Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Liang Shidu
| Liang Di (Liang Shidu) | ||
| ? – 3 juni, 628 |
Liang Shidu (梁師都) (stierf 3 juni, 628[1]) was de rebellenleider van een boerenopstand tegen de heerschappij van de regerende Sui-dynastie tegen het einde van de regering van Keizer Yang. Hij veroverde onder de titel Keizer van Liang met de hulp van de Oostelijke Tujue het noorden van het huidige Shaanxi en het westen van Binnen-Mongolië, en wist dit gebied een decennium onder controle te houden. Uiteindelijk werd zijn rijk verzwakt door aanvallen van de Tang-dynastie. Li Yuan, de keizer van de Tang dynastie had sinds 618 al zijn rivalen een voor een uitgeschakeld, en nu was Liang alleen over. Zijn tweede zoon en opvolger, Li Shimin, gebruikmakend van de onrust en verdeeldheid binnen de gelederen van de Tujue waardoor ze Liang niet te hulp konden komen, viel Liang aan in 628. Liang’s neef Liang Luoren vermoordde Liang en gaf zich over, waarmee de Tang heel China na de val van de Sui-dynastie herenigd hadden.
Initiële opstand
Liang Shidu was van een prominente clan van de Xia provincie, in het huidige Yulin, Shaanxi, en ten tijde van keizer Yang diende hij als militaire officier. Rond 617 verliet hij het leger en keerde hij terug naar de Shuofang commanderij, waarin zijn provincie was veranderd door de keizerlijke wetten. Er waren rond die tijd ook meerdere boerenopstanden in de regio, en Liang verzamelde een groep mannen en liet de generaal van Shuofang, Tang Shizong, in een hinderlaag lopen. Daarna claimde hij eerst de titel Opper-kanselier (Da Chengxiang) en sloot een bondgenootschap met de Tujue. Toen de Sui-generaal Zhang Shilong hem probeerde aan te vallen, versloeg hij Zhang. Daarna veroverde Liang verscheidene nabijgelegen commanderijen – Diaoyin, Honghua en Yan’an. Hij onderwierp zich daarna aan de Shibi Khan van de Tujue, Ashina Duojishi, die hem benoemde tot Dadupiqie Khan, en hem een banier met een wolvenhoofd schonk. Liang hielp de Tujue bij het veroveren van de Ordos woestijn. Liang riep daarna de staat Liang uit en zichzelf tot de keizer.
Vroege Heerschappij
Liang Shidu sloot ook een bondgenootschap met een andere rebellenleider in de regio, Guo Zihe. In 618, toen Li Yuan, de gouverneur van Taiyuan, in opstand kwam tegen keizer Yang en Chang’an veroverde, sloot een andere rebelleleider, de keizer van Qin Xue Ju, een bondgenootschap met de oostelijke Tujue en Liang, met de bedoeling Chang’an aan te vallen. Maar Li Yuan kreeg het voor elkaar om de Tujue-generaal Ashina Duobi (Ashina Duojishi’s broer) over te halen om die plannen op te geven. In de herfst van 618, toen Li Yuan zichzelf tot keizer Gaozu uitriep, en de Tang-dynastie stichtte, probeerde Liang de prefectuur Ling aan te vallen, dat zich overgegeven had aan de Tang, maar die aanval werd afgeslagen.
In de lente van 619 bereidde Ashina Duojishi plannen voor om China binnen te vallen, en zowel Liang als een andere rebellenleider, Liu Wuzhou de Dingyang Khan, sloten zich bij Ashina aan. Maar Ashina stierf onverwachts aan een ziekte, en zijn broer Ashina Qilifu volgde hem op als de Chuluo Khan. Nadat de Tang hem een grote som geld betaald hadden, liet hij de plannen van zijn gestorven broer om China binnen te vallen varen. Guo Zihe, de voormalige bondgenoot van Liang, had zich overgegeven aan de Tang en zich tegen Liang en de Tujue gekeerd, en had de stad Ningshuo ingenomen. De Tujue zetten Guo’s broer Guo Zisheng als reactie daarop gevangen, en Guo plaatste zijn troepen meer naar het zuiden om de Tujue te ontlopen.
Ondertussen, nu zijn generaals Zhang Ju en Liu Min naar de Tang waren overgelopen, en Liu Wuzhou in 620 door de Tang verslagen was, werd Liang bang dat hij het volgende slachtoffer zou worden, en daarop stuurde hij een afgevaardigde, Lu Jilan, naar Ashina Qilifu, om hem ertoe te bewegen actie te ondernemen tegen de Tang, voordat ze te sterk werden. Ashina was het daarmee eens, en ontwierp een groot plan om de Tang op verschillende punten aan te vallen, en betrok daarbij de troepen van de Xi-stam en de legers van een andere rebellenleider, Dou Jiande de prins van Xia, bij het plan. Maar de geschiedenis herhaalde zich; voordat hij zijn plan kon realiseren, stierf Ashina Qilifu en werd hij opgevolgd door Ashina Duobi, de Jiali Khan. In de lente van 622 werd Liang aangevallen door Duan, die de oostelijke stad van Shuofang innam, en Liang dwong zich terug te trekken naar de westelijke stad. Maar de Tujue schoten hem te hulp met een leger en Duan trok zich terug. Liang stuurde daarna zijn broer, Liang Luo’er, om samen met de Tujue de Tang-prefectuur Ling aan te vallen, maar ze werden verslagen door de Tang generaal Li Daozong.
Late heerschappij
In de lente van 623 liepen Liang Shidu’s generaals He Sui en Suo Tong over naar de Tang, samen met de gebieden die zijn controleerden. In de zomer van 623 lanceerde Duan Decao nog een aanval op Liang, en bereikte Shuofang, maar trok zich terug na een serie plunderingen. Xin Liao’er, een Liang generaal, leidde Tujue troepen opnieuw naar de Tang-prefectuur Ling (het huidige Qingyang), en Liang leidde de Tujue daarna zelf naar de Tang-prefectuur Kuang (het huidige Yulin). In de herfst van 624 liep een voorname Liang ambtenaar Bai Fuyuan over naar de Tang.
In 626 liet keizer Gaozu’s zoon Li Shimin zijn broers Li Jiancheng, de kroonprins, en Li Yuanji in een hinderlaag lopen en doodde hen, waarna hij keizer Gaozu hem onder intimidatie liet benoemen tot kroonprins. Twee maanden later werd hij keizer Taizong. Liang zag dat zijn macht aan het tanen was, en stelde aan Ashina Duobi voor dat hij de Tang aanviel. Ashina Duobi en zijn neef, de Tuli Khan Ashina Shibobi, vielen daarna Chang’an kort aan, maar nadat keizer Taizong persoonlijk met hen gesproken had en hun meer tribuut aangeboden had, trokken ze zich terug.
Dood
Hierna kregen de Tujue echter steeds meer te maken met interne onrust waardoor ze minder in staat waren Liang te helpen. Keizer Taizong schreef herhaaldelijk naar Liang Shidu dat hij zich over moest geven, maar Liang weigerde. Daarop stuurde de keizer zijn troepen naar Liang om zijn rijk te plunderen, en zijn gewassen te verbranden om zijn voedselvoorraden te vernietigen, en stuurde ook agenten naar Liang om de relatie tussen Liang en zijn ambtenaren te schaden. In zomer van 628, toen een aantal Khitan stammen zich overgaven aan de Tang, bood Ashina Duobi aan om Liang te ruilen voor de Khitan stammen, maar dat weigerde keizer Taizong. Ondertussen stuurde hij zijn schoonbroer Chai Shao en de generaals Xue Wanjun, Liu Lancheng en Liu Min (een voormalige onderdaan van Liang) om Shuofang onder druk te zetten. Ze versloegen spoedig daarna de Tujue troepen en belegerden Shuofang, en de Tujue konden het beleg niet breken. Toen de voedselvoorraad opraakte, werd Liang Shidu door zijn neef Liang Luoren vermoord, die daarna de stad overgaf aan de Tang.
Tijdperk
- Yonglong (永隆 yǒng lóng) 617-628
Noten en Referenties
| Bronnen, noten en/of referenties
|
