Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jan Utenhove

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Jan Utenhove (Jan Jakobszoon [van] Utenhoven of Jan Nicolaeszoon [van] Utenhoven (toen ook geschreven als Wtenhove); Gent, 1516Londen, 6 januari 1566) was een invloedrijke ouderling in de vroege gereformeerde kerk. Utenhove had grote literaire gaven, die hij ten dienste stelde van de Kerk. Hij vertaalde het Nieuwe Testament naar het Nederlands, en schreef een geloofsbelijdenis, een catechismus en een berijming van de psalmen.

Leven

Jan Utenhove stamde uit een Gents patriciërsgeslacht. Hij studeerde aan de Universiteit van Leuven.[1]

In 1532 schreef hij een seer schoon spel van zinnen, een toneelstuk over moraal.[2] Dit werd nog opgevoerd in 1543 te Burst (tussen Aalst en Zottegem), maar werd beschouwd als luthers en viel bijgevolg in verkeerde aarde. Utenhove verliet Vlaanderen daarom in 1544. Eerst vluchtte hij met zijn gezin naar Aken, waar hij hielp bij het organiseren van een Waalse gemeente.

Hij werd in 1545 verbannen uit de zuidelijke Nederlanden en zijn bezittingen werden verbeurd verklaard. Hij vertrok naar Straatsburg, waar hij kennis maakte met de reformator Martin Bucer en met Petrus Datheen, die bekend zou worden als psalmberijmer. Hij reisde verder naar Zwitserland waar hij in Zürich de reformator Heinrich Bullinger bezocht; in Genève bezocht hij Johannes Calvijn en in Bazel bracht hij een bezoek aan Johannes Oporinus, die later een boek van hem zou drukken, en aan hoogleraar Coelius Secundus Curio.

In 1548 verbleef hij kort in Canterbury, waar aartsbisschop Thomas Cranmer de protestantse vluchtelingen gastvrij opnam. Utenhove hielp bij het stichten van de Franse gemeente, de eerste vluchtelingenkerk in Glastonbury in Engeland. Na een verblijf op het Europees vasteland, was hij eind 1549 in Londen. Daar werd hij uitgenodigd om als ouderling samen met superintendent Marten Micron en de Poolse theoloog Johannes a Lasco de kerkenraad te leiden van de voormalige augustijnenkerk (’Austin Friars’) die in 1550 door koning Edward IV ter beschikking gesteld werd van de protestantse vluchtelingen.

Hij was actief betrokken bij het ontwerpen van een liturgie voor de vluchtelingenkerk. In 1551 gaf hij „Vijf en twintig psalmen ende andere ghesanghen” uit, een liederenbundel voor de Nederlandse vluchtelingenkerk in Engeland. Hierin had hij gedeeltelijk Franstalige psalmberijmingen van Clément Marot (1496–1544) vertaald en bewerkt. De melodieën stammen uit het Psalmboek van Genève, het Straatsburgse zangboek en het gezangboek van Bonn.

Na de troonsbestijging van koningin Maria Tudor (Bloody Mary), die met de Spaanse koning Philips II getrouwd was, brak in 1553 een golf van vervolging uit in Engeland. Utenhove vluchtte naar Denemarken, waar hij de hervormingsgezinde koning Kristian III om een verblijfsvergunning vroeg. Dit werd niet toegestaan en kwam na verdere omzwervingen in Emden terecht.

In 1557 liet hij te Emden op eigen kosten zijn vertaling van het Nieuwe Testament uitgeven. Dit werd een financiële catastrofe. Enerzijds was het drukwerk niet zo goed uitgevoerd; bovendien vonden de calvinisten zijn taalgebruik en vertaalstijl moeilijk leesbaar. Utenhove was mogelijk beter in het Latijn. De mennonieten gebruikten intussen de vertaling van het Nieuwe Testament door Mattheus Jacobszoon, de bijbeluitgave van Jacob van Liesveldt waaraan Utenhove ook had meegewerkt, en vanaf 1560 de Biestkensbijbel.

Utenhove reisde met Johannes a Lasco naar Polen, waar hij Anna van Horne opnieuw trof, die hij al kende als één van de vluchtelingen die in 1553 van Londen naar Denemarken waren vertrokken. Zij trouwden in de lente van 1558. Utenhove gebruikte een groot deel van zijn tijd in Polen om zijn boek Simplex et fidelis narratio te schrijven, ’Eenvoudige en getrouwe vertelling’ van de belevenissen van de Londense vluchtelingen in Denemarken en de kuststeden van de Oostzee.

Nadat koningin Mary eind 1558 was overleden, ging Utenhove terug naar Londen, waar hij opnieuw als ouderling actief was. Hij verzette zich hevig tegen de zienswijze van Adriaan van Haemstede, een ander bekend vluchteling in Londen, toen die sympathie toonde voor de mening van de anabaptisten, door te stellen dat de ’Incarnatie’ of Menswording van Jezus Christus door een vrouw geen belangrijk punt van de Geloofsbelijdenis raakte.

Utenhove overleed in 1565, net voor zijn Nederlandse berijmde vertaling van alle psalmen werd uitgegeven.

Bronnen

rel=nofollow

rel=nofollow
 
rel=nofollow