fluitje van een cent.
Een eenvoudige taak.

Hij begreep er geen fluit van
Hij begreep er niets van

fout

Ze waren fout.
Collaborateurs en fascisten gedurende de Tweede Wereldoorlog.

In de fout gaan.
Een onaanvaardbaar of strafbaar feit begaan.

Frans

Met de Franse slag
Slordig, met weinig aandacht uitgevoerd.

Daar is geen woord Frans bij.
Dat is duidelijke taal.

Spreek ik Frans?
Grimmige commentaar tegen iemand die je zin in vraagzin uitspreekt.

gaan

Er voor gaan
Besluiten aan een onzekere onderneming te beginnen en zich er volledig voor in te zetten.

De gaande en komende man.
Iedereen die komt opdagen.

gaar

Gaar zijn
Uitgeput zijn, met name na geestelijke inspanning, bijvoorbeeld een hele dag vergaderen

Nu zijn de rapen gaar
Nu is het genoeg geweest

gaatje

Doorgaan tot het gaatje
Doorzetten tot het einde is bereikt.
Deze uitdrukking is afkomstig van een persiflage op het nummer "Doorgaan" (van Ramses Shaffy) door André van Duin. In deze persiflage wordt met het te bereiken einde, het gat in het midden van een grammofoonplaat bedoeld

garen

Ergens garen bij spinnen
Ergens financieel gewin uit halen

gas

Tegengas geven
Argumenten tegen een plan of voorstel naar voren brengen.
Gas terugnemen
Het iets rustiger aan gaan doen.

gat

Er geen gat meer in zien
Geen oplossing meer kunnen bedenken

Niet voor één gat te vangen zijn
Meerdere opties hebben

Een gat in de dag slapen.
Lang doorslapen.

Een gat in de lucht slaan.
Een onnozele handeling doen.

Een gat in de lucht springen.
Ongeremd enthousiast zijn.

Een gat in zijn hand hebben.
Niet met geld kunnen omgaan.

geblaat

Veel geblaat maar weinig wol.
iemand maakt veel drukte met weinig resultaat of zonder resultaat.

geboren

Daar geboren en getogen.
Daar geboren en opgegroeid

geduld

Geduld is een schone zaak.
Wie rustig afwacht wordt beloond.

geel

Een geeltje.
Briefje van vijfentwintig gulden

Je groen en geel ergeren
Je heel erg ergeren aan iets of iemand

geld

Voor geen geld of goede woorden (tot iets bereid zijn).
Niet bereid zijn tot iets, wat iemand ook ervoor biedt, en welke argumenten iemand ook naar voren brengt.

Voor geen geld ter wereld.
Niet bereid zijn tot iets, hoeveel er ook voor geboden wordt.

Geld over de balk gooien (of smijten).
Geld verspillen, zonder nadenken uitgeven.

Voor hetzelfde geld.
Net zo goed.

Geld ruiken.
Mogelijkheden zien om ergens geld aan te verdienen.

Het geld brandt hem in de zak.
Hij geeft zijn geld graag en gemakkelijk uit.

geluk

Geluk bij een ongeluk.
Terwijl iets mis gaat, gaat iets anders goed.

gemutst

Goed gemutst zijn.
Een goede bui hebben, opgewekt zijn.

gewicht

Zijn volle gewicht in de schaal werpen.
Zich er volledig voor inzetten.

glas

Glashard liegen.
Liegen zonder er iets van in zijn houding te laten merken.

Zo broos als glas.
Erg breekbaar.

glaasje

Een glaasje op hebben.
Alcohol te hebben genuttigd

Te diep in het glaasje gekeken.
Te veel alcohol genuttigd

God

Hij is van God los.
Hij is gek, je boven de wet bevinden
Van God en alle Joden verlaten
afgelegen; stil

goud

Iets voor geen goud willen doen.
Iets absoluut niet willen doen.
Het is niet al goud dat blinkt.
Laat je niet misleiden door de mooie buitenkant van dingen;schijn bedriegt.

graan

Een graantje meepikken.
Meeprofiteren

gras

Er geen gras over laten groeien
Zonder uitstel handelen (zodra de gelegenheid zich voordoet).

Het gras voor iemands voeten wegmaaien
Iets gebruiken net voordat iemand anders het kan gebruiken, met name een argument of voorbeeld in een discussie.

Het gras aan de overkant is altijd groener
Ontevreden zijn.

Daar groeit het gras in de straten
Daar is het erg saai.

Ik kan het gras horen groeien
Het is erg stil.

Luisteren naar groeien van het gras
Erg lui zijn.

groen

Groen zien van jaloezie
Heel jaloers zijn

Een groentje zijn
(ook: Groen als gras zijn. ) Ergens nog geen ervaring mee hebben

groep

Iets in de groep gooien
Iets in een groep bespreken

Grolle

Dat is zo vaste as Grolle
Dat is heel stevig (gebouwd)(refererend aan de vesting Grolle)

haar

De haren rijzen me te berge
Ik neem er met afgrijzen kennis van.

Haarscherp
(van een afbeelding) getrouw tot in fijne details.

Iets er met de haren bijslepen
Een argument gebruiken dat niets met de zaak te maken heeft

Zich de haren uit het hoofd trekken
Enorm veel spijt hebben.

Geen haar op mijn hoofd die er aan denkt
Ik wil hiermee niet akkoord gaan.

Elkaar in de haren vliegen
Ruzie maken.

Haar op zijn tanden hebben
Duidelijk voor zijn mening uitkomen.


Het scheelde maar een haartje
Dat ging maar net goed.

haas

Het hazenpad kiezen.
Wegvluchten

Het haasje zijn
Het slachtoffer zijn

Een hazeslaapje
Een slaap, die zo licht is, dat men bij 't minste geluid wakker wordt

Mijn naam is haas
Ik weet van niks

Kijken hoe de hazen lopen
Voorzichtig te werk gaan, eerst afwachten hoe de verhoudingen blijken te liggen.

hak

Van de hak op de tak springen
Al pratend steeds van onderwerp veranderen.

De hakken in het zand zetten.
Zich opstellen als felle tegenstander van een voorstel of ontwikkeling, zonder de bereidheid te zoeken naar positieve aspecten of naar compromissen.

Iemand op de hak nemen
Met iemand een grap uithalen of hekelen


Een hak zetten
Hem benadelen
Hoe een koe een haas vangt
Het is niet te voorspellen

haken

Ergens op inhaken
Reageren op iets dat gezegd is en daar verder op doorgaan

Daar zitten nogal wat haken en ogen aan.
Er zijn meer problemen dan je op het eerste gezicht zou denken.

hakken

Hakken in het zand
Koppig blijven

halen

Lange halen, snel thuis
Hoe sneller je werkt, des te eerder kun je stoppen

hals

Hals over kop.
Ondoordacht snel.

Er een halszaak van maken.
Het erg belangrijk maken van iets.

ham

Dat is de hamvraag
Dat is de belangrijkste vraag (uit het oude NCRV-programma Mastklimmen) [1]

hamer

Ergens op hameren
Iets voortdurend benadrukken.

De man met de hamer
Plotseling energietekort bij o.a. sporters, zie hongerklop.

Als hamerstuk behandelen
Het voorstel zonder discussie aannemen.

hand

Iemand de vrije hand geven
Iemand geheel vrij laten in de wijze waarop hij een opdracht uitvoert

Dit loopt uit de hand.
Dit is niet meer onder controle

Van hand tot tand leven.
Uitsluitend in de meest elementaire levensbehoeften kunnen voorzien.
Of: Het verdiende meteen weer uitgeven.

Zwaar op de hand zijn.
Zich negatieve gebeurtenissen in hoge mate aantrekken.
Of: Er een orthodoxe levensstijl op nahouden.

Zijn rechterhand
Zijn assistent, die hem bij alles ondersteunt

De hand in eigen boezem steken
De oorzaak van de problemen bij zichzelf zoeken

De handen dicht mogen knijpen.
Van geluk mogen spreken.

De handen uit de mouwen steken.
Behoorlijk aanpakken.

Ergens de handen voor op elkaar krijgen.
Ergens steun (applaus) voor krijgen.

Hij heeft er een handje van weg
hinderlijke gewoonte

De hand aan de ploeg slaan
Het werk aanvatten

Hij heeft er de hand in gehad
Hij heeft er aan meegewerkt met raad of daad

Zij kunnen elkaar een hand geven
Zij bevinden zich in een vergelijkbare situatie

De hand aan zichzelf slaan.
Zelfdoding plegen. Zichzelf van het leven beroven.

De bovenhand krijgen.
Winnen, zegevieren.

Ergens de hand voor in het vuur steken.
Iets 100% zeker weten.

hangijzer

Een heet hangijzer
Een netelige zaak

Hannes

Een echte Hannes
Een onhandig persoon

harnas

Iemand tegen zich in het harnas jagen
Iemand zodanig irriteren dat de persoon een vijand wordt

hart

Heb het hart eens.
Heb de moed om dat te doen. (Eigenlijk: als je dat doet, zal ik je ongenadig straffen)

Het hart op de goede plaats hebben
Een oprecht en menslievend karakter hebben

Het hart op de tong hebben
Meteen vertellen wat je bezig houdt.

Het hart zinkt hem in de schoenen
Hij verliest alle moed

In hart en nieren
Vanuit volle overtuiging (bv. "Hij is een socialist in hart en nieren")

Van zijn hart geen moordkuil maken
Praten over hetgene wat iemand dwars zit - het niet oppotten

Zijn hart vasthouden
Zich ernstig zorgen maken. Bang zijn dat het mis gaat.

Iemand een hart onder de riem steken.
Iemand moed inspreken.

Iets na aan het hart hebben liggen.
Er erg mee begaan zijn.

Een gouden hart hebben.
heel aardig/lief zijn.

haver

Iemand van haver tot gort kennen
Iemands persoonlijkheid helemaal kennen

haverklap

Om de haverklap.
Om een nietigheid, een beuzeling. Later: herhaaldelijk, dikwijls, telkens weer, erg vaak.
Letterlijk: bij elke tweede klap tijdens het langdurige en eentonige uitdorsen van het kaf met de dorsvlegel (bron)
Wordt ook wel als volgt uitgelegd: Om de haverklep. In de tijd dat vervoer voornamelijk met paarden plaatsvond, had de koetsier een leren mondbak met voer, lijkend op een emmer, die om de hals van het paard werd gehangen. Dit werd de haverklep of haverklap genoemd. De koetsier was verplicht om op gezette tijden of na gezette afstanden het paard hiermee te voeren. "Om de haverklap" zou bij deze uitleg een aanmerkelijk ruimere interval beduiden dan bij de vorige uitleg.

Hein

Magere Hein.
De dood

Hemd

Iemand het hemd van het lijf vragen
Iemand van alles vragen (met name als het ook persoonlijke vragen betreft).

Je laatste hemd aan hebben
Je hebt iets fout gedaan en er zal wat voor je zwaaien.

Hendrik

Brave Hendrik
Een persoon die op overdreven wijze de regeltjes volgt.

Henk

Gekke Henkie
Iemand die niets in de gaten heeft (bv. "Je denkt toch niet dat ik gekke Henkie ben ?")

heup

Hij heeft het op zijn heupen
Hij gaat zich vreemd gedragen.

Uit de heup schieten
Een discussie ingaan met een ongenuanceerde argumentatie

hoed

Van de hoed en de rand weten
Volledig geïnformeerd zijn

Het is hoed.
Het is verkeerd afgelopen.

Zijn hoed staat op halfzeven.
Hij is dronken.

Hij is onder een hoedje te vangen.
Hij is zeer stil en gedwee.

Onder één hoedje spelen.
Elkaar helpen.

Zijn hoed zit altijd op zijn hoofd.
Hij groet nooit iemand.

hoek

In het verdomhoekje terecht komen
Van alle kanten kritiek krijgen

honderd

Het loopt in't honderd
Het gaat helemaal mis

hond

Er was geen hond
Er was niemand

Hondenweer
Zeer slecht weer

De hond in de pot vinden.
Te laat zijn voor het eten (alles is op).

De hond de jas voorhouden.
Iemand valse hoop geven op iets dat hij graag wil hebben.

Commandeer je hondje en blaf zelf.
Mij kun je niet bevelen.

Blaffende honden bijten niet.
Iemand die dreigt maar die dreiging niet waarmaakt.

Een stok vinden om de hond te slaan
Om maar iemand te kunnen bekritiseren een nadelig punt vinden

honing

Iemand honing om de mond smeren.
Iemand vleien.

Zij kwamen als bijen naar de honing
Ze kwamen met velen en sterk gemotiveerd

hoofd

Het hoofd in de schoot leggen.
Zich ergens bij neerleggen

Het hoofd laten hangen.
De moed verliezen, opgeven.

Zich het hoofd breken over iets.
Trachten een antwoord te vinden op een moeilijke vraag.

Een hard hoofd hebben in iets.
Verwachten dat er geen oplossing komt voor een probleem.

Het hoofd koel houden.
Kalm blijven, zich niet door de spanning laten meeslepen.

Iets uit het hoofd laten.
Het vaste voornemen hebben om iets na te laten, iets niet doen.

Iemand of iets over het hoofd zien.
Iemand niet opmerken, vergeten met iemand of iets rekening te houden, iets niet zien.

Iemand of iets het hoofd bieden.
Zich met verstand en beleid verzetten tegen iemand of iets.

Iemand voor het hoofd stoten.
Iemand beledigen of kwetsen.

Het hoofd boven water houden.
Financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven.

Niet goed bij zijn hoofd zijn.
Niet goed wijs zijn, gekke dingen doen.

Een dak boven zijn hoofd hebben.
Woonruimte hebben, onderdak hebben.

hoogvlieger

Geen hoogvlieger zijn
Weinig talent hebben

hooi

Te hooi en te gras
Zonder enige regelmaat of plan

Te veel hooi op je vork nemen.
Te veel werk aannemen, zodat je in moeilijkheden komt.

hoorn

Hij loopt met hoorntjes.
Zijn vrouw bedriegt hem, heeft een minnaar.

Men heeft hem de hoorns opgezet.
Iemand (vooral een bekende) heeft een relatie met zijn vrouw.

horizontaal

Ik ga horizontaal.
Ik ga slapen.

hout

Dat snijdt geen hout
Dat heeft er niets mee te maken; het bewijst niets.

Er klopt geen hout van
Het is geheel onjuist.

Ergens geen hout van snappen
Er niets van begrijpen

Op een houtje bijten.
Honger hebben.

Op eigen houtje doen
Iets zelfstandig (eventueel op eigen initiatief) ondernemen

huis

Veel in huis hebben
Over veel capaciteiten beschikken

Dat is zo vast als een huis
Dat is zeker

Van huis en haard verdreven
Dakloos zijn

ijs

Het ijs is gebroken
De aanvankelijke ongemakkelijke stemming, is omgeslagen in een informele sfeer.

Niet over één nacht ijs gaan.
Een voorzichtige aanpak hanteren.
Zich op glad ijs begeven.
Een groot risico nemen.

Ja

Op alles maar ja en amen zeggen.
Zonder meer met alles instemmen.

Jan

Jan en alleman
Iedereen (bv. "Dit hoeft Jan en alleman toch niet te weten?")

Hij stond erbij voor Jan met de korte achternaam.
Hij had geen zinvolle activiteit.

Jonas

Het lot valt altijd op Jonas
Hij heeft vaak pech

jood

Ik geloof er in als een jood in Jezus Christus.
Ik geloof er maar weinig in.